Tekst Adriaan Duivesteijn
Foto Edwin Walvisch
Bas Derks (55), mt-lid Crisisbeheersing en Infectieziekten bij de directie Publieke Gezondheid, bracht een heel klein voorwerp mee. Een uitdaging voor de fotograaf. Uitdagingen zijn er ook voor VWS.
Dat is een grappig visje!
“Deze potvis kocht ik in het Whaling Museum op Nantucket, een eilandje in Massachusetts (VS). Het beeldje maakt verhalen en associaties in mij los. De potvis leeft diep in zee, is bijna een mythisch wezen, denk aan Moby Dick. In werkelijkheid zijn potvissen vrijwel weerloos, makkelijk te bejagen. We hebben een ambivalente houding naar de natuur toe. We zijn er een nietig onderdeel van, maar we vernietigen de natuur ook. Zaken, die ik fascinerend vind en samenvallen in dit piepkleine beeldje.”
Wat vertel je over je werk op de buurtbarbecue?
“Dat we bij VWS heel hard werken aan het verbeteren van de publieke gezondheid. Om de samenleving weerbaar te maken tegen infectieziekten en komende pandemieën. Ik ervaar het werken hier echter nog wel als een chaos. Het begrotingsproces bijvoorbeeld is niet goed geregeld, daardoor missen we kansen en is er ook veel rumoer. Daar wordt niemand blij van. Dit kun je echt beter organiseren.”
Je was programmadirecteur gelijke kansen in het onderwijs. Hoe staat het met gelijke kansen in de zorg?
“Een belangrijk vraagstuk. Het gaat nooit over alleen onderwijs, of zorg. Het is voor mensen met achterstanden een opeenstapeling van problemen. Daar moet je integraal naar kijken. Niet alleen als ambtenaren onder elkaar, maar vooral ook met mensen van buiten het ministerie. Omdat we hier erg veel met onszelf bezig zijn, is er niet altijd gelegenheid om de juiste gesprekspartners te vinden.”
Ben je veranderd door corona?
“Kan niet zeggen dat ik een transformatie heb ondergaan. Ik pak weer behoorlijk veel op uit mijn oude leven. Ik kijk niet alleen maar negatief terug op de lockdownperiodes. Ik ben er toen weer achter gekomen hoe belangrijk de natuur voor mij is.”
In welke wachtrij komen we je niet tegen, en in welke rij wel?
“In de rij voor een stadion, met voetbal heb ik niets. Maar je vindt mij wel in de rij op Schiphol. Ik reis graag. Binnenkort gaan we een lang weekeinde naar Wenen, per vliegtuig. Ik werk nog aan mijn vliegschaamte.”