Technologieën ontwikkelen altijd verder. Steeds zijn er weer nieuwe toepassingen van die technologieën. Nieuwe risico’s zijn onzeker. De kennis erover is veranderlijk. De optimale beheersstrategieën zijn dat ook. En met enige regelmaat worden effecten (of het uitblijven daarvan) geconstateerd. Hoe houd je zicht op zo’n beweeglijk speelveld?

Monitoring en evaluatie: hoe houd je een vinger aan de pols?

Juist bij zo’n dynamisch onderwerpsgebied als nieuwe technologieën en onzekere risico’s is het van belang dat op een goede manier de vinger aan de pols wordt gehouden. Doordat het vaak ontbreekt aan goed ontwikkelde meetmethoden en risico-indicatoren is dat moeilijk. Er is dan ook niet aan te ontkomen dat verschillende observatiemethoden naast elkaar worden toegepast, en met een relatief hoge waarnemingsfrequentie.

Een eerste antwoord

Zorg ervoor dat je op twee terreinen de ontwikkelingen volgt (bijvoorbeeld via de literatuur, internet en social media) en/of je daarover laat informeren:

1. Het eventueel optreden van daadwerkelijke nadelige effecten of incidenten in verband met de nieuwe technologie;
2. (Nieuwe) toepassingen van de technologie en de verspreiding van die toepassingen over de markt en in producten.

Zorg daarnaast dat je bent aangehaakt bij wetenschappelijke publicaties en fora die je zicht bieden op:

3. De ontwikkeling van fundamentele kennis over de nieuwe risico’s en de beheersing daarvan.

En tot slot is het zaak met enige regelmaat (niet minder dan eens in de paar jaar) stil te staan bij:

4. De aansluiting van de beleidsmatige aanpak van de nieuwe risico’s bij de ontwikkelingen in de wetenschappelijke kennis en de maatschappelijke praktijk.

Voorbeeld

Voor dit type monitoring rondom nanotechnologie is bij het RIVM het Kennis- en Informatiepunt Risico’s van nanotechnologie (KIR-nano) ingesteld. Eén van de taken van KIR-nano is: ‘signaleren van risico’s rond nanotechnologie en ontwikkelingen daarin voor mens en milieu’. Voor de mens richt KIR-nano zich op de risico’s voor de werknemer, consumenten en patiënten. Het gaat daarbij om arbeidshygiëne, voeding, consumentenproducten, geneesmiddelen en medische technologie. Voor milieu heeft KIR-nano oog voor blootstelling van het milieu van de productie- tot de afvalfase van nanomaterialen. Daarnaast is het gedrag van nanomaterialen in de verschillende milieucompartimenten en de effecten op organismen een belangrijk onderwerp.

Voorbeeld

Consumenten komen in het dagelijks leven producten tegen waarop staat dat ze met nanotechnologie geproduceerd zijn of nanomaterialen bevatten. Soms is dit inderdaad het geval, maar soms wordt ‘nano’ gebruikt als marketinginstrument en is het gebruik ervan niet bewezen. Welke producten bevatten nanomaterialen? In 2007 heeft het RIVM een inventarisatie gepubliceerd van consumentenproducten met nanomaterialen die in Europa verkrijgbaar zijn. Hiervan is in 2010 een update gepubliceerd.

Verdieping

In totaal zijn er vier terreinen waarop het van belang is een vinger aan de pols te houden.

  1. Monitoring van risico’s en effecten
    Juist omdat niet altijd zeker is om welke soort risico’s en effecten het gaat, kan het van belang zijn een fijnmazig netwerk op te bouwen van actuele informatiebronnen. Denk aan bronnen bij observatoria, vergunningverleners, testlaboratoria, toezichthouders, andere binnen- en buitenlandse overheden, kennisinstituten.
  2. Monitoring van ontwikkelingen en toepassingen
    De ontwikkelingen van innovaties en toepassingen kunnen snel vele kanten op gaan en lastig te volgen zijn. Tegelijk kan de diffusie van een technologie naar de markt op allerlei plaatsen tot blootstelling en mogelijke risico’s leiden. Een toepassing kan aanvankelijk als een nieuw speeltje op de markt komen of ogenschijnlijk van beperkt nut lijken, terwijl in tweede instantie, met nieuwe toepassingen, pas het brede maatschappelijk nut duidelijker wordt (bijvoorbeeld bij drones). Andersom kan blijken dat een aanvankelijk veelbelovende nieuwe technologie (voorlopig) niet wordt toegepast (bijvoorbeeld schaliegas). Om zicht te houden op nieuwe ontwikkelingen kan het nodig zijn om van tijd tot (afhankelijk van de snelheid van ontwikkelingen op de markt) inventarisaties uit te (laten) voeren, bijvoorbeeld in samenspraak met branche- of gebruikersorganisaties of door onderzoeksinstanties of -bureaus.
  3. IJken van onzekerheid
    
Met het voortschrijden van de wetenschap kunnen risico’s minder onzeker worden (of kunnen juist nieuwe onzekerheden in beeld komen) en kunnen nieuwe meetmethoden en beheersmaatregelen in beeld komen. Van tijd tot tijd (minimaal eens in de paar jaar) is het daarom zaak de nieuwste inzichten in kaart te (laten) brengen.
  4. Evaluatie van de voorzorg / het risicobeleid
    Alle hiervoor beschreven ontwikkelingen maken dat het overheidsbeleid met enige regelmaat kritisch tegen het licht gehouden moet worden. Er zal daarom ten minste af en toe reflectie op dat beleid moeten plaatsvinden, waarbij geldt dat vooral buitenstaanders een frisse onafhankelijke blik kunnen inbrengen. Van tijd tot tijd een onafhankelijk evaluatieonderzoek laten doen, waarbij zaken als doelbereik, effectiviteit en doelmatigheid van het beleid worden beoordeeld, is al gauw beter. 
Wel geldt daarbij als aandachtspunt dat een klassieke beleidsevaluatie niet de beste vorm is. Zo’n type evaluatie kijkt strak naar de afzonderlijke bijdrage die de overheid levert aan de realisatie van een tevoren benoemde doelstelling. Bij voorzorg is de verwezenlijking van het doel (schade voorkomen) lastig vast te stellen, en al helemaal moeilijk op het conto te schrijven van één van de betrokken partijen (i.c. de overheid). Het is daarom vaak beter om andere evaluatievormen te overwegen, zoals een procesevaluatie of een lerende evaluatie.

Voorbeeld

Om zicht te bieden op de wetenschappelijke ontwikkelingen op het terrein van de biotechnologie brengt de COGEM (Commissie Genetische Modificatie), samen met de Gezondheidsraad en de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid), periodiek een zogenaamde Trendanalyse uit. Zoals de COGEM het beschrijft: “De Trendanalyse biotechnologie heeft tot doel een overzicht te geven van de biotechnologische trends en de daaraan verbonden kansen, mogelijkheden en morele dilemma's, ten behoeve van de Tweede Kamer.” In de trendanalyses worden meteen ook nieuwe toepassingen van de biotechnologie gesignaleerd.

Dit e-Magazine Beleidsgerei – handreikingen voor risico- en veiligheidsvraagstukken is ontwikkeld in het kader van het programma Bewust Omgaan met Veiligheid. Meer informatie over de inzichten en opbrengsten van dit programma leest u in het e-Magazine Bewust Omgaan met Veiligheid - Op weg naar een veilige en gezonde leefomgeving.