Tekst Luc van Koppen
Foto boven: Esther van Garderen, directeur Fietsersbond. Alle foto's (c) Fietsersbond

Ze begonnen als klassieke protestorganisatie in de jaren '70. Inmiddels hebben ze zich ontwikkeld tot professionele belangenbehartigers met lokale en Europese vertakkingen: de Fietsersbond zet zich al decennia in om meer ruimte voor de fiets te creëren.

“We hebben onlangs analyses gemaakt van alle coalitieakkoorden van de grotere steden in Nederland. Wat we zien is dat de fiets op lokaal niveau volstrekt apolitiek is geworden. Het is niet links of rechts, alle steden zetten de fiets op plek één als het gaat om ruimte in de stad.”

Esther van Garderen, directeur van de Fietsersbond, is blij met de positieve ontwikkeling, maar wijst er tegelijk op dat de slag naar de praktijk nog achterblijft: “We willen boter bij de fiets. Het is allemaal mooi opgeschreven en papier is geduldig. Maar kijk eens hoeveel stilstaande auto’s er nog steeds langs de grachten in Amsterdam staan. Dat is enorm. Er is nog heel veel te doen. Kijk eens naar Parijs. Daar pakken ze nu echt door. Hele straten worden autoluw gemaakt, bijvoorbeeld langs de Seine. En waarom worden er niet meer steden als Houten gebouwd?”

“Houten is speciaal ontworpen voor de fiets. Bij de ruimtelijke inrichting stond de fiets hier ook in de praktijk op één. Houten is de fietshemel op aarde. Deze maand (november, red.) ontvangen we onze Europese partners in Houten om ze dit te laten zien. Houten is prachtig maar best gek dat het nooit navolging heeft gehad in Nederland.”

Goede stappen

Houten fietsstad
Fietsstad Houten

Vinden jullie dat er voldoende belangstelling is voor de fiets in Nederland?

“Jazeker. Ik vind dat er hele goede stappen worden gezet nu. Ik ben bijvoorbeeld heel blij met het besluit dat IenW eerder dit jaar nam om structureel geld uit te trekken voor de fiets [6 miljoen vanaf 2024]. Dat is een betekenisvolle doorbraak. Ook heel mooi zijn de woningbouwakkoorden waarin de regio’s serieus geld voor de fiets uittrekken, en dat is ook gehonoreerd. Dat zien we als groot nieuws.”

Museumplein

Museumplein Amsterdam jaren 70
Museumplein Amsterdam, 1975. Fietsers voeren actie tegen de hegemonie van de auto in de stad.

Het is niet te vergelijken met hoe het allemaal begon voor de Fietsersbond. Aanleiding was onder andere het plan van de gemeente Amsterdam in 1975 om een fly-over te maken langs het Rijksmuseum. De verkeersveiligheid was in die tijd dramatisch; dagelijks werden er kinderen op de fiets naar school aangereden, vaak met dodelijke afloop. Van Garderen: “De fiets werd totaal uit het systeem gedrukt. Men vond toen dat arbeiders de bus moesten nemen of een Opel Kadet moesten aanschaffen. Toen Amsterdam met dat plan voor een fly-over kwam, werd er een actie door fietsers georganiseerd op het Museumplein. Daarmee werd de basis gelegd voor de Fietsersbond.”

Inmiddels is er een landelijk bureau in Utrecht, zijn er 170 lokale afdelingen met zo’n 2000 vrijwilligers en is er een Europese organisatie. De vrijwilligers zetten zich in met acties voor fietsverlichting, organiseren fietscafé’s, en geven bijvoorbeeld ouderen trainingen in het veilig fietsen in het programma Doortrappen, dat IenW samen met de provincies heeft opgezet.

"Wat we zien is dat de fiets op lokaal niveau volstrekt apolitiek is geworden. Het is niet links of rechts, alle steden zetten de fiets op plek één als het gaat om ruimte in de stad.”

Esther van Garderen heeft naar eigen zeggen de leukste baan van Nederland. “Er is enorm veel enthousiasme bij de vrijwilligers. Mijn hart springt regelmatig op als ik zie wat ze allemaal organiseren. Het gaat de goede kant op met de fiets maar er is dus ook nog genoeg te doen.”

De Fietsersbond krijgt subsidie van IenW, maar blijft een onafhankelijke positie houden. “We laten ons echt wel horen als de Afsluitdijk voor zes jaar afgesloten wordt voor fietsers. Of als er in wegprojecten te weinig ruimte is voor de fiets. We zitten niet bij IenW op schoot, maar de relatie is goed en prettig. Ik vind dat Team Fiets van IenW veel voor elkaar heeft gekregen. En er is nog steeds veel te doen.”

Fietsarmoede

Eén van de punten die jullie samen met IenW gaan oppakken, is de aanpak van fietsarmoede. Wat houdt dit in?

“Eén op de tien kinderen in Nederland heeft geen fiets wegens gebrek aan geld. De meeste kinderen in Rotterdam-Zuid hebben geen fiets. Dat is een zorgelijke ontwikkeling. Daar willen we meer aan doen; we willen graag verder met het programma Heel Holland Fietst.

Er is bijvoorbeeld een leuk project in Utrecht-Overvecht waar kinderen die bij de voedselbank komen, een abonnement kunnen krijgen voor een fiets. Als een fiets kapot gaat of hij wordt te klein, dan repareren we die. Of ze krijgen een andere als ze hun oude inleveren. We zouden graag meer van dergelijke projecten willen opzetten en daar hebben we het over met IenW. Het past goed bij de ambitie van IenW om vervoersarmoede aan te pakken.”