Tekst Imke Bruining

Tussen 25 november, de Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen, en 10 december, de Internationale Mensenrechtendag kleurt de wereld oranje om geweld tegen vrouwen en meisjes te belichten. Een op de drie vrouwen wereldwijd heeft te maken met seksueel of fysiek geweld. Een grootschalig, structureel probleem met vergaande gevolgen voor iedereen, waar tijdens de Orange the World-campagne aandacht aan wordt besteed. Geweld tegen vrouwen heeft verstrekkende gevolgen voor de hele samenleving; het creëert een onveilige situatie voor slachtoffers en hun omgeving, het belast gezondheidssystemen, kost volgens VN Vrouwen wereldwijd jaarlijks €1,5 miljard en knaagt aan de sociale cohesie en stabiliteit van de samenleving. De Orange the World-campagne is daarom ook voor Buitenlandse Zaken een belangrijk moment om aandacht aan te besteden. Hoe zet het ministerie zich in om geweld tegen vrouwen tegen te gaan?

Geweld tegen vrouwen als veiligheidsrisico

Geweld tegen vrouwen is ook een kwestie van nationale en internationale veiligheid en kan verschillende vormen aannemen. Seksueel geweld wordt structureel toegepast als oorlogswapen dat samenlevingen ontwricht en gemeenschappen uit elkaar drijft. Het zijn overwegend – maar zeker niet alleen – vrouwen en meisjes die doelwit zijn met langdurige gevolgen, ook al door het stigma rondom de slachtoffers van seksueel geweld. Volgens UN Action hebben tussen 2010 en 2022 ten minste 72 partijen, zowel statelijke als niet-statelijke actoren, seksueel geweld tegen vrouwen tijdens gewapend conflict uitgeoefend. De effecten hiervan zijn verstrekkend.

In conflictsituaties worden vrouwen daarnaast meestal in een passieve positie geplaatst: hun belangen en perspectieven worden onvoldoende meegewogen. Ter illustratie: minder dan 10% van de vredesonderhandelaren is vrouw. Misbruik en uitsluiting van vrouwen vermindert de kans op succesvolle vredesakkoorden. Dit is zorgelijk, zeker nu, gezien seksueel geweld tegen vrouwen in conflictsituaties het afgelopen jaar is verdubbeld. Vrede is duurzamer wanneer vrouwen betrokken worden bij de totstandkoming ervan.

Vrouwen, Vrede en Veiligheid

Via de Vrouwen, Vrede en Veiligheidsresolutie (WPS) van de VN Veiligheidsraad is Nederland al 25 jaar gecommitteerd aan de bescherming van vrouwen in conflictsituaties en het betrekken van vrouwen in vredes- en veiligheidsprocessen. De overheid zet zich met het vierde Nationaal Actieplan 1325 op verschillende manieren in om de resolutie na te leven. Zo worden er programma’s gefinancierd om de participatie van vrouwen binnen vredesoperaties te vergroten, vraagt Nederland via diplomatieke wegen aandacht voor WPS-belangen en werken BZ en Defensie aan het vergroten van het bewustzijn op het gebied van gender binnen de hele organisatie. Ook in NAVO-verband wordt er gewerkt aan de WPS-agenda. Het nieuwe WPS-beleid van de NAVO is in 2024 gepubliceerd en zet in op de integratie van gender door alle drie de kerntaken heen. Tijdens de NAVO-top in Washington noemde Secretary of State Blinken de integratie van de WPS-agenda cruciaal voor de effectiviteit van het bondgenootschap nu en in de toekomst.

Majoor Caroline Burger is militair genderadviseur binnen de Directie Operaties bij Defensie en onderdeel van het genderexpertise netwerk binnen Defensie. Daar zet zij zich in – mede op basis van het Defensie Actie plan (DAP) 1325 – om bewustzijn te creëren en genderperspectief te integreren in alle activiteiten van Defensie binnen en buiten Nederland.

Zo worden er gender awareness-trainingen verzorgd en gendergerelateerde aspecten meegenomen in de voorbereiding, planning en uitvoering van missies onder het motto “voorkomen is beter dan genezen”. Genderanalyses van het missiegebied dienen om verschillende rollen en gedragspatronen van mannen en vrouwen in een conflict in kaart te brengen. Om deze contextspecifieke kennis op te doen is de samenwerking met lokale organisaties betrokken bij het NAP1325 cruciaal. Tijdens de uitzending houden gender adviseurs contact met een aanspreekpunt binnen de missie, zodat (onvoorziene) casussen, zo goed mogelijk kunnen worden behandeld.

Casus: Oekraïne

Ook in het kader van Oekraïne zetten BZ en Defensie zich in om onevenredige effecten van de oorlog op vrouwen en meisjes te verminderen en rekening te houden met hun specifieke ervaringen en behoeften.

Concrete voorbeelden hiervan zijn de bijdrage van de militaire genderadviseurs aan verschillende bijeenkomsten met Oekraïense tegenhangers, de ondersteuning van de Oekraïense militaire academie in het kader van gendersensibilisatie en de levering van uniformen in passende maten voor vrouwelijke soldaten. Dit verbetert het functioneren van vrouwen die actief bijdragen aan het gevecht.

Ook werkt BZ nauw samen met Oekraïense maatschappelijke vrouwenorganisaties. Dit soort organisaties spelen een belangrijke brugfunctie tussen de samenleving en de autoriteiten en dragen bij aan het verbeteren van de informatiepositie. Hierdoor kan Nederland adequater hulpgoederen leveren, zowel van materiële als non-materiële aard. Daarbij heeft Nederland zich tijdens de Ukraine Recovery Conference aangesloten bij de Alliance for Gender-Responsive Recovery of Ukraine, financiert Nederland het Ukrainian Women’s Fund in Oekraïne voor de ontwikkeling van een Oekraïens NAP1325, en steunt Nederland projecten op het gebied van gendergelijkheid in Oekraïne.

Een blik op de toekomst

In Oekraïne is de Nederlandse inzet en betrokkenheid op het gebied van gender en vrouwen in gewapend conflict goed zichtbaar. In 2025 wordt het thema gender bij het ministerie van Defensie nog meer onder de aandacht gebracht. Het thema moet meer gaan spelen, en minder als “vrouwenprobleem” worden gezien, zegt Caroline Burger. Gendergerelateerd geweld beperkt zich niet alleen tot vrouwen, en moet tijdens de opleiding, begeleiding en oefening van Nederlandse militairen meer aan bod komen.

We kunnen het ons niet langer veroorloven om genderperspectieven en de positie van vrouwen niet mee te nemen in het bredere veiligheidsverhaal, en de helft van de wereldbevolking buiten beschouwing laten wanneer we praten over vrede en stabiliteit. Ons veiligheidsbeleid en onze samenlevingen worden weerbaarder wanneer we ons bewust zijn van deze dynamiek en hier effectief op kunnen reageren en anticiperen.

In de woorden van Anthony Blinken tijdens de NAVO-top in Washington: “This is not just a women’s issue. It’s a national security issue. It’s an economic issue. And yes, a moral issue as well.”

Volgende artikel: Terugblik analist Bob Rehorst op missie in Somalië