Tekst Machteld Scholten
Foto Rutger Rog

Het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) is verantwoordelijk voor het vreemdelingenbeleid van de Nederlandse overheid. Daaronder valt ook het terugkeerbeleid. De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) voert dit beleid uit.

De Dienst Terugkeer en Vertrek staat voor het realiseren van terugkeer van vreemdelingen die niet meer in Nederland mogen verblijven. Daarvoor hebben we de medewerking van de vreemdeling nodig om te zeggen wie hij of zij is, nationaliteit.

En we hebben de medewerking nodig van de landen van herkomst. Om te zeggen: "Ja, dit is een van onze landgenoten. Die nemen we graag terug. En daar geven we een reisdocument voor."

Dat gaat in veel gevallen heel erg goed. De uitdaging komt als we niet helemaal goed weten wie de vreemdeling is. Of als er wat uitdagingen ontstaan bij de landen van herkomst. Dan kom ik in beeld.

Dan probeer ik uit te zoeken: waar ligt dat aan? Ligt dat aan de kwaliteit van ons dossier? Kunnen we daar iets aan doen? En ik probeer met de autoriteiten uit te vinden, zijn er misschien aan uw kant belemmeringen?

Dat kan bijvoorbeeld zijn dat zo'n land van herkomst zegt: "Ja, dit is wel één van mijn landgenoten. Maar als betrokkene terugkomt, dan is dat wel een uitdaging voor onze samenleving."

En dan is het mijn werk om die uit te horen en te kijken of we er oplossingen voor kunnen bedenken. En dan kan je bijvoorbeeld praten over re-integratieproject.

Waarbij we dus kijken of we dat teruggaan in de samenleving van het land van herkomst kunnen vergemakkelijken.

Ik wil ook wel benadrukken dat er ook binnen Europa intensief wordt samengewerkt.

Waar we ook wel eens mee te maken krijgen, is dat ik met een immigratiedienst om de tafel zit en die immigratiedienst gaande het gesprek zegt: "Ik wil zo graag een professionaliseringsslag maken met mijn dienst."

Dan nodigen wij bijvoorbeeld die mensen van de immigratiedienst uit naar Nederland. Die hier een training kunnen ontvangen op allerlei terreinen. En dat noemen we dus investeren in die werkrelatie op deze manier. Waardoor uiteindelijk over het moeilijke onderwerp van terugkeer goede terugkeerafspraken gemaakt kunnen worden.

Om dan toch het Nederlandse belang, het realiseren van terugkeer want daar staat de DT&V voor daarover in gesprek te gaan en dan toch te kijken of de landen van herkomst daar ook hun medewerking aan kunnen verlenen.

Ik streef ernaar om die samenwerking te verbeteren. Ik geloof hier ook echt in.

Maar ik realiseer me ook dat er altijd verschillen zijn waarbij het lastig is om die te kunnen overbruggen.

Jan Willem, senior adviseur bij DT&V: “Voor de terugkeer van een vreemdeling naar zijn of haar land van herkomst, hebben we de medewerking nodig van de vreemdeling én van het land waar hij of zij vandaan komt. Zo moeten met de betrokken landen de nationaliteit van de vreemdeling  vaststellen en is er een geldig reisdocument nodig. 

In veel gevallen gaat dat goed. Lastig wordt het als we niet helemaal zeker zijn wie de vreemdeling is of als er in het land van herkomst belemmeringen zijn waardoor terugkeer als ongewenst wordt ervaren. Dan kom ik in beeld. In overleg met de autoriteiten van het land van herkomst onderzoek ik de mogelijkheden om toch tot een succesvolle terugkeer met goede terugkeerafspraken te komen.

Wat daarbij complex is, is dat je te maken hebt met veel verschillende belangen. Daarom is het zo belangrijk te blijven investeren in goede internationale relaties, zoals buitenlandse diplomatieke vertegenwoordigingen, autoriteiten en organisaties. Ik probeer altijd die samenwerking nóg verder te verbeteren, al realiseer ik me dat het niet altijd makkelijk is om eventuele verschillen te overbruggen.

Het mooie aan dit werk is de enorme hoeveelheid contacten die ik heb, op alle niveaus. De ene dag voer ik gesprekken met de autoriteiten van een land van herkomst, de andere dag help ik internationaal bij het overdragen van kennis over terugkeer. Alles uiteindelijk met het doel om bij te dragen aan de opdracht waar DT&V voor staat: het terugkeerbeleid op een zorgvuldige en humane wijze uit te voeren. Om zo het migratiebeleid van Nederland te ondersteunen.”   ♦