Tekst Huib Mijnarends
COVID-19 heeft er eigenhandig voor gezorgd dat thuiswerken de regel is en werken op het ministerie de uitzondering; dat deelname aan internationale conferenties nu via een beeldscherm verloopt; en dat onderhandelingen via de telefoon worden uitgevochten en beslecht. Minder leuk? Jazeker! Minder efficiënt? Niet altijd.
Leestijd: 3 minuten
Een van de voordelen van dat thuiswerken is dat de reisagenda van presidenten, premiers en ministers aanzienlijk is gekrompen. Hierdoor ontstaat er opeens veel meer ruimte om deel te nemen aan allerlei virtuele vergaderingen waar ook ter wereld. Laatst nog schoof onze minister van Buitenlandse Zaken aan bij een videoconferentie met de Jordaanse Koning, de presidenten van Kenia, Bulgarije en Albanië, de premier van Canada, de Secretaris-generaal van de VN en de baas van INTERPOL. Geen alledaags gezelschap, maar een uitgelezen kans om op hoog niveau te spreken over de problemen waar we momenteel internationaal mee te kampen hebben.
Impact van COVID-19 op terrorisme
In deze videoconferentie en setting ging het over de impact van COVID-19 op terrorisme. Wat zien we gebeuren en hoe moeten we daarop reageren? Twee vragen die centraal stonden maar niet heel makkelijk te beantwoorden zijn. Zo bleek ook al tijdens de zomer toen er binnen de VN werd gediscussieerd over dezelfde vragen.
De exacte effecten van COVID-19 kennen we namelijk nog niet of nog onvoldoende; we zitten er immers nog middenin. Tegelijkertijd is iedereen het er wel over eens dat de coronacrisis de onderliggende oorzaken van terrorisme en gewelddadig extremisme versneld heeft verergerd. Zo is de sociaaleconomische impact van COVID-19 op samenlevingen evident en zijn het met name kwetsbare groepen, die het financieel toch al moeilijk hadden, verder in de verdrukking gebracht. Je kan dan beargumenteren dat een vlucht in gewelddadig extremisme voor sommigen niet volstrekt ondenkbaar is.
Vlucht naar gewelddadig extremisme?
Maar radicaal gedrag kan bijvoorbeeld ook in de hand worden gewerkt door de reactie van overheden op de coronacrisis: van apathie tot total control met inzet van ordediensten en alle smaken daar tussen in. Smaken verschillen nu eenmaal en soms vallen overheidsacties niet altijd in even goede aarde. Dat heeft op zijn beurt het vertrouwen bij sommigen in de overheid (verder) ondermijnt; zeker in die delen van de wereld waar de reputatie van de overheid toch al niet positief was. Dat hoeft er uiteraard niet onmiddellijk toe te leiden dat mensen zich bij een terroristische organisatie aansluiten, naar het aanzienlijk gestegen bezoek aan extremistische online platforms de laatste maanden toont wel aan dat zulk soort boodschappen aan populariteit winnen. En dat is zorgwekkend.
Politieke betrokkenheid als handig smeermiddel
Moet je hiervoor koningen, presidenten, premiers en ministers virtueel laten opdraven? Ja is het simpele antwoord. Omdat zo de zorg een extra, politieke dimensie krijgt waar het makkelijker op voortbouwen is. Dat klinkt misschien heel ambtelijk maar zo is het niet bedoeld: politieke betrokkenheid op het hoogste niveau is vaak een handig smeermiddel om dingen gedaan te krijgen. Terrorismebestrijding is alleen effectief als we dit gezamenlijk doen; maar daar moet ook het nodige in worden geïnvesteerd om kwetsbare groepen weerbaar te maken en te houden. Nederland blijft daar dan ook vol op inzetten. Via de internationale samenwerkingsverbanden waar het deel vanuit maakt, maar ook via ons netwerk van regionale veiligheidscoördinatoren die in verschillende landen on the ground het verschil proberen maken. We zitten dus misschien wel thuis maar zeker niet stil.