Tekst Miranda Spek
Foto Peter Hilz, ANP

Op de cover van de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie prijkt de trotse titel ‘No guts, no Hollands glorie!’ Die glorie verwijst natuurlijk naar hoe Nederland al eeuwenlang schepen bouwt en geroemd wordt om zijn maritieme kennis en kunde. Maar op roem alleen kun je niet teren. No guts staat dan ook voor de constatering dat er veel op het spel staat als we niet keihard aan de slag gaan om onze maritieme maakindustrie bloeiend en toekomstbestendig te houden.

Onze maritieme maakindustrie staat onder druk. Hoog tijd dus voor een staaltje Hollands lef! In het belang van onze veiligheid, onafhankelijkheid en economie moeten we zelf weer meer schepen ontwerpen, bouwen en onderhouden. Om het tij te keren, slaan het Kabinet en de maritieme sector de handen ineen. Dimitri van Rijn en Kees van der Staaij vertellen hoe.

‘Niet afhankelijk zijn van andere landen’

Dimitri van Rijn is Kwartiermaker Rijksregiebureau Maritieme Maakindustrie bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en vertelt hoe de sectoragenda gaat helpen. "Samenwerken aan nieuw industriebeleid met maar liefst vijf ministeries en de sector zelf. Dat was spannend, maar ook hard nodig. Nederland is de afgelopen decennia een enorm deel van haar mondiale marktaandeel in de scheepsbouw kwijtgeraakt aan Azië. Van 45% procent in de jaren ’80 naar 4% nu."

"We ervaren de laatste jaren hoe belangrijk het is om niet afhankelijk te zijn van andere landen. Denk aan militaire veiligheid, het behoud van droge voeten, de energietransitie en onze infrastructuur op zee. Vitale belangen, die vragen om een sterke nationale marinebouw."

Dimitri van Rijn: “Nederland is een groot deel van het mondiale markaandeel kwijtgeraakt.” Foto: Alyssa van Heyst.

"Om ons te verdedigen moeten we bijvoorbeeld zelf oorlogsschepen bouwen. Maar ook baggerschepen waarmee we onze rivieren diep en breed houden en schepen waarmee we zelf onze kustverdediging op orde houden. Als het water hoog is en dijken doorbreken, mogen we niet afhankelijk zijn van andere landen. We hebben dus kennis en kunde nodig en een industrie die al die schepen kan bouwen. En dan heb ik het nog niet eens over de toegevoegde waarde voor onze economie: zo’n 72 miljard euro, 600.000 arbeidsplaatsen en 23.000 bedrijven."

"Daarom zet de overheid nu samen met de sector een stap naar voren. We moeten onze maritieme maakindustrie niet alleen behouden en versterken, maar ook moderniseren, concurrerender worden en intensiever gaan samenwerken. De sectoragenda met daarin vijf heldere actielijnen, knelpunten, oplossingsrichtingen en maatregelen, gaat ons daarbij helpen. Net als het Rijksregiebureau dat we nu aan het opzetten zijn en dat vanaf 1 september hét aanspreekpunt wordt voor de hele sector."

Presentatie van de sectoragenda Maritieme Maakindustrie vond plaats op de scheepswerf van de RDM Campus in Rotterdam.
De presentatie van de sectoragenda op de RDM Campus in Rotterdam. Links in het rood minister Micky Adriaansens (EZK), centraal staat gezant Marja van Bijsterveldt, en derde van rechts minister Mark Harbers (IenW). In de rest van het gezelschap vertegenwoordigers van de maritieme sector en de Koninklijke Marine. Foto: Lorraine Groeneveld, IenW.

Oud SGP-Tweede Kamerlid Kees van der Staaij is Gezant Maritieme Maakindustrie. "Wat mij enthousiast heeft gemaakt voor de sectoragenda Maritieme Maakindustrie, is dat je door het te koppelen aan onze nationale belangen, direct voelt dat er nogal wat op het spel staat! Het besef van kwetsbaarheid bij zowel de departementen als de sector heeft ervoor gezorgd dat er nu één agenda is met actielijnen die écht van ons samen zijn. En dat betekent dat er dus zowel van de sector als van het Rijk het nodige verwacht wordt."

‘Nu begint het taaie gedeelte’

"Een prachtig resultaat, maar als oud-Kamerlid weet ik dat nu het taaie gedeelte begint. Het duwen en trekken, volhouden en vasthouden, zeg maar. Als we willen dat deze agenda voor een ommekeer zorgt, dan moeten we onze krachten bundelen. Neem bijvoorbeeld de actielijn ‘Inkopen’. Het Rijk is zelf ook inkoper van schepen, maar tot nu toe lag de focus vooral op het beste product voor de beste prijs en werden nationale belangen als strategische autonomie en veiligheid onvoldoende meegewogen. We moeten dit dus gaan verankeren in het aanbestedingsbeleid van de overheid."

"Gelukkig spreekt het wel tot de verbeelding. Iedereen weet dat we een land zijn met een lange maritieme geschiedenis en dat dit dus niet op de tekentafel verzonnen is. Ik hoop dat we samen een gevoel creëren van ‘kom maar weer op met dat Hollands glorie!’ en daarmee aan de bak gaan."

Geprinte pont voor Olympische Spelen

Bij scheepswerf Holland Shipyards Group in Hardinxveld Giessendam staan innovatie en ‘groen’ op nummer 1. En die komen perfect samen in de 3D geprinte autonome, elektrische passagiersveerboot die deze zomer tijdens de Olympische Spelen in Parijs over de Seine vaart. Directeur Marco Hoogendoorn is trots op het eindresultaat dat ze samen met het Amsterdamse Roboat en het Franse Sequana Développement hebben ontwikkeld. ‘Geen makkelijke klus’, zegt hij er gelijk achteraan. ‘Dat printen was een stuk moeilijker dan we dachten. Maar het eindproduct is prachtig en een mooi voorbeeld van hoe toekomstige mobiliteit in steden eruit kan zien.’

Gezelschap met daarin Koning Willem-Alexander en Kees van der Staaij krijgt een rondleiding op de werf
Kees van der Staaij tijdens een bezoek van Koning Willem-Alexander aan de Holland Shipyards Group in Hardinxveld-Giessendam. Het bezoek stond in het teken van de Maritieme Maakindustrie. Foto: Richard van Hoek Fotografie/ANP Hollandse Hoogte.

Belangrijk voor de sector

Hoogendoorn is blij met de sectoragenda Maritieme Maakindustrie, het Maritiem Masterplan en de nieuwe gezant Kees van der Staaij. "Zoals gezegd innoveren wij veel. Er is in Nederland weinig mogelijk voor werven, die komen er qua subsidies vaak bekaaid af. Interne digitalisering is iets waar voor ons nog wel een uitdaging ligt. We zijn dan ook zeker geïnteresseerd in het Maritiem Masterplan."

"Ik vind het mooi om te zien hoe zichtbaar en benaderbaar de heer Van der Staaij is. Dat is belangrijk voor de sector. Net als het Rijksregiebureau dat nu wordt opgezet. Het is vaak erg onduidelijk bij welk ministerie je nu precies moet zijn. Ook klachten worden niet centraal gehoord. Wij krijgen bijvoorbeeld te maken met de afsluiting van een brug die erg nadelig is voor onze werf. Het is handig als je zoiets dan kunt melden bij één loket met de wetenschap dat je klacht wordt gehoord en opgepakt."