Tekst Sander Grip
Foto Valerie Kuypers
In de hal van het Haagse stadhuis, omhuld door het geroezemoes van vele honderden mensen, zitten Peter Noordanus, Esther van Dijk en George Rasker op een terras. Met zijn drieën vormen ze de spil van het aanjaagteam aanpak ondermijning, zoals ze het zojuist gedoopt hebben. “We hebben dit veel te lang laten sudderen, maar het ondergraaft de samenleving en dat mogen we niet langer toelaten.”
“Ondermijning is een meerkoppig monster dat tot in de haarvaten van onze samenleving reikt en de integriteit van die samenleving aantast”, stelt Rasker. “Het is letterlijk ondermijnend: criminelen halen de grond onder onze voeten vandaan.”
En dat wordt een steeds groter probleem, stelt oud-burgemeester van Tilburg Noordanus. “Ik zag hoe jongeren de criminaliteit werden ingelokt, hoe drugslaboratoria een gevaar vormden in de woonwijken waar ze stonden, hoeveel macht drugsgeld in de samenleving heeft. Dit is geen klein, maar een heel groot probleem. Gelukkig ziet het kabinet dat er tempo gemaakt moet worden met het aanpakken ervan.”
Twee doelen
Noordanus onderkent twee doelen: “Werk ten eerste als één geheel. Rijk, gemeenten en provincies moeten samenwerken met OM, politie en FIOD vanuit één perspectief en één aanpak. Dat maakt ons sterker. Ten tweede moeten we duidelijk maken dat het niet alleen een probleem is van de overheid, maar van ons allemaal. Mensen kunnen opstaan tegen misstanden in de wijk, bedrijven kunnen zich verweren tegen criminele praktijken.”
Esther van Dijk: “Het begint met scherpte. Denk na als iemand vraagt of je je zolder beschikbaar wilt stellen. De branchevereniging voor agrariërs kan stellen dat leegstaande loodsen niet onderverhuurd worden aan partijen die niet kunnen aantonen dat ze goede intenties hebben. Wij moeten coalities smeden met mensen en partijen die al dan niet bewust criminelen faciliteren, zodat zij weerbaarheid krijgen tegen criminaliteit.”
Leren
“Wij moeten het licht aandoen in de samenleving”, merkt Rasker op. “De overheid moet tonen welke gevaren er zijn en zij moet consequent handelen. Dan vergroten we de pakkans voor criminelen en maken het makkelijker voor burgers om nee te zeggen als de verleiding zich aandient.” Er gebeurt al veel, zijn de drie het met elkaar eens. Maar de inspanningen zijn niet groot genoeg. Er kan veel beter samengewerkt worden. Partijen kunnen laten zien wat zij doen, ze kunnen successen delen, van en met elkaar leren. “Breng je enthousiasme over op anderen”, stelt Noordanus. “Enthousiasme is het begin van succes. Nederland is klein, maar we slagen er toch nog steeds in op veel plekken hetzelfde wiel uit te vinden. Leer van elkaar, maak elkaar sterker.”
Niet denken maar doen
Om tot een gezamenlijke aanpak te komen, is het landelijk strategisch overleg aanpak ondermijning (LSOAO) opgericht, waaraan alle betrokken overheidsinstanties deelnemen. Van Dijk. “We zien hier enorm veel ambitie om ondermijnende criminaliteit aan te pakken.” Maar in een strategisch overleg gebeurt het niet, glimlacht Noordanus. “Belangrijk om de hoofdlijnen vast te leggen, maar een oud spreekwoord zegt: hoe hoger de schaal, hoe vager het verhaal. Wij moeten niet alleen denken, we moeten doen.”
Hoe nodig dat is, blijkt als Noordanus het doemscenario van nietsdoen schetst: “Je krijgt een situatie waarin de overheid niet de baas is, maar criminele bendes. Zoals de Camorra. Nou heb ik al eens de ambassadeur van Italië op mijn dak gehad toen ik dit toekomstbeeld schetste, maar ik zie het echt zo. Jongeren kiezen niet voor een eerlijke carrière maar voor het snelle geld en als rechtsstaat leg je het dan af. Dan valt de maatschappij uit elkaar. Er staat dus nogal wat op het spel.”
In het hart raken
Zijn woorden klinken wellicht gechargeerd, Noordanus hoeft zijn vorige baan in Tilburg maar voor de geest te halen om deze toekomst te zien doorschemeren: “Motorclubs waar de gemeente nauwelijks grip op had, een drugsindustrie met een omzet ter grootte van de gemeentelijke begroting. Dat is dus geen klein bier. En Tilburg staat niet alleen. Veel steden hebben een sociale opgave: hoe voorkom je dat mensen in de verleiding komen de criminaliteit in te gaan?”
Gelukkig zijn er wel goede voorbeelden en die voorbeelden bij elkaar gaan het verschil maken, stelt Rasker. “Ik vergelijk onze aanpak met een kraan die lekt. Het heeft geen zin steeds droge dweilen te halen, je moet die kraan repareren. Dat is wat goede voorbeelden kunnen bereiken: leren van elkaar en werken aan een oplossing in plaats van oplappen wat daarna toch weer misgaat. Zo zien we dat afpakken van crimineel verkregen geld een ijzersterk instrument is om misdadigers te raken. Dan tref je ze in het hart van hun business. En kijk naar de Spaansepolder in Rotterdam waar bedrijven zelf meewerken aan het verdrijven van louche praktijken uit dit gebied. Een aanpak waar andere steden van kunnen leren. Maar dan komen we weer op de reden dat er een aanjaagteam nodig is: er zijn goede voorbeelden maar we leren te weinig en het tempo waarin we leren moet omhoog.”
Wakker
Het ministerie van JenV neemt nu een coördinerende rol op zich, legt Van Dijk uit. “De minister heeft 100 miljoen om een gezamenlijke aanpak te steunen. We zijn nog in de opstartfase, maar ik zie nu al dat we elkaar opzoeken en luisteren. Iedereen wil een verschil maken.” Noordanus: “Mensen moeten zien dat we een vuist maken. We hebben te lang weggekeken van een probleem, dat je niet makkelijk ziet en dat lastig te bestrijden is.”
Rasker besluit: “Een wakkere samenleving met een overheid die daadkrachtig de bedreigingen van die samenleving aanpakt, daar moeten we op uitkomen.”