Tekst Fenna Eerenberg
In verschillende missies spelen door Nederland uitgezonden civiele experts een belangrijke rol. Een van hen is Lia van Nieuwenhuijzen. Zij is sinds juli 2022 civil society expert in de civiele EU-missie EUCAP Sahel Mali en werkt vanuit het hoofdkantoor van de missie in Bamako. EUCAP Sahel Mali heeft een mandaat om met advies en ondersteuning de capaciteitsopbouw van en hervormingen in de Malinese veiligheidssector te bevorderen. De missie werd gelanceerd in januari 2015, na een officiële uitnodiging van de Malinese regering. Door de moeizame politieke en veiligheidsontwikkelingen werd het mandaat van de missie in 2022 ingeperkt. De activiteiten gericht op het maatschappelijk middenveld zijn onverminderd doorgezet. In dit interview geeft Lia een inkijk in het werk van een civil society expert, het complexe werk in een land als Mali en het belang en de meerwaarde van de missie.
Leestijd: 5 minuten.
Waarom ben jij in EUCAP Sahel Mali civil society expert (‘Inter Security Forces Interactions with Civil Society Expert’)?
“Ik heb gedurende mijn professionele loopbaan altijd met en voor de civil society gewerkt in merendeels (post) conflict landen in Latijns Amerika, Azië en ook in Afrika in Zuid Sudan en Liberia. Je kunt wel zeggen dat het mijn passie is om mensen met elkaar te verbinden en vooruit te helpen, te netwerken en netwerken op te zetten.
Veiligheid en (civiele) bescherming hebben daar altijd een grote rol in gespeeld en waren altijd een belangrijke aandachtsfactor. Toen de kans zich voordeed om aan de training ‘Security Sector Governance and Reform’ van het Geneva Centre for Security Sector Governance (DCAF) deel te nemen, heb ik dat ook onmiddellijk gedaan om mijn kennis te verdiepen en te verbreden.
Al deze elementen hebben ertoe bijgedragen dat mij deze post heel boeiend leek en in werkelijkheid ook is. Ik heb veel affiniteit met de civiele sector en het is in deze positie erg interessant en nuttig om dagelijks met mijn collega’s in de missie van gedachte te wisselen over het curriculum van de trainingen die de missie geeft aan de nationale politie en de gendarmerie in Mali. Iedereen is het erover eens dat het belangrijk is om te werken aan vertrouwen tussen het maatschappelijk middenveld en de veiligheidssector. Het is een hele mooie uitdaging en er bestaat veel interesse voor vanuit de Malinese regering, inclusief de politie en gendarmerie. De realiteit is echter dat dit veel meer inspanning en tijd vergt.”
Wat houdt je functie als EUCAP Sahel Mali civil society expert precies in?
“Samen met twee andere civil society-collega’s werk ik in het team van ‘Sector Security Reform’ binnen de uitvoerende afdeling van de missie en kan om die reden veel buiten kantoor werkzaam zijn. Veel mensen ontmoeten uit de samenleving (vertegenwoordigers van vrouwen, jongeren, religieuze leiders, etc.), het bijwonen van netwerk meetings en opvolgen van afspraken zowel intern als extern. Er zijn bijvoorbeeld netwerken van internationale en nationale organisaties om de regering te ondersteunen bij het opzetten van een buurtpolitie. Dit is een actieve werkgroep, er zijn veel vorderingen gemaakt en we hopen dat het er dit jaar doorheen komt. We realiseren ons ook dat gezien de actuele situatie in Mali, de regering veel andere prioriteiten heeft op dit moment.
Het is fijn dat er recent civil society-richtlijnen voor het Europese Gemeenschappelijke Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB) zijn opgesteld en goedgekeurd door de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) in Brussel. Deze zijn bindend voor alle EU-missies en houden in principe in dat het werk op het gebied van het maatschappelijk middenveld een spil zal worden in het werk van alle missies, ook in andere regio’s.
Er wordt van uitgegaan dat een nauwe samenwerking met het maatschappelijk middenveld bijdraagt aan meer doeltreffendheid en effect van GBVB-missies. De nadruk komt dan veel meer te liggen op een zogenaamde ‘people-centred approach’, ofwel een mensgerichte benadering, door het betrekken van het maatschappelijk middenveld in het dagelijkse werk van de missie. Daarbij wordt een nauwe samenwerking met de EU-delegaties en met andere EU- en niet-EU-actoren essentieel geacht.”
Hoe is het om te werken in zo’n moeilijke context als Mali? Hoe hebben actualiteiten invloed op je dagelijkse werk?
“De context van Mali is erg complex en overstijgt vaak onze dagelijkse werkzaamheden. Deze complexheid en de dagelijks terugkerende crisis herinnert me eraan waarom ik hier ben, waarom deze missie er is.
Er wordt op dit moment gesproken over de terugtrekking van de VN-vredesmacht MINUSMA uit Mali, en in welke hoedanigheid er nog een heroriëntering van taken kan plaatsvinden naar andere VN-agentschappen. Dit ligt politiek gezien natuurlijk vreselijk gevoelig en uiteindelijk hebben we daar geen enkele invloed op. Uiteraard heeft het invloed op ons werk en de dagelijkse conversaties, want de EUCAP-missie en de EU-delegatie werken nauw samen met MINUSMA op allerlei gebieden. Ik werk zelf heel goed samen met collega’s van MINUSMA in een werkgroep over civil society, waarin we ook uitwisselen over de toegenomen militarisering van de Malinese regering en wat het inhoudt voor ons werk. Tot nu moesten we steeds erkennen dat de gevolgen van de politieke en veiligheidsontwikkelingen erg meevielen voor onze missie, in de zin dat het werk van onze missie nog steeds wordt gewaardeerd door de Malinese overheid en dit steeds wordt bevestigd.”
Wat is volgens jou de meerwaarde van de missie en van het werk als civiel expert?
“De meerwaarde van de missie is de verbinding met de Malinese overheid en samenleving op het gebied van interne veiligheid, dat wil zeggen de training van de nationale politie en gendarmerie, ondersteuning van de grenspolitie en projecten met een focus op de internationale mensenrechten. Daarnaast werken we aan veilige presidentsverkiezingen (komend jaar) en is de link met de civil society een belangrijke basis voor diezelfde veiligheid in de samenleving.”
Je bent onlangs vertrouwenspersoon geworden, waarom is deze nieuwe functie in missies belangrijk?
“Het is belangrijk dat er ook in missies waar zoveel mensen werkzaam zijn, een vertrouwenspersoon is. Eigenlijk net zoals op de meeste werkplekken in de EU waar dat inmiddels heel gewoon is.
We realiseren ons steeds meer hoe belangrijk het is dat er binnen de missies in crisisgebieden een veilige werksfeer heerst, juist omdat wij ver van huis werkzaam zijn en niet kunnen terugvallen op de steun van familie en vrienden. Het is de ervaring dat mensen in een conflictsituatie zich erg alleen kunnen voelen en wellicht ten onrechte afhaken. Een vertrouwenspersoon kan daarbij tot steun zijn en een luisterend en begripvol oor proberen te zijn.
Inmiddels worden er allerlei activiteiten georganiseerd om tot die veilige werkplek te komen. Samen met een collega heb ik bijvoorbeeld korte workshops gegeven aan het personeel van de missie over ’unconscious bias’”.