Tekst Louise van Gend
De belangen van Afrikaanse landen en Europa zijn nauw met elkaar verbonden: politiek, economisch en op het gebied van veiligheid. In 2050 woont de helft van de jongeren wereldwijd in Afrika. Nederland scherpt daarom zijn inzet in Afrika aan met de onlangs gepubliceerde Afrikastrategie. Met deze strategie wil Nederland samen met Afrikaanse partners grensoverschrijdende uitdagingen samen aanpakken. De Veiligheidsdiplomaat ging in gesprek met Onno Koopmans over de Afrikastrategie en hoe deze tot stand kwam.
Leestijd: 4 minuten.
Waarom een Afrikastrategie?
Onno Koopmans, strategisch beleidsadviseur bij de Directie Afrika (DAF), was de kartrekker om de eerste geïntegreerde strategie voor het gehele Afrikaanse continent te schrijven. Dat betekent dat alle directies die zich met Afrika bezighouden, maar ook andere ministeries, meeschreven aan deze strategie. Geen gemakkelijke opdracht. “In het begin zag ik niet direct de toegevoegde waarde voor een dergelijke strategie die grotendeels zal verwijzen naar bestaande strategieën en nota’s. Het doet bovendien geen recht aan de diversiteit van het continent. Afrika bestaat uit 54 landen, ieder met een eigen dynamiek en het is onmogelijk om dat te vatten in een strategie en in te gaan op alles wat er speelt.” Toch is Onno nu blij dat de strategie er uiteindelijk is gekomen en Nederland een leidraad geeft voor de inzet in en samenwerking met het Afrikaanse continent.
“De strategie helpt Nederland om meer samenhang en integratie te brengen in ons beleid. Je moet je voorstellen: er werken veel mensen binnen en buiten BZ met Afrika en je wilt zorgen dat onze inzet op bijvoorbeeld veiligheid samenhangt met onze inzet op een thema als mensenrechten of handel. Bovendien groeit de aandacht voor Afrika, zeker door geopolitieke ontwikkelingen. Rusland, China maar ook Turkije en het Midden-Oosten investeren volop in Afrika. Het automatisme waarmee het Westen dacht dat Afrika op de lijn van de EU zat is niet meer van deze tijd.”
“Dat zag je direct na de Russische agressie in Oekraïne toen veel Afrikaanse landen zich onthielden van stemming in de VN over het afkeuren van de inval. We moeten ons bewust zijn dat de impact van de oorlog ook anders is voor Afrika. Je wilt rekening houden met Afrikaanse belangen en de landen als gelijkwaardige partner zien, ook als dat betekent dat het niet direct in ons eigen voordeel is.”
Veiligheid en stabiliteit als onderdeel van de strategie
Een veilig Afrika is in het belang van Afrika, maar ook van Nederland. “De afgelopen tien jaar zie je een toename van staatsgrepen, desinformatiecampagnes van Rusland, aanwezigheid van particuliere militaire groepen en wapenleveranties aan autocratische regimes.” Instabiliteit en gebrek aan welvaart raken direct het dagelijks leven en toekomstperspectief van Afrikanen. Een betere toekomst begint bij het wegnemen van grondoorzaken van gewelddadig extremisme en conflict. “Onveiligheid voorkomen is altijd beter dan het terugdringen ervan. Daar hield ik me voorheen vooral mee bezig toen ik in Oost-Afrika werkzaam was als regionale veiligheidscoördinator. Niemand heeft baat bij conflict. Je moet je realiseren dat in 2050 de helft van alle jongeren op de wereld in Afrika wonen. Iedereen heeft er dus belang bij dat grondoorzaken vroegtijdig worden aangepakt en jongeren een toekomstperspectief hebben.” De Afrikastrategie gaat daarom nadrukkelijk in op veiligheid en stabiliteit. “Bevorderen van de stabiliteit, vrede en veiligheid zijn van belang als Nederland ook op economisch vlak de samenwerking met Afrikaanse landen wil versterken.”
Samenwerken doe je niet alleen
“Een belangrijk uitgangspunt bij de uitvoering van de Afrikastrategie is dat we met Afrikaanse landen, ook op hoog niveau, aan een versterkte relatie werken.” Onno is daarom ook blij dat minister Schreinemacher in de maand na het verschijnen van de strategie Ethiopië bezocht, minister Hoekstra naar Kenia en Ghana ging en premier Rutte naar Namibië, Zuid-Afrika en Marokko reisde. “Je bouwt een relatie op als je elkaar regelmatig spreekt en bij elkaar langskomt. Die bezoeken zijn een belangrijk onderdeel daarvan.”
“Maar als je echt wil doorgronden wat er leeft, dan moet je niet alleen aan een relatie met de overheid werken, maar vooral ook met maatschappelijk middenveld in Afrika spreken,” aldus Onno. Zij weten als geen ander wat er speelt en wat jongeren bijvoorbeeld nodig hebben. Onno zegt hierover: “Je ziet wereldwijd, maar specifiek in Afrika, dat de ruimte van het maatschappelijk middenveld krimpt. Dat is verontrustend, juist omdat in de praktijk de overheid en het maatschappelijk middenveld elkaar goed kunnen versterken. Zij zijn niet elkaars concurrenten, want ze streven uiteindelijk vaak dezelfde doelstellingen na. Zeker als het gaat om vrede en veiligheid.”
Op naar Niamey
Nu de Afrikastrategie er is, zit het er op het ministerie in Den Haag bijna op voor Onno. Hij vindt het tijd om de strategie in praktijk te brengen. Als echte Afrika-expert met verschillende plaatsingen op het Afrikaanse continent, zal hij komende zomer beginnen als plaatsvervangend ambassadeur en hoofd ontwikkelingssamenwerking in Niger. Wat Afrika zo interessant maakt? “De diversiteit van het continent vind ik interessant. Ik ben blij dat ik weer op een ambassade ga werken, omdat ik dan dichterbij de werkelijkheid en lokale context van een land zit. Ik haal mijn motivatie uit het leren van wat die andere context en cultuur is en hoe we op een positieve manier vorm kunnen geven aan onze samenwerking. Niger is het armste land ter wereld en terwijl veel problemen daar samenkomen is het ook nog eens het land met de snelst groeiende bevolking ter wereld. Ik kijk ernaar uit om een bijdrage te leveren op al die thema’s die terugkomen in de Afrikastrategie.”