Tekst Aira Ijsenbrand en Marlou Snelders
Foto Tim Reckmann
In 'Achter beleid' zullen we de komende edities van de Veiligheidsdiplomaat door middel van korte interviews een kijkje nemen achter de schermen bij de totstandkoming van het Nederlands internationaal cyberbeleid.
In eerdere artikelen hebben we kunnen lezen hoe belangrijk de internationale rechtsorde voor het cyberdomein is. In deze editie gaan we daarom in gesprek met Wieteke om te vragen wat haar werk als cyberjurist inhoudt.
Wieteke Theeuwen is jurist bij de afdeling internationaal recht van de directie Juridische Zaken (DJZ) van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ze adviseert al bijna drie jaar over diverse onderwerpen, zoals humanitair oorlogsrecht en internationaal strafrecht. Bovendien is Wieteke ook nog eens cyberjurist voor de directie Veiligheidsbeleid!
Leestijd: 3 minuten
Wat heb je gedaan voordat je bij BZ terecht kwam?
Met een achtergrond in internationaal recht, heb ik mij tijdens mijn studie in Leiden gespecialiseerd in humanitair oorlogsrecht. Hierna heb ik op verschillende plekken gewerkt, waaronder in Palestina bij een kleine NGO. Ik werkte daar als enige jurist aan allerlei vraagstukken, dit vergde een grote mate van zelfstandigheid: een eigenschap die handig is bij het werk van een jurist bij het ministerie van Buitenlandse Zaken!
Wat houden jouw werkzaamheden precies in?
Als jurist bij Buitenlandse Zaken houd ik mij voornamelijk, maar zeker niet alleen bezig met cybervraagstukken. Ik neem bijvoorbeeld ook deel aan onderhandelingen over nieuwe verdragen en ik adviseur ook bij meer politieke vraagstukken, zoals de strijd tegen ISIS. Ik moet dus snel kunnen schakelen tussen uiteenlopende onderwerpen en dit maakt mijn dag altijd erg dynamisch.
Mijn werk verschilt van dat van beleidsmedewerkers. Ik heb een adviserende rol en word bijvoorbeeld gevraagd door collega’s van beleid om te kijken of een beleidsvoorstel op juridische bezwaren zou kunnen stuiten. Ik maak zelf (doorgaans) geen beleid.
Voor mijn werk reis ik regelmatig naar het buitenland om tijdens onderhandelingen de Nederlandse vertegenwoordigers te adviseren en te ondersteunen. Zo doe ik dat bijvoorbeeld bij de Nederlandse expert in de UNGGE (United Nations Group of Governmental Experts in NY), waar experts van verschillende landen onderhandelen over verwantwoord gedrag van landen in cyberspace.
Wat vind je het allerleukste aan je werk?
Goede voorbereiding is het halve werk! Het geeft mij veel energie om te zien dat een goede voorbereiding door een team zijn vruchten afwerpt. Het is erg leuk om deel uit te maken van de Nederlandse delegatie bij een bijeenkomst als de UNGGE, omdat Nederland echt voorop loopt op dit terrein, inclusief de toepassing van internationaal recht in het digitale domein.
Op welke prestatie uit 2019 ben je trots?
Ik vind het erg mooi dat ik heb bijgedragen aan de kamerbrief “Internationale Rechtsorde in het Digitale Domein” en de bijlage over internationaal recht. Nederland is een van de eerste landen die een nationaal standpunt heeft gepubliceerd over de toepassing van bestaand internationaal recht in het digitale domein. We krijgen ontzettend veel positieve reacties vanuit binnen- en buitenland op onze brief!” Lees hier de kamerbrief Internationale rechtsorde in het digitale domein
Ben je nieuwsgierig geworden naar het werk en ervaringen van onze juristen bij de afdeling internationaal recht of wil je in de toekomst mogelijk zelf als jurist bij buitenlandse zaken aan de slag? Neem eens een kijkje op de website van het Centrum voor Internationaal Recht: www.centruminternationaalrecht.nl