Dit artikel hoort bij: JenV Magazine 2
Grip op schulden
‘Door echt naast iemand te gaan staan, zie je wat beleid in de praktijk teweegbrengt’
“Om de realiteit van ons dagelijkse werk dichterbij te brengen, hebben we collega’s uitgedaagd een periode vrijwilligerswerk te doen met mensen die met justitie in aanraking komen. Vluchtelingen, ex-gedetineerden maar ook mensen met schulden. De uitdaging was naast iemand te gaan staan en als maatje mee te helpen zijn of haar leven weer vorm te geven. Het is co-coaching: je geeft en je krijgt. Je biedt hulp en krijgt inzicht in de leefwereld van mensen waar ons werk invloed op heeft. Hoe ziet hun wereld eruit? Waar lopen zij tegenaan? Dat inzicht verbetert je inlevingsvermogen en daarmee maak je betere beleidskeuzes. Keuzes die echt aansluiten op de samenleving, omdat je weet wat er aan de andere kant van jouw beleidskeuze speelt.
Wij werken aan wat we verbindend vakmanschap noemen. De rechtsstaat is afhankelijk van maatschappelijk vertrouwen en van verbinding tussen groepen. Als wij in ons werk beter omgaan met diversiteit en maatschappelijke scheidslijnen overbruggen, dan vormt ons werk, ons vakmanschap, een verbindende factor.
Als ambtenaren zitten wij ook maar in een bubbel, hoog in onze torens. Erken dat en investeer in het leren kennen van al die leefwerelden van de mensen voor wie je beleid maakt. Hun leefwereld kan zomaar totaal anders zijn dan die van jezelf.
Door samen te werken met verschillende maatschappelijke organisaties zijn we in staat ambtenaren in contact te brengen met mensen die een steuntje in de rug nodig hebben. Dit vrijwilligerswerk is natuurlijk individueel: je helpt één persoon. Voor het betrekken van doelgroepen bij je werk is meer nodig. Maar door op microniveau iemand te helpen, ga je zien wat het door jou ontwikkelde beleid in de praktijk teweegbrengt. Je gaat inzien hoe mensen redeneren, waar ze tegenaan lopen en hoe zij het contact met de overheid ervaren. Dáár kun je vervolgens rekening mee houden bij het maken van beleidskeuzes.
Ga naast iemand staan en zie dat het soms gewoon heel ingewikkeld is om in stressvolle situaties de goede dingen op de juiste manier te doen. En hoewel die ene persoon die je helpt nooit de norm kan worden voor een complete doelgroep, ga je wel de systeemfouten zien waarmee we soms onbedoeld drempels opwerpen voor mensen. Daar kun je iets mee in je werk. Dat kun je verbeteren. Soms is het maar een klein dingetje dat je ziet, maar het is altijd betekenisvol als je heroverweegt wat je aan het doen bent. Als ambtenaar ben je adviseur richting de politiek leiders. Dat betekent dat je alle kanten van een onderwerp laat zien, afwegingen helder in kaart brengt en inzicht geeft in de impact van een besluit. Door je verbindend vakmanschap te ontwikkelen via dit maatjesproject kun je een brug slaan naar beleid dat beter aansluit op de belevings- en leefwereld van de mensen op wie dat beleid zich richt.”
Cris Boonen, programmamanager ’Vertrouwen in tijden van onbehagen’
‘Je oordeel uitstellen, je vooroordeel wegstoppen, het leert me veel dat ik ook in mijn eigen leven kan toepassen
“Ik heb een financiële functie, werk dat hoog over de hoofden gaat. Bij onderwerpen als de slotwet of de najaarsmutaties is het moeilijk te benoemen welk individu ik er een dienst mee bewijs. De leraar heeft kinderen voor zich in de klas, de verpleegster heeft mensen in een bed. Die verbinding heb ik niet en daar had ik behoefte aan. Ik zat met de vraag: wie help ik nou eigenlijk? Ik vind een antwoord in het maatjesprogramma dat een brug legt tussen medewerkers van het departement en maatschappelijke organisaties die mensen helpen die hun problemen even niet zelf de baas kunnen.
