Tekst Martin Lamboo
Foto Martijn Beekman

Begin april, bij hun aantreden, hadden beiden iets van ‘Holy Mac, waar zijn we aan begonnen?’ Inmiddels hebben ‘DG Oek’ Theo ten Haaf en directeur Nationale Opvangorganisatie Pierre van Rossum hun organisaties lean and mean opgezet en loopt de coördinatie van de opvang en het regelen van voorzieningen voor ontheemden uit Oekraïne, in nauwe samenwerking met partners als de Veiligheidsregio’s, gemeenten, andere departementen en ngo’s, soepel. Maar, zo waarschuwen ze: “Het is echt urgent dat er méér opvangplekken bijkomen. We schaatsen nog op heel dun ijs.”

Al snel nadat het oorlogsgeweld in Oekraïne losbarstte en de vluchtelingenstroom op gang kwam, werd duidelijk dat deze problematiek niet via de bestaande structuren – DG Migratie, COA - kon worden aangepakt. Besloten werd om de aanpak onder te brengen bij een apart programma-Directoraat-Generaal Opvang Oekraïense Ontheemden - in de wandel al snel 'DG OEK' genoemd -  en een eveneens nieuw in te richten Nationale Opvangorganisatie (NOO).

Klein en slagvaardig

“Kleine, slagvaardige organisaties”, weet generaal-majoor buiten dienst Theo ten Haaf, “met de focus specifiek gericht op deze problematiek. Ons DG telt niet meer dan 30 fte’s. Veelal jonge mensen, die heel bevlogen hun werk doen – iets wat ook mij weer sterk motiveert. Onze rol is vooral de coördinatie en integratie van beleid over de verschillende betrokken departementen heen – JenV, BZK, OC&W, VWS en SZW – en zorgen voor een goede afstemming met de Veiligheidsregio’s, de VNG en betrokken organisaties als het Rode Kruis, Vluchtelingenwerk Nederland en het Leger des Heils. Het is ook absoluut niet de bedoeling dat we dubbel werk gaan doen. Zo blijven de internationale activiteiten op dit terrein gewoon belegd bij DG Migratie.”

Dun ijs

Alles bij elkaar gaat het wel om een ‘mega-operatie’. Voor tienduizenden Oekraïners moet niet alleen opvang worden geregeld, maar ook voorzieningen als onderwijs, werk en zorg. “Op dit moment [medio juni –red.] hebben we ruwweg 50.000 noodopvangplekken voor ontheemden uit Oekraïne gerealiseerd”, vertelt Theo, aan de hand van een grafiek. “Plus nog zo’n 2000 plekken crisisnoodopvang. De bezettingsgraad bedraagt momenteel circa 90 procent. Maar hoewel de lijn die de instroom van Oekraïners weergeeft wat aan het afvlakken is, gaat deze nog wel steiler omhoog dan die van het aantal beschikbare plekken. Dat baart ons zorgen. We schaatsen nog op heel dun ijs.”

“Met de 25 burgemeesters in het Veiligheidsberaad hebben we afgesproken dat zij gaan toewerken naar een capaciteit van 75.000 opvangplekken”, vult Pierre aan. “Als ze daarin slagen, hebben we voorlopig tot september, oktober voldoende capaciteit. Maar het probleem is: het gaat niet meer zo hard op dit moment. De gemeenten lopen echt tegen hun grenzen aan. Wel hebben we daarnaast nog een behoorlijk aantal particuliere plekken, bij gezinnen. Voor zo’n 15.000 Oekraïners is daar plaats. Die gezinnen zijn gescreend, dus in principe geschikt om ontheemden op te vangen. Alleen: het is lastig en het kost meer tijd om telkens de juiste match te maken. Het ene gezin wil bijvoorbeeld maar één iemand herbergen - en het liefst een vrouw. En een ander heeft plek voor een gezin met twee kinderen. Maatwerk dus. We hebben organisaties als het Rode Kruis en het Leger des Heils ingeschakeld om die verbindingen te leggen. Met hulp van DG Oek hebben ze daar nu subsidie voor gekregen.”

Theo ten Haaf en Pierre van Rossum
Theo ten Haaf (links) en Pierre van Rossum

Overzicht, regie en ondersteuning

“Ook voor de NOO is het uitgangspunt steeds geweest: wat al goed loopt, moet je vooral ook zo laten”, vertelt directeur Pierre van Rossum. “Een voorbeeld. Vanuit de nationale crisisorganisatie zorgde het Landelijk Coördinatiecentrum in Zeist voor actuele overzichten van beschikbare opvangplekken in de gemeenten. En voor een goede matching tussen Oekraïners die een plek zoeken en het gemeentelijke aanbod. Dat functioneert uitstekend. Het zou gek zijn, als wij als NOO zoiets opnieuw zouden gaan inrichten. Dus was het: even van opdrachtgever wisselen en weer dóór!”

