KNMI Jaaroverzicht 2022

KNMI Jaaroverzicht 2022

Deze printvriendelijke versie bevat niet de volledige inhoud van het online magazine, maar alleen de teksten en een beperkte selectie foto´s. Het hele online magazine met alle foto´s, video´s en multimedia kan worden bekeken op:
https://magazines.rijksoverheid.nl/knmi/knmi-jaaroverzicht/2022/01

Nog een tip voor het geval u het magazine wil printen: Heeft u een Windows-computer en bekijkt u het magazine met het programma Chrome? Dan adviseren we u voor het afdrukken alleen gebruik te maken van het zogenoemde dialoogvenster (Ctrl+P).

Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2022

2022: warmer, droger, zonniger

2022 is met recht een extreem jaar te noemen. Bijna elke maand was het warmer, zonniger en droger dan normaal. Niet eerder deze eeuw was het zo droog als het afgelopen jaar. 2022 was het op-twee-na warmste jaar sinds het begin van de metingen. Niet eerder werd er zoveel zonneschijn gemeten in één jaar tijd.

Een droog, zonnig en warm jaar is geen uitzondering meer. In de afgelopen tien jaar lag de gemiddelde temperatuur in acht jaar boven het normaal, gebaseerd op het gemiddelde van de jaren 1991 – 2020 in De Bilt. Ook de zonnestraling en droogte tonen een duidelijke trend. In grote delen van Europa was het land uitgedroogd door een gebrek aan regen en veel verdamping. Door klimaatverandering gaan we dit soort droogte vaker meemaken.

In februari kregen we te maken met een heuse ‘drielingstorm’. De laatste keer dat drie stormen kort na elkaar Nederland troffen is bijna honderd jaar geleden. Eunice staat in de top 3 zwaarste stormen van de afgelopen vijftig jaar en kostte meerdere mensen het leven. In de kustprovincies gaven we code rood uit voor zeer zware windstoten.

Ik was geschokt door het bericht over het ontslag van mijn Hongaarse collega omdat de weersverwachting op een nationale feestdag niet overeenkwam met het weerbeeld van die dag. Het is belangrijk dat wij als wetenschappelijk instituut onafhankelijk kunnen opereren, zonder inmenging van de politiek. Want dan kunnen we al onze wetenschappelijke resources steken in dat wat ertoe doet.

Het KNMI wordt steeds meer een klimaatinstituut. Dit jaar verschenen tachtig klimaatberichten op onze website, we publiceerden ‘De Staat van ons Klimaat’ en we richtten in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam een Lectoraat Klimaatgeletterdheid op. Daarmee helpen we professionals om klimaatdata te interpreteren en deze informatie te vertalen naar een duidelijke boodschap voor een breder publiek.

Ons Nederlandse satellietinstrument Tropomi vierde zijn vijfde verjaardag. In die vijf jaar is een enorme hoeveelheid data verzameld die ontzettend belangrijk is voor onderzoek naar luchtkwaliteit en klimaatverandering. De impact van het instrument is groot. Iedereen heeft, misschien onbewust, gebruik gemaakt van Tropomi-data. Prachtig dat het KNMI daar aan bijdraagt als hoofdverantwoordelijke voor de kwaliteit van de data.

Het KNMI doet ook onderzoek naar sterkte, impact en oorzaak van trillingen in de ondergrond en atmosfeer. Nieuw onderzoek laat zien dat we seismometers kunnen gebruiken om tijdig te waarschuwen voor zware overstromingen, zoals in 2021 in Limburg, Duitsland en België. Seismische metingen op strategische plekken langs een rivier kunnen een aanvulling zijn voor waarschuwingssystemen over de hele wereld. Het KNMI ontwikkelt een Early Warning Centre (EWC) om de samenleving eerder en met meer detail voor locatie en tijdstip te waarschuwen voor gevaarlijk weer.