Na mijn aanmelding was er een bijeenkomst met drie organisaties: New Dutch Connections dat er is om jonge vluchtelingen op weg te helpen, Exodus dat ex-gedetineerden bijstaat en Humanitas dat onder andere hulp biedt bij thuisadministratie. Die laatste sprak me aan, want zij zijn er voor mensen die het zicht zijn kwijtgeraakt op hun administratie en hun financiële situatie. Als vrijwilliger kun je helpen dat inzicht terug te geven. Je werkt aan iemands zelfredzaamheid. Zo begeleid ik nu iemand die dozen vol documenten heeft liggen uit de jaren 1998-2018 lukraak door elkaar heen. Samen zoeken we naar orde in al die papieren, zodat hij weer zicht krijgt op zijn eigen administratie. En via hem leer ik weer inzien dat het referentiekader bij ons in de toren van het bestuursdepartement anders is dan voor de gemiddelde persoon. Ik ben afgedaald van de 25ste verdieping naar iemands kelder en dat heeft mijn wereld- en maatschappijbeeld flink beïnvloed. Mijn relativeringsvermogen over míjn normen en waarden is enorm toegenomen. Waar ik aan gewend ben, dat is niet standaard.
De kunst is om in dit vrijwilligerswerk onbevooroordeeld te kijken. Je krijgt daarvoor een goede training van de organisatie namens wie je het doet. Dat is belangrijk, want je moet niks vinden, je oordeel uitstellen en je vooroordeel wegstoppen. Niks mag gek zijn en alles wat je aantreft is zoals het is. Van daaruit ga je een oplossing zoeken. Wat een mooi leerpunt voor je werk en je leven daarbuiten: niet oordelen, wel nieuwe kansen en mogelijkheden zoeken. Die les neem ik elke dag mee naar mijn bureau in die toren.
Ik merk wel dat je geschikt moet zijn voor deze vorm van begeleiding. Je mag de problemen niet op je eigen schouders nemen. Je moet mensen leren zelf de oplossing te organiseren. Tegelijk moet je je waardeoordeel loslaten. Je moet schakelen tussen je eigen denkbeelden en de wereld van iemand anders. Je leert jezelf beter begrijpen en beter in te zien wie de ander is en hoe je die kunt bereiken. Als je dat kunt, dan leert dit vrijwilligerswerk je veel dat je ook in je eigen leven kunt toepassen. Dat is breder dan je werk alleen: je ziet andere waarden en normen en krijgt een andere kijk op de wereld, op de mensen en de fenomenen die je in je werk adresseert. Hier doe je ervaringen op die je op een podium kunt zetten richting beleid: je ziet dingen waarvan je je afvraagt waarom dat in ons land zo is. Dat kun je laten horen. Al is het alleen maar dat iemand nog eens een keer overweegt wáárom we het ooit zo bedacht hadden.”
Onno de Jong, financieel adviseur ministerie van Justitie en Veiligheid (DGSenB)
‘Wij geven ambtenaren ervaringen mee die ze kunnen gebruiken om het beleid beter te maken’
“Wie goed beleid wil maken, moet weten waar mensen mee te maken hebben, waar vrijwilligers en hulporganisaties tegenaan lopen. Daar ligt de grote meerwaarde van het maatjesprogramma thuisadministratie waar het ministerie van Justitie en Veiligheid aan deelneemt. En wij helpen heel graag mee om ambtenaren ervaringen mee te geven die zij kunnen gebruiken om hun beleid beter te maken. Hen te laten zien hoe de belevingswereld is van de mensen voor wie dat beleid bedoeld is.
Humanitas geeft mensen tijdelijk een steuntje in de rug. Alles wat wij doen is erop gericht dat mensen binnen een jaar weer in staat zijn het zelf te doen. Of het nu gaat om je administratie op orde krijgen, hulp bij de opvoeding van kinderen of het opbouwen van een sociaal netwerk. Wij helpen je als je de regie over je leven terug wil pakken. Mensen met schulden schamen zich vaak voor hun situatie. Maar als je bij ons aanklopt, moet je jezelf blootgeven Dat betekent dat de band tussen de mensen die we helpen en vrijwilligers die hen bijstaan enorm belangrijk is; er moet blind vertrouwen zijn. Ik vind het heel mooi te zien dat JenV dit programma opgezet heeft en dat er zoveel medewerkers zijn die hierin willen meedraaien. Om anderen te helpen en om hun eigen werk, een ervaring rijker, beter te kunnen uitvoeren.
