Tekst Camille Offerein
Foto Ministerie van Defensie
Op 27 april reden de Nederlandse militairen hun laatste patrouille door Gao, in Noord Mali en op 30 april vond de eindceremonie plaats. De Nederlandse militaire bijdrage aan de VN-vredesmissie MINUSMA in Mali is hiermee (grotendeels) beëindigd. Vijf jaar geleden vertrokken de eerste Nederlanders om zich in te zetten in MINUSMA. Hoe zag die Nederlandse bijdrage eruit? En hoe gaat het verder, nu Nederland zich militair grotendeels terugtrekt uit de missie?
Leestijd: 5 minuten
MINUSMA
De VN-missie MINUSMA werd in 2013 in het leven geroepen. Het jaar ervoor, in 2012, hadden jihadisten een groot deel van Mali in handen. Frankrijk greep op verzoek van Mali in met een militaire interventie, waarna MINUSMA werd opgericht om, eveneens op verzoek van Mali, de stabiliteit in het land te verbeteren. Met ondersteuning van de Verenigde Naties (VN) zijn de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet. Zo is er een vredesakkoord gesloten tussen de Malinese regering en gewapende groepen uit Noord Mali. En misschien wel het belangrijkste resultaat: de opmars van jihadisten in 2012 is gestopt. Mali is er echter nog niet en ook de komende jaren blijft betrokkenheid van de internationale gemeenschap essentieel.
Waarom levert Nederland een bijdrage aan MINUSMA?
Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft directe of indirecte gevolgen voor onze eigen welvaart en de stabiliteit in eigen land. De Sahel is een instabiele regio in de nabijheid van Europa. De demografische trend, een verdriedubbeling van de bevolking tot 2050, in combinatie met een gebrek aan sociaaleconomische perspectieven, extreme armoede, corruptie en klimaatverandering vormen daarbij een katalysator voor instabiliteit.
Mali is een schakelland in de Sahel en ligt op een kruispunt van smokkelroutes voor drugs, wapens en migratie. De opbrengsten van deze criminele activiteiten zijn een belangrijke financieringsbron van terrorisme en jihadistische groepen. Daarnaast worden de routes gebruikt door migranten die via Noord-Afrika de gevaarlijke oversteek wagen naar Europa. Veiligheid en stabiliteit in de Sahel raakt dus direct aan de Europese en Nederlandse belangen. Een proactief buitenlandbeleid is daarom cruciaal om onze strategische belangen, vrijheden en welzijn te verdedigen.
De ‘ogen en oren’ van MINUSMA
Begin 2014 werden de eerste Nederlandse militairen naar het West-Afrikaanse land gestuurd. De Nederlandse bijdrage aan MINUSMA bestond toen uit ongeveer 450 militairen, enkele civiele experts, waarvan een als politiek adviseur van de force commander, en rond de 10 politie en Koninklijke Marechaussee (KMAR) officieren. Dit werd over de jaren afgebouwd naar 250 militairen tot 1 mei 2019. De politie- en KMAR inzet loopt door tot zomer 2021. Nu volgt een proces van terugtrekking van de Nederlandse militairen, de zgn. ‘redeployment’. Dit zal ongeveer vier maanden duren. De Nederlandse militairen, aangevuld met een diplomaat van Buitenlandse Zaken, voerden in Mali vooral verkenningen uit en verzamelden inlichtingen. Die informatie werd dan weer gebruikt om te bepalen waar de militaire en civiele operaties van andere eenheden het beste heen konden. De Nederlanders vormden daarmee de ‘ogen en oren’ van de VN-missie. Daarnaast hielpen civiele experts met onder meer communicatie en protection of civilians. De politie en KMAR helpen de Malinese politie om meer contact te leggen met de lokale bevolking. Dit sluit aan bij een van de drie langlopende ambassadeprogramma’s die erop is gericht de rechtsstaat en het toegang tot recht voor de Malinezen te verbeteren.
Nederland blijft actief in de Sahel
De militaire inzet in MINUSMA is weliswaar beëindigd, Nederland blijft actief in Mali en de Sahel. Het strategische belang van de Sahel, als instabiele regio aan de randen van Europa, blijft voor Nederland onverminderd groot. Het tegengaan van terrorisme, instabiliteit en irreguliere migratie in de Sahel dient immers een direct Nederlands veiligheidsbelang. Binnen MINUSMA zullen Nederlandse politie-adviseurs en de KMAR Malinese politieagenten blijven trainen en adviseren. Op het hoofdkwartier van MINUSMA in Bamako zullen enkele stafofficieren werkzaam blijven. Daarnaast wordt het meerjarige ambassadeprogramma voortgezet. Dit programma richt zich op het wegnemen van de grondoorzaken van de conflicten, zoals overmatig gebruik van water en landbouwgrond en straffeloosheid.
Nederland draagt ook bij aan EU-missies in de Sahel: de trainingsmissie EUTM Mali en de capaciteitsopbouwmissie EUCAP Sahel Mali en EUCAP Sahel Niger, die zich richten op capaciteitsopbouw van de veiligheidsdiensten in Mali en Niger. Lees hier het interview in de vorige editie van de Veiligheidsdiplomaat met twee civiele experts, werkzaam in de missie EUCAP Sahel Mali en hier het interview met Anne Sophie Kesselaar, civiel expert in EUCAP Sahel Niger. Met deze bijdrage ondersteunt Nederland de versterking van veiligheidssectoren in de Sahel, zodat deze landen uiteindelijk zelf kunnen zorgen voor veiligheid en stabiliteit. Dit is ook de inzet van de ontwikkelingsprogramma’s in de Sahel landen. De diplomatieke inzet flankeert deze programma’s en richt zich op de politieke dialoog met de ontvangende overheden.
Wil je meer weten over de geleverde Nederlandse bijdrage aan MINUSMA?
Lees hier een artikel over de oren en ogen van de missie, de LRRPTG, in de Defensiekrant en hier een artikel over het werk als civiel adviseur in MINUSMA.