Tekst Carola Hakhof
Foto Buddie van Ruth
Het grote Japan en het kleine Nederland hebben dit gemeen: ze denken vaak hetzelfde over cyberveiligheid. Ambassade Tokio zet Nederland en Nederlandse cyberexpertise op de kaart. Twee collega’s vertellen over de praktijk van de cyberdiplomatie. Over de aanpak, de volharding, en hoe gesloten werelden elkaar vinden. ‘Nederland doet het gewoon goed op cybergebied en heeft Japan iets te bieden.’
Vroeg beginnen
In de Aziatische context denk je altijd op de lange, strategische termijn. Jan-Hein Chrisstoffels en Daan Elders van de ambassade in Tokio weten er alles van. ‘Je moet hier vroeg beginnen met contacten leggen en overeenkomsten sluiten. Als een samenwerking eenmaal bestaat, en Japanners weten wat ze aan je hebben, dan is een relatie vaak open, intensief en heel duurzaam’, zegt Daan Elders.
Like minded
Chrisstoffels en Elders werken in Tokio als respectievelijk innovatieraad en politiek secretaris. In hun dagelijkse contacten met Japanners zien ze dat het grote Japan en het kleine Nederland vaak op een lijn liggen. Als voorbeeld noemen ze hoe beide landen elkaar de afgelopen jaren vonden op het gebied van cyberveiligheid. ‘We zijn vaak opvallend gelijkgezind met Japan’, aldus Jan-Hein die net als Daan een van de cyberdiplomaten van de ambassade is.
Politiek en economie
Dat geldt voor politieke aspecten zoals de vraag hoe we voor een veilig en open internet zorgen. Of hoe we internationaal kunnen samenwerken om digitale aanvallen te bestrijden. Op economisch gebied geldt hetzelfde. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van nieuwe producten en technieken om de digitale wereld beter te beschermen. En te zorgen dat gebruikers snel vaardigheden krijgen om met de nieuwe dreigingen om te gaan.
Geopolitiek
Japan grenst aan China, Rusland en Noord-Korea. Daan: ‘Door deze geografische ligging van Japan, staat cyberveiligheid hoog op de Japanse agenda.’ Japan zoekt actief de samenwerking op dit gebied met natuurlijk de grote landen VS en het VK, maar ook met kleinere landen als Estland en Israël die een goede cyberreputatie hebben. In 2015, toen Nederland de eerste internationale cyberconferentie GCCS (Global Conference on Cyberspace) organiseerde, begon het kwartje te vallen dat Nederland Japan iets te bieden heeft.
Chrisstoffels: ’Nederlandse expertise op ict-gebied en cyberveiligheid staat internationaal goed aangeschreven. Al vanaf 2014 wijzen we op een actieve manier onze Japanse contacten hierop. We zien nu dat steeds meer commerciële en academische samenwerkingsverbanden ontstaan. Zoals bijvoorbeeld een Eindhovense startup die Japanse elektriciteitscentrales gaat beschermen tegen hackers. Zulke contracten hebben zeker ook te maken met de Olympische Spelen die Tokio in 2020 organiseert. Dat zet de druk op de ketel wat betreft cyberveiligheid. Stel je eens voor wat er gebeurt als door een cyberaanval de stroom tijdens de spelen uitvalt.’
Slim zijn
Pratend over hun aanpak geven de twee een praktijkvoorbeeld hoe ze Nederland op de kaart zetten. Op een slimme manier, anders val je als klein land niet op. Op 5 maart organiseerde de EU een cyberdialoog met Japan. ‘Dat is op zich niets nieuws. Wel nieuw was dat we na afloop een cyberreceptie organiseerden op onze ambassade. Economische en politieke diplomatie kwamen op dat moment samen. We hadden namelijk een Nederlandse hacker uitgenodigd’, vertelt Elders.
Zijn collega voegt toe: ‘Hij liet zien hoe Nederlandse hackers eerst banken beroofden om ze daarna beter te kunnen beveiligen. Alle diplomaten in donker pak keken ademloos toe. Onze gast liet zo heel concreet zien hoe wij met cyberdreigingen omgaan. Dat Nederland hierbij technisch voorop loopt. Onze technologische expertise maakt Nederland daardoor ook als politieke partner interessant voor Japan. Het versterkt elkaar.’
Digitalisering biedt Nederland veel kansen, maar brengt ook risico's met zich mee. Om optimaal te kunnen blijven inspelen op de dreigingen, kansen en uitdagingen streeft Nederland ernaar de internationale samenwerking en diplomatie binnen het digitale domein te versterken. In de Internationale Cyberstrategie is daarom het voornemen opgenomen een cyberdiplomatennetwerk uit te rollen voor prioritaire posten. De eerste stap in dat proces was een - mede door Buitenlandse Zaken georganiseerde - training ‘Internationale vrede en veiligheid in cyberspace’ die op 19 en 20 maart aan een groep Nederlandse diplomaten, waaronder van de ambassade in Tokio, werd gegeven.