Toen ik bij Humanitas kwam werken, had ik ook nog het vaker gehoorde vooroordeel dat mensen in financiële nood eigenlijk altijd aan de onderkant van de maatschappij bungelen. Maar daar klopt echt helemaal niks van. Het kan iedereen overkomen. Je gaat scheiden en verliest je baan maar je blijft vasthouden aan je oude uitgavenpatroon. Voor je het weet, ben je door je reserves heen. Of oudere mensen van wie de partner altijd de administratie gedaan heeft. Als die partner wegvalt, weten ze niet wat ze moeten doen, terwijl ze ook nog rouwen om het verlies van hun partner. Het zijn zomaar twee voorbeelden die aantonen dat financiële problemen overal voorkomen. Het zijn niet alleen outcasts en zwakkeren. Er is maar een klein zetje nodig om af te glijden.
Dat we nu een koppeling maken met de overheid is voor ons en de deelnemers in onze programma’s heel waardevol. Bij de overheid werken de beleidsmakers en zij moeten weten wat zich in de praktijk afspeelt. Zij moeten zien waar maatschappelijke organisatie tegenaanlopen en waar de mensen die wij helpen mee zitten. Je kunt een vergadering houden, je kunt de krant lezen en tv kijken. Maar het gaat pas echt leven als je achter de voordeur komt. Als je de belevingswereld en de referentiekaders ervaart van de mensen voor wie je beleid maakt. Dát is de realiteit. En dat is wat we terug kunnen en willen geven in dit programma, een soort ‘ervaren voor ambtenaren’. Zij zien de uitdagingen die er in de uitvoering van het door henzelf bedachte beleid liggen. En door dit maatjesprogramma geven wij van Humanitas die terugkoppeling direct mee aan de mensen die een verantwoordelijkheid dragen naar de burgers toe.”
Ruben van Zeijl, consulent thuisadministratie en fondsenwerving Humanitas, district zuidwest
Voorkomen en terugdringen problematische schulden
Naar schatting 1 á 1,5 miljoen huishoudens in Nederland kampen met risicovolle of problematische schulden (CBS, 2016). Een zorgelijke ontwikkeling. In het Regeerakkoord neemt het kabinet zich dan ook voor het aantal mensen met problematische schulden terug te dringen en mensen met (risicovolle) schulden effectiever te helpen. Ook JenV en partners dragen hier actief aan bij.
Huur of hypotheek, gas, water, elektra, verzekeringen, belastingen, een duurder telefoonabonnement dat je recht geeft op het nieuwste model smartphone, een krediet voor nieuwe meubelen of een leasecontract voor een mooie auto, af en toe een boete voor te hard rijden of verkeerd parkeren…
Bijna ongemerkt hopen de financiële verplichtingen zich op, totdat ze voor sommige mensen op een kwade dag de mogelijkheid om te betalen of af te lossen overstijgen. Ook kunnen mensen te maken krijgen met een “life event”, zoals een echtscheiding of een sterfgeval in het gezin, waardoor het evenwicht in de financiële huishouding en het overzicht ineens weg is.
Enveloppes verdwijnen vanaf dat moment ongeopend in een la, of zelfs linea recta in de prullenbak, aanmaningen blijven op de mat vallen, incassobureaus komen er aan te pas, deurwaarders staan op de stoep: alle schuldeisers proberen, vaak ieder voor zich, nog zoveel mogelijk te plukken van de inmiddels vrijwel kale kip.
Het aantal huishoudens met problematische schulden (of huishoudens die een groot risico lopen om hierin verzeild te raken) is de laatste jaren flink toegenomen. Een zorgelijke ontwikkeling, die moet worden omgebogen, zo vindt het kabinet. Primair verantwoordelijk voor het schuldenbeleid is het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Maar ook Justitie en Veiligheid speelt in dit geheel een belangrijke rol.
Recht op verhaal
Zo is JenV verantwoordelijk voor het rechtsbestel. Enerzijds moet JenV ervoor zorgen dat het recht op verhaal door de schuldeiser in de wet geborgd is. Maar de wet moet iemand met schulden tegelijk ook voldoende ruimte bieden, zodat hij zijn verplichtingen kan nakomen.
- Om te komen tot een soepeler juridische afhandeling van schulden wil JenV dat schuldeisers voortaan eerst gaan onderzoeken of er een betalingsregeling mogelijk is. Pas als dit niet het geval blijkt, kan de zaak voor de rechter worden gebracht.
- Er komt een experiment met een “schuldenrechter”. Daarnaast gaat de Raad voor de Rechtspraak bekijken op welke wijze zij in de behandeling van zaken een bijdrage kan leveren in de schuldenaanpak.