Met dit jaaroverzicht komt ook een einde aan mijn periode als hoofddirecteur van het KNMI. Het was en is natuurlijk een enorm privilege om negen jaar lang leiding te mogen geven aan een instituut als het KNMI. We hebben samen kunnen werken aan een veiliger samenleving die beter voorbereid is op de gevolgen van klimaatverandering, extreem weer en andere geofysische verschijnselen. Ik heb dat alles als een voorrecht ervaren, en word dus vervuld met een zeker gevoel van weemoed als ik mij realiseer dat er op 31 januari een einde komt aan deze periode.

Gerard van der Steenhoven
Hoofddirecteur KNMI

Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2022

Extreem warm, zonnig en droog

Het jaar 2022 was met een gemiddelde temperatuur van 11,6 °C het op twee na warmste jaar sinds het begin van de metingen in 1901. Normaal is de gemiddelde temperatuur 10,5 °C. De laagste temperatuur, -10,6 °C, werd op 13 december in Eelde gemeten en de hoogste temperatuur, 39,5 °C, werd op 19 juli in Beek gemeten. Alleen in april, september en december lag de gemiddelde temperatuur iets onder normaal.

Met landelijk gemiddeld 2233 uur zon was 2022 het zonnigste jaar sinds het begin van de waarnemingen. Normaal is 1774 uur. Alle maanden, behalve januari, waren zonniger dan normaal. In oktober werd het oude record al bereikt. Aan de kust was het het zonnigst: in De Kooy scheen de zon 2403 uur, 515 uur meer dan normaal.

Met landelijk gemiddeld ongeveer 729 millimeter (normaal: 795 millimeter) was 2022 droog, vooral in het oosten. Niet eerder deze eeuw was het zo droog als in 2022. Het droogste KNMI-station was Hupsel, daar viel maar 593 mm, dat is ongeveer 180 mm minder dan normaal. Terschelling was het natste station met 856 mm, ruim 50 mm meer dan normaal.. Een laagje sneeuw van 2-5 centimeter lag er in veel plaatsen op 31 maart en 1 april. Op 5 december lag in de Limburgse heuvels circa 5 cm sneeuw. De droogte was ook deze zomer weer significant. Op 5 september was het landelijk neerslagtekort opgelopen naar 318 mm, nog nooit eerder was het neerslagtekort op één dag zo groot. Ondanks een natte september was het landelijk gemiddeld neerslagtekort eind september nog ruim 220 mm.

Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2022

Het klimaatverhaal van 2022

Recordzonnig, extreem droog, vier stormen – 2022 is op weergebied een bijzonder jaar. Hoe hangt het bijzondere weer samen met klimaatverandering?

Warme start en warm einde

In 2022 waren zowel nieuwjaar als oudjaar de warmste nieuwjaar en warmste oudjaar van de meetreeks. Op nieuwjaar was de daggemiddelde temperatuur van 12,3 graden 8,7 graden hoger dan normaal in januari. Op oudjaar was de daggemiddelde temperatuur van 14,0 graden 9,8 graden hoger dan normaal in december.  Op geen enkele dag in 2022 verschilde de temperatuur zoveel van de normale waarde voor de maand als op oudjaar en nieuwjaar. 

In de week van 28 december tot en met 3 januari was het gemiddeld 11,1 graden. De kans op een warme winterweek die gemiddeld boven de tien graden uitkomt was vóór 1950 vrijwel nul. In het huidige klimaat gebeurt dit ongeveer iedere twee jaar. Ook de winter als geheel was warm, wat waarschijnlijk samenhing met de krachtige poolwervel. De hoge temperaturen begin januari waren het levende bewijs voor het nu al 25 jaar uitblijven van een Elfstedentocht.

Vier stormen

De winter van 2022 kende maar liefst vier stormen, genaamd Corrie, Dudley, Eunice en Franklin. De stormen Corry en Franklin waren goed voor een code oranje, de zware storm Eunice voor een code rood. Dat er zoveel stormen waren is toeval, de invloed van klimaatverandering op het ontstaan van winterstormen is klein, stormen nemen niet toe in aantal en kracht.