Net als het DG Oek is ook de NOO lean and mean georganiseerd, met precies dat takenpakket dat voor het regelen van opvang van deze specifieke groep ontheemden nodig is. “Wat wij bijvoorbeeld niet doen is al die beschikbare locaties zelf ontwikkelen en geschikt maken voor de opvang. Dat laten we de gemeenten doen. Die doen dat heel voortvarend, deskundig en professioneel, zoals we bij elk werkbezoek kunnen constateren. Daardoor kunnen wij met een relatief klein aantal mensen ons concentreren op onze kerntaken: overzicht bewaren, regie voeren en waar nodig ondersteuning bieden, om die opvang goed te organiseren.”

En hoewel de NOO gescheiden opereert van het COA, heeft de organisatie zeker ook oog voor de problemen aldaar. Pierre: “Wij hebben goede contacten met partijen als het Rijksvastgoedbedrijf, hotelexploitanten, eigenaars van vakantieparken, et cetera… De opvangplekken die ons worden aangeboden, zetten we door naar gemeenten: hier kunt u Oekraïners huisvesten. Maar we zetten regelmatig ook een deel door naar het COA, om ook daar de ergste nood te lenigen. We werken uitstekend samen en helpen elkaar waar nodig.”

Veiligheid, rust en regelmaat

Van de circa 65.000 ontheemden uit Oekraïne in Nederland is ruim één derde (36 procent) minderjarig – van wie een groot deel nog leerplichtig. “Tot nu toe hebben we al 16.000 kinderen kunnen laten instromen in het basis- of voortgezet onderwijs”, merkt Theo op. “Een geweldige prestatie, zowel van OC&W, als van de scholen overal in het land en de gemeenten. Dat die kinderen naar school gaan is ongelooflijk belangrijk! Het geeft ze structuur, een zinvolle dagbesteding. Ook voor de ouders brengt het een gevoel van veiligheid, rust en regelmaat met zich mee.”

Het maakt het voor de ouders ook makkelijker om overdag aan het werk te gaan. “Er zijn inmiddels al 15.000 Oekraïners aan het werk”, illustreert Theo. “En heus niet alleen in de kassen of de bollenschuren, zoals het vooroordeel wil. Je komt ze tegen in allerlei functies, zeker de mensen die het Engels beheersen, of al goed Nederlands spreken. En er zijn natuurlijk ook bepaalde functies in de opvang zelf, die heel goed door Oekraïners kunnen worden vervuld. Bijvoorbeeld het bieden van psychosociale zorg aan getraumatiseerde ontheemden. Daar is nu veel vraag naar. Wij kunnen de opvanglocaties dan in contact brengen met Oekraïense psychologen of psychiaters, die in ons bestand zitten.”

Gemeenten

Pierre kan het niet genoeg benadrukken: “Wij mogen dan de condities creëren, maar de gemeenten zorgen echt voor een fantastische uitvoering. Ik ben misschien niet helemaal objectief, omdat ik, behalve directeur NOO, ook nog steeds directeur Openbare Orde en Veiligheid in Amsterdam ben. Maar ik zie het zeker niet alleen in Amsterdam. Overal waar wij komen, zien we dat er onderwijs wordt gegeven, dat er taallessen, sportvoorzieningen en maatschappelijke hulp worden aangeboden. In Arnhem liggen de cruiseschepen waarop Oekraïners worden opgevangen dichtbij de bibliotheek – waar allerlei activiteiten voor hen worden georganiseerd. Echt geweldig!”

‘Kracht van het team’

“Ik zie dat als de rode draad die door ons werk loopt”, beaamt Theo. “De kracht van het decentrale model. Én van het team. Als Rijk zouden wij deze gigantische klus nooit alleen kunnen klaren. Maar al die partijen samen: ministeries, gemeenten, Rode Kruis, Leger des Heils, Vluchtelingenwerk Nederland, noem ze allemaal maar op, ondernemers, sportclubs, burgers die spontaan aanbieden om te helpen, Oekraïners die zich hebben geformeerd in vrijwilligersorganisaties… We leven in een netwerkmaatschappij. Het is onze taak om die ‘dots’, de juiste punten, goed aan elkaar te knopen. Als dat allemaal bij elkaar komt, wordt het een krachtig geheel. En dan kunnen we echt heel veel!”   ♦