Foto Richard van Elferen
Bijna twee miljoen mensen combineren hun baan met het geven van mantelzorg. Wat betekent dit voor hun kwaliteit van leven? Welke mogelijkheden hebben zij om de combinatie van arbeid en zorg te versoepelen?
Wij vragen het aan Alice de Boer (senior onderzoeker bij het SCP en bijzonder hoogleraar Sociale ongelijkheid en Informele hulp aan de VU) die deskundig is op het terrein van mantelzorg: de hulp die mensen geven aan een naaste met gezondheidsbeperkingen.
Wie zijn de werkenden die hulp geven?
'Bij mantelzorg gebruiken wij een brede definitie. Het gaat om alle hulp die mensen bijvoorbeeld aan een ouder, schoonouder, partner of kind geven; oftewel personen in hun directe sociale omgeving. De combinatie met werk komt vaker bij vrouwen voor dan bij mannen: een op de drie werkende vrouwen ten opzichte van een op de vijf werkende mannen. Minder dan een half miljoen mensen geeft intensieve zorg aan een zieke naaste. Sommigen hebben het gevoel dat ze wel móéten helpen. Er is niemand anders die kan helpen of de hulpbehoevende wil door niemand anders geholpen worden. Dat noemen wij een mantelzorgklem.'
Dit zorgt toch voor een enorme druk?
'Ja en nee. Ongeveer driekwart van de werkende mantelzorgers zegt het allemaal goed te kunnen combineren. Dat komt omdat de meeste mensen op een vrije doordeweekse dag of in het weekend zorgen. Sommigen helpen voor of na hun werkdag, dat kan natuurlijk wel zwaar zijn. Het zijn vooral de mantelzorgers die wekelijks minimaal acht uur helpen die de meeste druk ervaren. Ze worden weleens op het werk gebeld of voor een acute situatie weggeroepen. Maar de stress loopt waarschijnlijk vooral op omdat zij in hun eigen tijd veel extra’s doen.'
En wat zegt hun leidinggevende daarvan?
'Niet iedereen vertelt dit op het werk. Vaak vinden mensen dat ook niet nodig. Uit onderzoek blijkt wel dat de meeste werknemers die hun leidinggevende op de hoogte stellen begrip krijgen. Werknemers ervaren daardoor minder tijdsdruk, ze kunnen makkelijker afspraken maken over flexibele werktijden en eventueel onverwachts vrij nemen. Mocht dat nodig zijn.'
Op een gegeven moment is de rek eruit?
'Nou, we moeten ons realiseren dat het steeds vaker voorkomt dat werkenden voor hun zieke naasten zorgen. Daar zijn ook regelingen voor, zoals zorgverlof en de mogelijkheid om voor een bepaalde periode onbetaald zorgverlof op te nemen. Ook is er meer flexibiliteit in de plaats en het tijdstip waarop gewerkt wordt. Dat soort dingen helpen aanzienlijk. Toch kan een werkgever niet alles oplossen. Er zijn banen waar niet makkelijk snel van dagen gewisseld kan worden, zoals in de verpleging vanwege roosterdiensten. Ook thuiswerken zit er niet voor iedereen in; denk bijvoorbeeld aan een kassamedewerker.'
Hoe leven deze mantelzorgers, wat is hun kwaliteit van leven?
'Zoals ik al zei, is het vooral voor de werkenden die intensieve zorg bieden zwaar. Zij zijn minder tevreden over hun leven en hebben een hogere tijdsdruk dan andere werkenden. Een luisterend oor van de kant van leidinggevende en flexibele werkuren kunnen de tijdsdruk van werkende mantelzorgers verlagen. Een leidinggevende kan hier in meedenken, zonder alle problemen van de werknemer te kunnen oplossen. Soms is meer of andere hulp voor de hulpbehoevende noodzakelijk. Dat kan in de vorm van meer hulp uit het sociale netwerk, via professionele hulp of respijtzorg zijn. Bij dat laatste kan de gemeente ondersteuning bieden.'
'Al met al is het zo dat àls we als samenleving inzetten op meer mantelzorg, ook onder werkenden, we werk en mantelzorg op een verantwoorde wijze met elkaar moeten kunnen combineren. Dat betekent dat er dan op de werkvloer meer aandacht moet zijn voor zorgverplichtingen van werknemers.'