Recordzonnig en extreem droog

Het jaar 2022 was recordzonnig en extreem droog. De toon werd al gezet in maart, met een recordaantal zonuren en zeer weinig neerslag. Vrijwel voortdurend lag de straalstroom ten noorden van ons land en zaten we aan de zonnige kant in het gebied van hoge luchtdruk. In april, mei en juni was de hoeveelheid neerslag normaal, maar door het zonnige weer begon de zomer toch met een groot neerslagtekort. De zomer was recordzonnig, evenals het hele jaar, en niet eerder deze eeuw was het zo droog als dit jaar. De KNMI-klimaatscenario’s voorzien voor de komende decennia een toename in de zonnestraling en in de kans op droogte.

Warm en zonnig in de herfst

De herfst was zacht en zeer zonnig. De week van 24 tot en met 30 oktober was zelfs ruim zes graden warmer dan gemiddeld. Vóór 1960 was de kans op zo’n relatief warme herfstweek vrijwel nul, maar in het huidige klimaat komt zo’n week gemiddeld eens in de twee tot drie jaar voor.

Zeer warm jaar

Met een jaargemiddelde temperatuur van 11,6 graden in De Bilt is 2022 het op twee na warmste jaar sinds het begin van onze metingen in 1901, na 2014 en 2020 (beide 11,7 graden). Met name de zomer en de herfst waren warm. De zomer van 2022 was, samen met die van 2003, de een na warmste van de meetreeks; de herfst van 2022 was de twee na warmste. Alle maanden van 2022 waren warmer dan de klimaatnormaal voor 1991-2020, behalve april, september en december.

CO2-uitstoot neemt nog steeds toe

De wereld ligt niet op koers om de opwarming van de aarde tot 2 graden te beperken. Hoe groter de opwarming, hoe meer we ons moeten aanpassen en hoe groter de kans op onomkeerbare plotselinge veranderingen. Om de opwarming tot 2 graden te beperken moet de CO2-uitstoot vanaf dit jaar gaan dalen. De uitstoot van CO2 neemt echter nog steeds toe. Ook van de broeikasgassen methaan en lachgas is de hoeveelheid de afgelopen jaren sterk toegenomen. Ondertussen warmt de aarde verder op. De jaren 2015 tot en met 2021 waren wereldgemiddeld de warmste zeven jaren ooit gemeten. Op Antarctica vertoont ’s werelds breedste gletsjer steeds meer en grotere barsten, met mogelijk grote gevolgen voor de zeespiegel bij Nederland. Of de CO2-uitstoot de komende jaren omlaaggaat is lang niet zeker. Bemoedigend is wel dat de snelheid waarmee de uitstoot toeneemt deze eeuw kleiner is geworden.

Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2022

Vijf jaar aan satellietdata van Tropomi

Satellietinstrument Tropomi bekijkt al vijf jaar de aarde vanuit de ruimte. Het Nederlandse instrument aan boord van de Sentinel-5P satelliet meet verschillende vervuilende gassen die belangrijk zijn voor luchtkwaliteit en klimaatverandering. Welke inzichten heeft dit opgeleverd?

Tropomi meet wereldwijd en nauwkeuriger dan ooit de samenstelling van de lucht en levert informatie over de ozonlaag, luchtkwaliteit en het klimaat. ESA lanceerde het satellietinstrument werd op 13 oktober 2017. De eerste beelden werden in december 2017 gedeeld en sinds juli 2018 zijn de data voor iedereen beschikbaar.

De gegevens worden gebruikt voor klimaatonderzoek, monitoring van de ozonlaag en de zonkracht, zeer gedetailleerde verwachtingen van de luchtkwaliteit en de verspreiding van vulkaanas. Zo heeft iedereen, misschien onbewust, gebruik gemaakt van Tropomi data.

