Recordzonnig, extreem droog, vier stormen – 2022 is op weergebied een bijzonder jaar. Hoe hangt het bijzondere weer samen met klimaatverandering?
Warme start en warm einde
In 2022 waren zowel nieuwjaar als oudjaar de warmste nieuwjaar en warmste oudjaar van de meetreeks. Op nieuwjaar was de daggemiddelde temperatuur van 12,3 graden 8,7 graden hoger dan normaal in januari. Op oudjaar was de daggemiddelde temperatuur van 14,0 graden 9,8 graden hoger dan normaal in december. Op geen enkele dag in 2022 verschilde de temperatuur zoveel van de normale waarde voor de maand als op oudjaar en nieuwjaar.
In de week van 28 december tot en met 3 januari was het gemiddeld 11,1 graden. De kans op een warme winterweek die gemiddeld boven de tien graden uitkomt was vóór 1950 vrijwel nul. In het huidige klimaat gebeurt dit ongeveer iedere twee jaar. Ook de winter als geheel was warm, wat waarschijnlijk samenhing met de krachtige poolwervel. De hoge temperaturen begin januari waren het levende bewijs voor het nu al 25 jaar uitblijven van een Elfstedentocht.
Vier stormen
De winter van 2022 kende maar liefst vier stormen, genaamd Corrie, Dudley, Eunice en Franklin. De stormen Corry en Franklin waren goed voor een code oranje, de zware storm Eunice voor een code rood. Dat er zoveel stormen waren is toeval, de invloed van klimaatverandering op het ontstaan van winterstormen is klein, stormen nemen niet toe in aantal en kracht.
Recordzonnig en extreem droog
Het jaar 2022 was recordzonnig en extreem droog. De toon werd al gezet in maart, met een recordaantal zonuren en zeer weinig neerslag. Vrijwel voortdurend lag de straalstroom ten noorden van ons land en zaten we aan de zonnige kant in het gebied van hoge luchtdruk. In april, mei en juni was de hoeveelheid neerslag normaal, maar door het zonnige weer begon de zomer toch met een groot neerslagtekort. De zomer was recordzonnig, evenals het hele jaar, en niet eerder deze eeuw was het zo droog als dit jaar. De KNMI-klimaatscenario’s voorzien voor de komende decennia een toename in de zonnestraling en in de kans op droogte.
Warm en zonnig in de herfst
De herfst was zacht en zeer zonnig. De week van 24 tot en met 30 oktober was zelfs ruim zes graden warmer dan gemiddeld. Vóór 1960 was de kans op zo’n relatief warme herfstweek vrijwel nul, maar in het huidige klimaat komt zo’n week gemiddeld eens in de twee tot drie jaar voor.
Zeer warm jaar
Met een jaargemiddelde temperatuur van 11,6 graden in De Bilt is 2022 het op twee na warmste jaar sinds het begin van onze metingen in 1901, na 2014 en 2020 (beide 11,7 graden). Met name de zomer en de herfst waren warm. De zomer van 2022 was, samen met die van 2003, de een na warmste van de meetreeks; de herfst van 2022 was de twee na warmste. Alle maanden van 2022 waren warmer dan de klimaatnormaal voor 1991-2020, behalve april, september en december.
CO2-uitstoot neemt nog steeds toe
De wereld ligt niet op koers om de opwarming van de aarde tot 2 graden te beperken. Hoe groter de opwarming, hoe meer we ons moeten aanpassen en hoe groter de kans op onomkeerbare plotselinge veranderingen. Om de opwarming tot 2 graden te beperken moet de CO2-uitstoot vanaf dit jaar gaan dalen. De uitstoot van CO2 neemt echter nog steeds toe. Ook van de broeikasgassen methaan en lachgas is de hoeveelheid de afgelopen jaren sterk toegenomen. Ondertussen warmt de aarde verder op. De jaren 2015 tot en met 2021 waren wereldgemiddeld de warmste zeven jaren ooit gemeten. Op Antarctica vertoont ’s werelds breedste gletsjer steeds meer en grotere barsten, met mogelijk grote gevolgen voor de zeespiegel bij Nederland. Of de CO2-uitstoot de komende jaren omlaaggaat is lang niet zeker. Bemoedigend is wel dat de snelheid waarmee de uitstoot toeneemt deze eeuw kleiner is geworden.