Foto Josje Deekens
Petra Delsing is kwartiermaker artificial intelligence (AI). Dat betekent dat ze haar collega’s bij IenW helpt nadenken over het mogelijk toepassen van AI bij het behalen van de beleidsdoelen. Ze is er dus niet om projecten met kunstmatige intelligentie op te starten binnen het ministerie. De kwartiermaker ‘loopt vooruit en maakt het tentenkamp klaar’, zoals Petra het omschrijft. Dat doet ze samen met trainees Nina Buwalda en Sterre Romkema en een aantal stagiairs die samenwerken met de beleidsdomeinen.
AI is zo’n thema waarvan iedereen het idee heeft dat het onvermijdelijk is en alles ingrijpend gaat veranderen. Dat is tegelijkertijd spannend en opwindend, maar ook eng en misschien wel bedreigend. Bij deze vaststelling pakt Petra er meteen het laatste WRR-rapport bij: Opgave AI. De nieuwe systeemtechnologie. ‘Zij zeggen: je moet AI zien als elektriciteit, het is een systeemtechnologie. Je hebt geen idee wat het allemaal gaat betekenen, maar véél. Daarom is kennis en awareness zo belangrijk. Wat kan het wel, wat kan het niet en wat is wenselijk? Ook in AI zitten altijd fouten.’
Ze vervolgt: ‘Het allerslimste is de combinatie van mens en AI. Die kunnen heel verschillende dingen. AI kan eindeloos dirty, dull & dangerous werk doen, en mensen hebben veel gezond verstand. Wij snappen allemaal dat een piepklein verkeersbordje naast de weg geen echt verkeersbord is. Geef AI daarentegen een miljard data en het herkent 17 patronen. Dat is een mooie combinatie om samen mee aan de slag te gaan, waarbij de mens wel echt de baas is.’
Weten wat er kan
Petra, Nina en Sterre hebben in 2021 hard gewerkt aan kennis en awareness met webinars, nieuwsbrieven, gesprekken en presentaties. Sterre: ‘We willen graag laten zien wat AI kan betekenen voor IenW. Niet heel technisch ingestoken, maar met praktijkvoorbeelden die tot de verbeelding spreken, zodat je kan zien wat AI nou eigenlijk inhoudt en kan.’
Petra: ‘Wij zeggen nooit: dit moet je doen. Maar soms is AI handig, bijvoorbeeld als je een miljard data wil sorteren, of meer dan 400 variabelen hebt, of wanneer iets redelijk simpel maar gewoon heel véél werk is. We zijn niet van de club ‘wij willen zoveel mogelijk AI-toepassingen’. We willen dat collega’s weten wat er kan. Dat ze er over nadenken en áls ze het doen, dan netjes.’
Ethische richtlijnen
Netjes is een ander woord voor ethisch. Er is zo veel mogelijk met AI, dat het van het grootste belang is dat de technologie niet op de loop gaat met morele principes. Daarom wordt nu de laatste hand gelegd aan een AI Impact-Assessment. Het is een lijst met 86 vragen die helpen om kritisch na te blijven denken: We starten een AI-project op, waar moeten we aan denken? Waar komt onze data vandaan? Wat is het beoogde doel? Hoe willen we dat realiseren met het model? Kan dat niet op een andere manier?
Petra: ‘We anticiperen er ook mee op Europese wetgeving, nemen de input mee van collega’s, het rapport van de Algemene Rekenkamer, je kan het zo gek niet verzinnen. Als je echt wil weten of je ethisch en verantwoord met AI omgaat, dan zijn dit de vragen die je moet stellen.’
Voorspelbaar onderhoud
Een geslaagd voorbeeld van een AI-toepassing is voorspelbaar onderhoud bij Rijkswaterstaat. In het Twentekanaal wordt als proef onder andere de data van de motoren van de gemalen ontsloten. Op basis van deze data is op een gegeven moment geconstateerd dat er iets aan de hand was. Petra: ‘Iedereen dacht, dat kan helemaal niet. Maar ze zijn toch met een duiker gaan kijken en jawel hoor, flinke keien vlak voor het gemaal. Toen konden ze gelukkig op tijd ingrijpen, want anders was de hele installatie kapotgegaan en zou het gemaal voor een langere tijd niet beschikbaar zijn geweest.’
Een ander voorbeeld van Rijkswaterstaat zijn de weginspecteurs. Petra: ‘Je weet dat er altijd ongelukken gebeuren op de weg, maar niet precies waar en wanneer, anders zou je er wat aan doen. Maar op basis van historische data van miljoenen incidenten van de laatste 10 jaar en patronen in die data kan AI aangeven: Ga dáár in de buurt rijden, want daar is een verhoogde kans op incidenten.’