Tekst Frederik Voûte en Chantal Verkroost
Het Non-proliferatieverdrag (NPV) is de hoeksteen voor nucleaire non-proliferatie en ontwapening. 191 landen hebben het verdrag geratificeerd en daarmee is het NPV het breedst erkende multilaterale ontwapeningsverdrag. Dat dit grote aantal landen - waaronder vijf ‘erkende’ kernwapenstaten (VS, Rusland, China, Frankrijk, VK) - zich committeren aan dit verdrag onderstreept het belang ervan. Onze diplomaten reisden van 29 april tot 10 mei af naar New York voor de derde Preparatory Committee bijeenkomst, om afspraken te maken voor de Toetsingsconferentie van het NPV die in 2020 plaatsvindt. Een mooie gelegenheid om even stil te staan bij wat het NPV eigenlijk behelst en vooruit te kijken naar waarom we het moeten behouden en versterken.
Leestijd: 7 minuten
De grootste deal uit de geschiedenis
Het NPV stamt uit 1968, maar de noodzaak om de verspreiding (proliferatie) van nucleaire wapens tegen te gaan werd al eerder duidelijk door de nucleaire aanval op Japan (Hiroshima en Nagasaki) in 1945. Terwijl de Sovjet Unie, China, Frankrijk en het VK probeerden ook een eigen kernwapenmacht op te zetten, kwamen er verschillende internationale voorstellen langs om dit te reguleren. De kern van het probleem was de grote belofte van kernenergie enerzijds, maar de mogelijkheid om met dezelfde technologie ook wapens te ontwikkelen anderzijds. Het NPV is een antwoord op dit probleem. Het laat landen beloven geen kernwapens te bouwen in ruil voor hulp bij het vreedzaam toepassen van nucleaire technologie, bijvoorbeeld voor het opwekken van energie en gebruik voor medische doeleinden.
In het NPV worden de kernwapenstaten anno 1968 (de bovengenoemde landen: de vaste leden van de VN Veiligheidsraad) erkend, onder voorwaarde dat zij de andere NPV landen veiligheidsgaranties geven, de wapentechnologie niet verder verspreiden en werken aan kernontwapening. De niet-kernwapenstaten staan op hun beurt controle op hun vreedzame nucleaire programma’s toe. Deze deal, ook wel de ‘Grand Bargain’ genoemd, heeft daarom drie pijlers: non-proliferatie, ontwapening en het vreedzaam gebruik van nucleaire technologie.
Meer weten over het NPV?
De Toetsingsconferentie van het NPV in 2020 is heel belangrijk. Om begrip over het belang van het Non-proliferatieverdrag te vergroten bij een groter publiek, in het bijzonder bij opiniemakers, politici en hun medewerkers, organiseert Instituut Clingendael in samenwerking met de directie Veiligheidsbeleid een serie NPV publieksbijeenkomsten.
Deze serie werd 15 april afgetrapt door nucleair expert dr. George Perkovich van de Carnegie Endowment. Hij legde uit hoe het met de gezondheid van het NPV gesteld is en waar de uitdagingen en kansen voor het verdrag de komende tijd liggen. Richting de Toetsingsconferentie in mei 2020 zal een reeks van experts zijn voorbeeld volgen en in begrijpelijke taal over een aantal nucleaire onderwerpen praten. Houd daarom de website van Instituut Clingendael en de Facebookpagina 'Veilige Wereld, Veilig Nederland' in de gaten!
De vijfjarige toetsingscyclus
Aanvankelijk moest het NPV elke 5 jaar verlengd worden. Door de verlenging voor onbepaalde tijd in 1995 is het NPV nu nog steeds van kracht. Elke 5 jaar komen alle leden bij elkaar om te kijken hoe het met het verdrag gesteld is, of iedereen zich aan de afspraken houdt en hoe het verder verbeterd kan worden. Tussentijds vinden er elke ‘cyclus’ drie bijeenkomsten plaats die deze conferenties voorbereiden zodat er zowaar wat bereikt kan worden. Dit heten de Prepatory Committee (PrepCom) bijeenkomsten, waarvoor ons team van diplomaten van DVB, Wenen en Genève te gast waren bij de collega's van de Permanente Vertegenwoordiging New York.
Deze bijeenkomsten bestaan uit twee onderdelen. Aan de ene kant worden in een plenaire zaal met alle landen voorbereidingen getroffen voor de Toetsingsconferentie. Dit gaat zowel over procedurele (zoals het kiezen van een nieuwe voorzitter) als inhoudelijke zaken. Veel belangrijker nog zijn de sessies en gesprekken die daarnaast plaatsvinden, waarin Nederland (net als de andere landen) zijn standpunten verduidelijkt, ideeën aandraagt en probeert andere landen hiervan te overtuigen. Deze PrepCom heeft Nederland onder andere ingezet op risk reduction: het voorkomen van een nucleaire escalatie tussen kernmachten door onduidelijkheden of miscommunicatie.
Marjolijn van Deelen is speciaal aangesteld als ambassadeur voor het NPV omdat zij in 2020 het Nederlandse vice-voorzitterschap van de Toetsingconferentie op zich zal nemen. Zij zegt over de PrepCom:
"Het is killer vermoeiend om twee weken lang te vergaderen met 191 landen met uiteenlopende belangen. Samen met het hele team – collega’s uit Den Haag, Genève, Wenen en New York – hebben we de Nederlandse standpunten vertegenwoordigd en een leidende rol gespeeld in deze PrepCom (onder andere door het geven van concrete aanbevelingen aan de komende voorzitter). Er is veel vooruitgang geboekt, maar helaas is er op inhoudelijk vlak geen overeenstemming gevonden. In aanloop naar de volgende Toetsingsconferentie in mei 2020 is daarom nog veel werk te verzetten."
Met name over Artikel 6 van het NPV, het komen tot een kernwapenvrije wereld – een zogenoemde global zero – wordt stevig gediscussieerd op deze toetsingsconferenties. Ontwapening is namelijk niet gemakkelijk, omdat de kernwapenlanden niet bereid zijn eenzijdig afstand toe doen van hun kernwapens. Om ook op dit gebied vooruitgang te boeken zet Nederland zich in om diplomaten en academici samen na te laten denken over wat er nou precies nodig is om wél op een veilige manier te kunnen ontwapenen, en hoe dit er precies uit zal zien.
Heeft het NPV een toekomst?
Sommige niet-kernwapen staten vinden dat dit ontwapeningsproces te langzaam gaat, en dat het NPV (waarin geen deadline wordt gesteld aan het ontwapeningsproces) niet voldoende waarborgen biedt voor ontwapening. Ook de - op de Toetsingsconferentie van 1995 gemaakte - afspraak om tot een kernwapenvrije zone in het Midden Oosten te komen zorgt voor veel frictie. Daarom staat de Toetsingsconferentie van volgend jaar nu al onder druk.
Er bestaat dus onenigheid over de toepassing van het NPV. Tegelijkertijd is vrijwel iedereen het erover eens dat het verdrag er voor gezorgd heeft dat er veel minder kernwapenlanden in de wereld zijn, en dat het NPV het mogelijk heeft gemaakt op een verantwoorde manier vreedzame nucleaire technologie te delen.