Afname luchtvervuiling coronacrisis wereldwijd nieuws

De gegevens van Tropomi waren wereldwijd in het nieuws vanwege de afname van luchtvervuiling door de corona lockdowns (figuur 1). De coronacrisis in 2020 en 2021 leidde tot een forse vermindering van de uitstoot van stikstofdioxide (NO2). Verder ontdekte Tropomi een aantal grote methaanlekken en kan het de uitstoot van individuele schepen meten. Ook zag het vulkaanuitbarstingen zoals die op La Palma (figuur 2) en bosbranden in onder andere Alaska, Siberië en Australië (figuur 3).

Hoopvolle toekomst en opvolgers van Tropomi

Tropomi en de Sentinel-5P satelliet waar het instrument op vliegt, zijn nog steeds in uitstekende staat. De missie kan naar verwachting nog heel veel jaren mee. De voorganger van Tropomi, OMI, vliegt inmiddels al achttien jaar en werkt ook nog steeds. 

Het KNMI werkt samen met andere partners aan de opvolgers van Tropomi. De eerste daarvan worden waarschijnlijk in 2024 gelanceerd. Daarnaast wordt de technologie van Tropomi ook gebruikt voor de ontwikkeling van kleine satellieten (zogenaamde cubesats), waarmee we op de uitstoot willen inzoomen. Met de combinatie van grote en kleine satellieten kunnen we deze emissies wereldwijd nog beter in beeld brengen en nagaan welke maatregelen werken.

KNMI verantwoordelijk voor de kwaliteit van de data

Tropomi is een samenwerking tussen KNMI, Airbus Defence and Space Netherlands, SRON en TNO, in opdracht van het NSO en ESA. De wetenschappelijke leiding is in handen van het KNMI en SRON. Het KNMI is hoofdonderzoeker voor Tropomi en verantwoordelijk voor de aansturing van het instrument en voor de kwaliteit van de data. Airbus DS NL is hoofdaannemer voor het ontwerp en de bouw van het instrument. TNO is verantwoordelijk voor het optisch ontwerp. 

Volg @knmi_nl op Instagram. Op Instagram deelt het KNMI regelmatig beelden van wat het Nederlandse satellietinstrument Tropomi ziet vanuit de ruimte. 

Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2022

Onze weerwaarschuwingen

De weerkamer van het KNMI staat 24/7 paraat om Nederland te waarschuwen als er gevaarlijk weer dreigt. Hierdoor kunnen mensen zich voorbereiden op gevaarlijk weer waardoor de kans op schade en letsel beperkt wordt. De uitgangspunten van onze waarschuwingen zijn de impact van extreem weer en de gevolgen voor de samenleving op de weg, het water en in de straat.

In 2022 hebben we acht keer code oranje uitgegeven en eenmaal code rood. De waarschuwingen werden uitgegeven voor ijzel, hitte, onweersbuien, regen en windstoten. Bij code oranje bestaat een grote kans (60% of meer) op gevaarlijk of extreem weer waarbij de impact groot is en er kans is op schade, letsel of veel overlast. In een dergelijk geval is het advies om risico's te beperken door alert te zijn en voorzorgmaatregelen te nemen passend bij de verwachte weerssituatie. Bij code rood, ook wel weeralarm genoemd, wordt verwacht dat het extreem weer een grote impact op de samenleving heeft. De weersituatie kan voor zoveel schade, letsel en overlast zorgen dat het maatschappij-ontwrichtend kan zijn. Dit kan heel lokaal zijn. Code rood wordt op zijn vroegst 24 uur uitgegeven voordat het weerfenomeen zich voordoet.

Uitgegeven waarschuwingen

De eerste maanden kenmerkten zich door vier stormen. De eerste was storm Corrie, op 31 januari. In het noordwesten gold code oranje voor zeer zware windstoten. In februari kregen we van 16 tot en met 21 februari te maken met de ‘drielingstorm’.

