Tekst Laura Best & Abel Hartman
Foto ©Ministerie van Defensie

Op 13 november openden de ministers van Defensie van Nederland en Roemenië, Kajsa Ollongren en Angel Tîlvăr, gezamenlijk het Europese F-16-trainingscentrum (EFTC) in Fetești in Roemenië. Het centrum zal naast Roemeense vliegers ook Oekraïners gaan opleiden om de jachtvliegtuigen te besturen. Hiermee levert Nederland een belangrijke bijdrage aan president Zelensky’s roep om wings for freedom.

Europese F-16-trainingscentrum (EFTC)

Oekraïne verdedigt zich al meer dan 600 dagen tegen de voortdurende illegale Russische agressie. Om Oekraïne te helpen deze indrukwekkende weerstand te kunnen voortzetten heeft Nederland sinds 24 februari 2022 al meer dan €2 miljard aan militaire steun geleverd. Voor volgend jaar heeft het kabinet ruim €2 miljard aan extra steun gereserveerd. Deze steun bestaat niet alleen uit leveringen van wapens en non-lethale goederen zoals veldhospitalen of rantsoenen, maar onder andere ook uit training voor maximale effectiviteit van materieel.

Met het EFTC kunnen nu dus ook Oekraïense vliegers worden opgeleid. De eerste vijf Nederlandse F-16’s zijn begin november in Roemenië gestationeerd. In totaal zal Nederland tot achttien F-16’s beschikbaar stellen voor training. De jachtvliegtuigen blijven eigendom van Nederland en zullen alleen in het NAVO-luchtruim vliegen voor de trainingen. F-16 fabrikant Lockheed Martin zal in Roemenië de trainingen verzorgen. Naar verwachting worden de eerste Oekraïners begin volgend jaar opgeleid.

Minister Ollongren noemde het centrum “een uniek voorbeeld van toekomstige Europese defensiesamenwerking”, waarbij verschillende landen én de industrie samenwerken om de Europese veiligheid te versterken. 

Nederland spant zich samen met andere landen in om Oekraïne van een duurzaam inzetbare F-16 capaciteit te voorzien. Samen met Denemarken werd in juli de F-16-trainingscoalitie opgericht, waarin 15 landen samenwerken om F-16 vliegtrainingen mogelijk te maken. Het gaat daarbij echter niet alleen om het trainen van piloten. Om een F-16 duurzaam in te zetten is ook getraind grondpersoneel nodig, zoals monteurs en missieplanners, en speciale infrastructuur. Nederland en Denemarken hebben in augustus de intentie uitgesproken om F-16’s te leveren aan Oekraïne. Ook Noorwegen heeft toestellen toegezegd.

Kajsa Ollongren
Minister Ollongren in gesprek met de piloten.

Levering

Er zijn dus nog verschillende stappen te zetten voordat Oekraïne gebruik kan maken van de Nederlandse jachtvliegtuigen. Ook zal voor de levering eenzelfde exportcontroletoets gedaan worden als voor elk ander militair goed dat uit Nederland wordt geëxporteerd, namelijk aan de hand van de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport en het Wapenhandelverdrag. Zo wil Nederland voorkomen dat systemen of onderdelen in de verkeerde handen vallen of ingezet worden op een manier die in strijd is met het internationaal recht.

In ieder geval is het duidelijk dat een eerste cruciale stap is dat er voldoende opgeleide Oekraïense piloten zijn die F-16’s kunnen besturen. Het Europese trainingscentrum levert hier een belangrijke bijdrage aan.

Lees het volgende artikel - De Nederlandse inzet tegen ruimtedreigingen.