Opsporing en sanctionering van overtreders
Op het moment dat personen regels doelbewust overtreden moet er krachtig en doeltreffend worden opgetreden. Goede samenwerking en kennisdeling tussen de handhavende organisaties is daarbij essentieel. Signalen die zij bij controles en toezicht opvangen, moeten na gedegen onderzoek leiden tot passende maatregelen vanuit het civiel-, bestuurs-, straf- of tuchtrecht.
Welke goede ontwikkelingen zijn er?
- Zorgverzekeraars, toezichthouders, opsporingsdiensten en het OM hebben een gezamenlijk samenwerkingskader handhaving opgesteld. Hierin staat onder andere de rolverdeling en gezamenlijke inzet van de partijen beschreven.
- Het wetsvoorstel Verbetering Toezicht en Opsporing Wmg geeft aanvullende bevoegdheden aan de NZa en de opsporingsdiensten om effectiever op te kunnen treden.
- De opsporingsfunctie in de zorg is verstevigd en voor de komende jaren belegd bij de I-SZW. Daartoe is de capaciteit van de I-SZW uitgebreid. Er staan specifieke teams paraat voor opsporingsonderzoeken ten aanzien van pgb- en declaratiefraude. De I-SZW werkt daarbij samen met de FIOD.
- De afstemming tussen de toezichthouders en het openbaar ministerie over de inzet van verschillende handhavingmaatregelen en -sancties is verduidelijkt en verbeterd. Dit is vastgelegd in het Protocol normnaleving zorgsector.
Wat is er nog nodig?
Het is belangrijk dat medewerkers van de verschillende handhavingspartijen elkaar nog beter begrijpen. Bijvoorbeeld als het gaat om kennis van elkaars rollen, verantwoordelijkheden en taal. Daarnaast blijven signalen en vermoedens van fraude soms nog (te lang) liggen en kan de afstemming bij de keuze voor verschillende handhavingsinstrumenten nog verder worden verbeterd.
Met het programma Rechtmatige Zorg investeren we verder in de handhaving bij vermoedens van fouten of fraude in de zorg. Vanaf 2015 trekken we 10 miljoen euro extra uit om de capaciteit bij de toezichthouders en opsporingsdiensten te versterken. Ook kijken we naar de mogelijkheden om belemmeringen bij gegevensuitwisseling tussen deze partijen weg te nemen. Toezichthouders, opsporingsdiensten en het OM investeren daarnaast, samen met zorgverzekeraars, verder in een gezamenlijke handhavingaanpak. We verduidelijken welke handhavingsinstrumenten beschikbaar zijn en waar nodig scherpen we ze aan. Zodat handhavers gezamenlijk tot een passende interventie komen die aansluit bij de overtreding en een duidelijke boodschap afgeeft: fraude is onacceptabel en wordt stevig aangepakt.
In totaal versterken we met acht maatregelen op drie vlakken de handhaving bij fouten en fraude in de zorg:
A. Capaciteit en gegevensuitwisseling
I. Het verbreden van het toezicht door de NZa in risicosectoren
De capaciteit voor toezicht bij de NZa is vanaf 2015 verder uitgebreid. De Nza versterkt onder andere het toezicht op correct declareren in bepaalde deelsectoren.
II. Het verder versterken van de opsporingsfunctie in de zorg
We zetten extra middelen in om de capaciteit van de I-SZW uit te breiden en de kwaliteit van de opsporing verder te verbeteren. De I-SZW richt zich met name op verdere kennisopbouw, financieel rechercheren, en het doorontwikkelen van recherchemethoden.
III. Extra capaciteit bij het Openbaar Ministerie
Door de versterking van het toezicht van de NZa en de opsporing bij de I-SZW krijgt het OM te maken met een groeiend aantal fraudezaken. Daarom zorgen we voor extra geld om de capaciteit bij het OM uit te breiden.
IV. Het verduidelijken van mogelijkheden voor gegevensuitwisseling
Het is nog niet in alle gevallen duidelijk of (medische) gegevens bij een vermoeden van zorgfraude aan het OM verstrekt mogen worden. We onderzoeken welke mogelijkheden zorgverzekeraars, Wlz-uitvoerders, CIZ en het CAK hebben en of deze mogelijkheden vergroot moeten worden.
B. Versterken samenwerking
I. Het opstellen van handhavingsstrategieën
Zorgverzekeraars, toezichthouders, opsporingsdiensten en het OM hebben voor verschillende deelsectoren in de zorg handhavingsstrategieën opgesteld. Hierin hebben de betrokken partijen vastgelegd welke instrumenten zij inzetten om de normnaleving binnen de sectoren verder te versterken. In 2015 zullen ze ook strategieën opstellen voor de andere deelsectoren waar de NZa verscherpt toezicht uitvoert.
II. Investeren in gemeenschappelijke taal
Het is van belang dat de verschillende betrokken partijen elkaars rollen en verantwoordelijkheden (waaronder de specifieke taal en omgeving die daarbij hoort) goed begrijpen. De NZa en de I-SZW organiseren daarom verschillende bijeenkomsten die in het teken staan van een gemeenschappelijk begrippenkader en kennis van de leefwereld van de handhavingspartners.
III. Het versterken van kruisbestuiving in toezicht
Signalen in het kwaliteitstoezicht van de IGZ kunnen waardevolle informatie opleveren voor het toezicht vanuit de NZa, en andersom. Wanneer de administratie bij declaraties niet op orde is, kan dit bijvoorbeeld ook samenhangen met een ondermaatse kwaliteit. Andersom kan een ondermaatse kwaliteit ook wijzen op onrechtmatigheden bij betalingen. De NZa en IGZ verkennen daarom in 2015 hoe er tussen het uitvoeringstoezicht en het kwaliteits- en nalevingstoezicht meer kruisbestuiving kan plaatsvinden.
C. Passende handhavingsinstrumenten
I. Meer inzet van het tuchtrecht en civiel recht
Zorgverzekeraars en Wlz-uitvoerders worden beter geïnformeerd over de verschillende civielrechtelijke en tuchtrechtelijke instrumenten die beschikbaar zijn om fraudeurs aan te pakken. We willen hen stimuleren om deze instrumenten vaker te benutten.