Tekst Simone Leeuwenkamp
Foto Josje Deekens
In deze rubriek volgt de redactie van JenV Magazine een collega tijdens een dagdeel uit zijn of haar werkleven. Deze keer gaan we ’een dag mee met’ ... Alwin Beukenholdt van het Quick Response Team van de Brandweer, Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond.
In situaties van (dreigend) extreem geweld, waaronder terrorisme, zijn er ook extra risico’s voor de brandweer. Om dan toch goede brandweerzorg te kunnen bieden is daar het Quick Response Team (QRT). Dat team sluit bovendien goed aan op de werkzaamheden van de specialistische teams van politie of defensie.
8.00 uur
Het wisselprogramma van vandaag staat op papier. Tot gisteravond laat was Alwin Beukenholdt, coördinator QRT en plaatsvervangend Wachtcommandant, nog aan de telefoon om de laatste zaken te regelen of kort te sluiten. Vandaag gaat het dan gebeuren; een eerste grote multidisciplinaire QRT-oefening na de coronapandemie. Alwin heeft er zichtbaar zin in. Glimmend: “Er zijn meerdere acteurs en we hebben tactisch-medische oefeningen, tactische verplaatsingen met vuur- en zichtdekkingen, maar ook een Grip 2 situatie met een inval in een gebouw. Maar ik kan natuurlijk niet teveel verklappen.”
8:30 uur
De locatie van vandaag is de Korporaal van Oudheusden kazerne in Hilversum. Landelijk bekend door de MH17-ramp, toen daar de identificatie plaatsvond. Nu marcheren er verschillende groepen militairen door het beboste gebied en staan de Tankautospuit (TAS) en de Caddy van de Brandweer al te wachten bij een anoniem uitziend, betonnen gebouw. Acht man in QRT-outfit en drie man in de donkergrijze DSI-outfit, met col voor hun mond en een spatscherm voor het gelaat. Als ze daar straks ook nog een politie-schild voor houden, zijn ze helemaal onherkenbaar. Ze mogen straks buiten trainen. Nu eerst even de protocollen opfrissen.
Het QRT bestaat nog niet zo lang. Landelijk zijn er vier regio’s met een QRT: Utrecht, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Vanwaar de urgentie voor een QRT-team?
Alwin: “Allereerst heb ik een levenslange passie voor de brandweer. Waar anderen een stap naar achteren zetten bij een levensbedreigend incident, zet ik er één naar voren. En dat doen we vaak niet alleen: bij een groot incident zijn er meerdere hulpdiensten betrokken, tot aan de speciale interventieteams aan toe. Kort gezegd zijn er dan koude, warme en hete gebieden waar je een gebied mee indeelt. Hoe warmer, hoe specialistischer de mensen die er mogen komen. Bij een grootschalige oefening bij een ziekenhuis, bleek dat er een enorme vertraging zat bij de overgang van ‘warm’ naar ‘heet’. Wel een kwartier van overleggen en protocollen checken. Tijd waarin er zoveel slachtoffers kunnen overlijden. Ik dacht: dat moet anders kunnen. We hebben hybride mensen nodig, die het gat tussen DSI en brandweer kunnen vullen. Zowel snappen hoe je moet bewegen met vuurdekking, als ook slachtoffers kunnen stabiliseren én een brand kunnen doven. Van daaruit is het QRT ontstaan. De samenleving verandert en wij moeten meeveranderen, is mijn stellige overtuiging.”
10:20 uur
De eerste tactisch-medische oefening is begonnen. Schreeuwend stort het slachtoffer uit de legerjeep. Het bloed gutst uit haar voorhoofd. De QRT-mannen overleggen met elkaar in staccato-zinnen. Alwin staat er geïnteresseerd bij te kijken. Ze stabiliseren de vrouw en lopen door naar de volgende jeep, waar óók een slachtoffer huilend uit de deur hangt. “Laat me niet alleen!” huilt slachtoffer nummer 1. Maar ze laten haar kermend liggen, onder een warmhoudfolie op straat. Toch is Alwin niet ontevreden: “Hier hebben we serieus twee jaar op geoefend. Om dus iemand te laten liggen als de eerste levensreddende handelingen zijn gedaan. ‘Do the most for the most’. Als jij haar hand blijft vasthouden, kun je niet iemand anders redden. Dat lijkt zo simpel, maar het is hartverscheurend als je bij een incident zo moet handelen. Maar toch moet het.”
13:00 uur
Na de lunch is het tijd voor de Grote Inzet. De slachtoffers nemen de pet-flessen nepbloed mee de tunnels in onder het anoniem uitziende, betonnen gebouw. Ramen en deuren worden gesloten en Alwin verschanst zich in een zwart tenue en zwaarbewapend in het pand. “Ik ben benieuwd hoe ze gaan handelen, als ik straks de vuurlijn van het trapgat onder controle heb. Maar eerst moeten ze zorgen dat ze de slachtoffers veiligstellen in de donkere tunnels.”
Vanachter een ander gebouw komt het cordon DSI aan. De eerste man opent de deur, de achterste geeft rugdekking. Als de benedenverdieping ‘veilig’ is, komt de TAS aangesneld en rennen de QRT-mannen het gebouw in. In de tunnels klinkt een hoop geschreeuw, er vallen schoten en op een gegeven moment klinkt het: “Een bom! Er ligt een bom!” Er is nu nòg minder tijd om alle slachtoffers te vinden en fatsoenlijk te verbinden. In no-time is iedereen weer uit het gebouw. Alwin is inmiddels ingesloten door de DSI.
De slachtoffers zitten beduusd in de brandweerauto, er ligt er zelfs nog één op de brancard als de mannen zich in een kring opstellen en elkaar kritisch bevragen. Wat ging hier goed? En wat ging er mis? En wat kunnen we ervan leren?
15:00 uur
Tijd voor het onderdeel ‘presteren onder druk’, te beginnen met het ijsbad. Twee coaches – oud-militairen van speciale eenheden - kijken de mannen glunderend aan, terwijl ze nog een grote zak ijsklontjes in het bad uitstrooien. “Eén ding weet je zeker”, zeggen ze “dit bad is koud en daar kun je niks aan doen. Je kunt het niet warmer maken of denken. Eigenlijk net zoals een heftige melding. Aan de melding kun je niks meer doen. Het enige wat je kunt reguleren, ben jezelf. Wij zijn ervoor om jou beter te leren om je eigen gebruikshandleiding te lezen. Hoe reageer jij op stress? En hoe kun je het beste reageren, zodat je toch kunt blijven handelen?” De QRT’ers leren hoe je door te ademen je lijf kunt activeren, maar ook reguleren bij stress.
De eerste man stapt in het ijskoude bad. Hij begint te trillen en kijkt licht paniekerig om zich heen. “Ademen. In door je neus, uit door je mond. Je lijf trilt eerst. Kun je niks aan doen. Probeer langzaam om je heen te kijken”, spreekt de coach de man kalm toe. En zowaar, de kou lijkt hem niet meer te deren. Maar langer dan een minuut mag hij niet blijven zitten, dat hoeft nou ook weer niet.
Alwin: “Dat is toch een mooie mix, van teamwork en zelfwerk. Ik hoop dat we vaker weer dit soort oefendagen kunnen organiseren. En natuurlijk dat het QRT groeit en de samenwerking met andere hulpdiensten steeds soepeler wordt.” ♦