Op 18 februari vielen vier doden door storm Eunice, de zwaarste storm sinds 1990. Aan de kust werden windstoten gemeten tot ongeveer 130 km/uur. Op het KNMI-station Cabauw werd in de namiddag een windstoot van 145 km/uur gemeten. In de kustprovincies was code rood van kracht, landinwaarts met uitzondering van Limburg oranje. Op 20 februari kregen we met storm Franklin te maken. In de westelijk kustprovincies gold in de avond enkele uren code oranje.

Op 19 mei was code oranje van kracht in Gelderland, Noord-Brabant, Limburg en Overijssel voor zware onweersbuien. Een dag later waren er opnieuw zware regen- en onweersbuien in Limburg, waar wederom code oranje werd uitgegeven.

In de zomer was er extreme hitte. Daarvoor werd op 19 juli code oranje uitgegeven in de zuidelijke helft van het land. Aan het einde van het jaar werd nog tweemaal – op 15 en 18 december – code oranje uitgegeven voor gladheid door ijzel.

Caribisch Nederland

Het was een relatief rustig orkaanseizoen in Caribisch Nederland (de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Op 28/29 juni gold een Tropical storm warning voor Bonaire. Uiteindelijk boette orkaan Bonnie flink aan kracht in en bleef zware wind op het eiland uit. Van 15 tot 17 september gold er een waarschuwing voor de orkaan Fiona voor Saba en St. Eustatius, maar ook hier bleef de impact minimaal. Verder was er op 8 en 9 november voor Bonaire een waarschuwing voor zware regen en onweersbuien. Dit leidde tot de nodige wateroverlast.

Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2022

Aardbevingen in Nederland

In Nederland waren er in 2022 in totaal 65 aardbevingen: 58 waren het gevolg van menselijk handelen (de zogeheten geïnduceerde bevingen) en er waren 7 natuurlijke (tektonische) aardbevingen. De meeste geïnduceerde bevingen vonden plaats in het Groningenveld, 52 in totaal. Daarnaast hebben supersone vliegtuigen, zware knallen en vulkaanuitbarstingen tot meetbare trillingen geleid.

Zwaarste beving bij Wirdum

Van de 58 geïnduceerde aardbevingen vonden er 52 plaats in het Groningenveld. Hiervan hadden 12 bevingen een magnitude van 1,5 en hoger. In 2021 waren dit er 72 waarvan ook 12 bevingen groter dan 1,5 magnitude. Bij Wirdum vond op 8 oktober een magnitude 3,1 aardbeving plaats. Dit was de zwaarste geïnduceerde aardbeving van 2022 en behoort tot de tien zwaarste geïnduceerde aardbevingen. De zwaarste aardbeving in Groningen had een magnitude van 3,6 en vond 10 jaar geleden in Huizinge plaats.

Seismisch moment

Naast het aantal aardbevingen en de magnitudes ervan (een maat voor de kracht van de beving), kan er gekeken worden naar het seismisch moment (een maat voor de energie die vrijkomt bij een beving). Het overzicht hieronder laat de totale hoeveelheid seismische energie (het seismisch moment) voor het Groningen-gasveld zien. Het seismisch moment geeft de vrijgekomen energie weer en was in 2022 iets lager dan in 2021.

In Nederland treden zowel geïnduceerde als natuurlijke aardbevingen op. Geïnduceerde aardbevingen zijn het gevolg van menselijk handelen. Deze aardbevingen vinden voornamelijk plaats in het noorden van Nederland ten gevolge van de gaswinning. Natuurlijke aardbevingen zijn het gevolg van de platentektoniek en treden op in het zuiden van Nederland. De 20 natuurlijke aardbevingen vonden allen plaats in het zuiden van Nederland.

Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2022

Colofon

KNMI Jaaroverzicht, 2022 Jaargang 7

Publicatiedatum
dinsdag 31 januari 2023
Productie
KNMI
Eindredactie
Communicatie
Vormgeving
Fotografie: Arnoud Apituley, Tineke Dijkstra, Jannes Wiersema
Internet
https://www.knmi.nl
Copyright
CC0 1.0 Universal