Tekst Linda Hilhorst en Vincent Theunissen schrijven om en om over hun beslommeringen bij het ministerie.
De boeren en inclusie&diversiteit…
In deze laatste beslommering voor het zomerreces gaan mijn gedachten uit naar twee belangrijke maatschappelijke thema’s, de boeren en inclusie & diversiteit…
Een weekje geleden spraken we binnen de directie over het laatste thema. Over hoe woorden raken, ook als ze niet bedoeld zijn om te raken.
Zo’n 25 jaar geleden, toen ik naar het gymnasium ging - 12 kilometer verderop, stelde ik mijn ouders – boeren – aan de eettafel wel eens een vraag. Niet dat ik bijzonder geïnteresseerd was in de dieren of de natuur. Het waren de vragen die vanuit maatschappelijke interesse opkwamen (aangereikt via school en tv). Over of mijn ouders wel voldoende ruimte en liefde hadden voor hun dieren en waarom ze niet biologisch boerden? Mijn ouders keken me dan aan en vroegen me of het misschien een idee was dat ik zelf even de stal in liep, dan kon ik het gewoon zien.
Tegelijkertijd ging het aan tafel ook over de onderwaardering van boeren, over hoe boeren bijvoorbeeld als ‘dom’ worden neergezet. Ik denk daar vaak aan terug als mensen mij complimenteren met het feit dat ze helemaal geen boeren-Achterhoeks accent horen. Ik was 12, vertelde mijn moeder, toen ik mijzelf een keurig Randstedelijk accent had aangeleerd, terwijl thuis de voertaal Nedersaksisch was en er op de lokale school met een flink Achterhoeks accent werd gesproken. Ik heb nog vaak gehoord, dat dat erg in mijn voordeel is/moet zijn geweest.
Naast mijn Randstedelijk accent doe ik meer dingen waar men ‘thoes, op de boerderieë’ met een wenkbrauwfrons naar kijkt, zoals het rondfietsen op een urban bakfiets. Maar, sinds ruim een week, wel één met een sticker waar op staat ‘trotsopdeboer’.
Fijne zomer.