- Er wordt bekeken welke problemen zich voordoen in de private incassobranche en welke oplossingsrichtingen hierbij horen. Hierbij kijkt J&V ook naar de incassokosten en naar een een incassoregister
- Verder worden de regels rond de beslagvrije voet – vereenvoudigd - het deel van het inkomen waarop de deurwaarder geen beslag mag leggen. Ook moet het proces van beslaglegging overzichtelijker worden, zodat beslagleggende partijen beter op de hoogte zijn van elkaars incassoactiviteiten. Dit alles moet ertoe leiden dat mensen met schulden genoeg overhouden om van te leven en niet nog dieper in de problemen komen.
Inning en incasso
Daarnaast heeft JenV ook nog een ander belang. Het departement is namelijk zelf een van de grote schuldeisers binnen de Rijksoverheid. Denk bijvoorbeeld aan de inning en incasso van geldboetes en verkeersboetes door het CJIB. Daarbij staat voorop dat degene die de wet heeft overtreden hiervoor ook een straf moet ondergaan, maar JenV besteedt wel ook aandacht aan “maatschappelijk verantwoord innen”. Niet alleen in geval van boetes, maar ook als het gaat om andere vorderingen door de overheid.
- Zo biedt het CJIB al ruimere mogelijkheden om in geval van een boete een betalingsregeling te treffen. Onderzocht wordt of ook in geval van eenvoudige verkeersboetes (lager dan 225 euro) betaling in termijnen mogelijk kan worden gemaakt.
- Vooral wettelijke verhogingen en incassokosten duwen mensen vaak dieper in de schulden. Daarom bekijkt JenV nu of de huidige systematiek om bij het niet op tijd betalen van boetes verhogingen op te leggen aanpassing behoeft.
- Ook onderzoekt het departement waarom mensen een boete niet betalen. Pilotprojecten moeten duidelijkheid geven hoe mensen die hun boete niet (kunnen) betalen alsnog hun sanctie op een andere wijze kunnen ondergaan, zonder financieel dieper in de problemen te komen.
Kwetsbare positie
Verder heeft JenV natuurlijk ook een belangrijke verantwoordelijkheid binnen het sociale domein. Mensen met problematische schulden verkeren in een kwetsbare positie. Sommigen van hen zijn daardoor wellicht eerder geneigd te zwichten voor de verlokkingen van het “snelle geld” dat in de criminaliteit kan worden verdiend. Bijvoorbeeld door wietplantjes te gaan kweken, te opereren als drugskoerier of andere hand- en spandiensten te verlenen in het criminele milieu.
Ook vanuit het oogpunt van criminaliteitspreventie is werken aan een effectief schuldenbeleid dus van groot belang. JenV stimuleert mensen met risicovolle schulden dan ook om hulp te zoeken bij een vrijwilligersorganisatie, zoals Humanitas Thuisadministratie. Daar kunnen zij worden gekoppeld aan een “maatje”, dat samen met hen alle financiën doorneemt en hen helpt weer overzicht en inzicht te krijgen. Zodanig, dat ze vervolgens zelf weer de touwtjes in handen kunnen nemen.
Een bijzondere verantwoordelijkheid heeft JenV waar het gaat om personen die onder haar hoede zijn geplaatst in een justitiële inrichting, of onder een strafrechtelijke titel werken aan hun terugkeer in de samenleving. Inzicht in de financiële situatie – en mogelijke schulden – is dan ook een van de basisvoorwaarden waaraan gedetineerden kunnen werken tijdens hun detentie. Behalve aan hun schulden werken zij ook aan de basisvoorwaarden werk en inkomen, huisvesting, een geldig ID-bewijs, een zorgverzekering en – zo nodig - passende zorg.
Deze voorwaarden spelen dan ook een belangrijke rol in het Detentie- en Re-integratieplan dat wordt opgesteld voor elke gedetineerde die langer dan 10 dagen in een justitiële inrichting verblijft. Onderdeel van dat plan kan zijn: deelname aan een buddy- of maatjesprogramma, zoals dat van Humanitas, Exodus of andere aanbieders. Deze programma’s bieden de ex-gedetineerden bij hun terugkeer in de samenleving begeleiding en ondersteuning. Bijvoorbeeld – ook hier - om hun financiële administratie weer op orde te krijgen. Gaat het om problematische schulden, dan kan de vrijwilliger de ex-gedetineerde begeleiden bij zijn aanvraag om in aanmerking te komen voor gemeentelijke schuldhulpverlening.