Tekst Hugo Klijn
Foto Flickr/NAVO

Nucleaire ontwapening, cybersecurity: je hoort en leest er veel over. Noord-Korea, Iran, hackersgroepen in China en Rusland: het zijn onderwerpen die tot de verbeelding spreken. Maar als we het hebben over conventionele wapenbeheersing, of over Vertrouwenwekkende en Veiligheidsbevorderende Maatregelen (meestal aangeduid met CSBMs), waar gaat dát dan precies over? Als je alleen al naar Europa kijkt, dan zijn er tal van, al dan niet sluimerende, conflicten waar partijen tegenover elkaar staan met tanks en zware artillerie – denk bijvoorbeeld aan Oekraïne. En we maken ons zorgen over grootscheepse militaire oefeningen die Rusland aan zijn grenzen organiseert zonder deze van tevoren te melden. Conventionele wapenbeheersing en CSBMs gaan dus over dat soort thema’s.

In de jaren 1990, toen we dachten dat de wereldvrede zou uitbreken, hebben we tal van vergaande afspraken gemaakt. Zo kwam er een verdrag over conventionele strijdkrachten in Europa (CSE) waarin we aantallen offensieve wapensystemen fors terugbrachten en inspecteerden of iedereen zijn huiswerk wel deed. En met het zogenaamde Weens Document kwamen er series CSBMs over militair gedrag, wederom met wederzijdse inspecties. Ook kwam er een Open Skies verdrag dat voorziet in militaire waarnemingsvluchten over elkaars grondgebied. Bij elkaar vormen deze afspraken op afstand het meest transparante militaire verificatiestelsel dat de wereld ooit heeft gezien.      

Een Russisch observatievliegtuig dat wordt ingezet voor Open Skies Bron: Ministerie van Defensie

Inmiddels is het onderlinge vertrouwen in Europa danig afgenomen en begint dit fraaie regiem te haperen. Rusland stapte al eerder uit het CSE-verdrag en er is steeds meer gedoe met het Weens Document en Open Skies. Daarom heeft Duitsland in het verband van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE, de 57 landen van Vancouver tot Vladivostok) het initiatief genomen hierover een nieuwe discussieronde te beginnen en na te denken over de toekomst van dit instrumentarium, ook omdat militair-technologische ontwikkelingen sinds de jaren 1990 niet stil hebben gestaan. Dit heeft vorm gekregen in een informele Structured Dialogue, waarvoor directeur Veiligheidsbeleid Hester Somsen onlangs nog bij de OVSE in Wenen was. Wat gebeurt daar? Daar praten de landen over wederzijdse dreigingspercepties, en proberen ze op basis van eerder uitgewisselde militaire informatie elkaars zorgen (letterlijk) in kaart te brengen. Dat klinkt misschien vanzelfsprekend, maar zo vaak doen we dat niet. Hopelijk kan dan in een later stadium over vernieuwing worden gesproken.

Putting it mildly: dat is bepaald geen eenvoudige discussie onder de huidige omstandigheden. Maar Nederland vindt het belangrijk dit serieus te nemen. Vooral nu het gesprek met Rusland in andere fora zo moeizaam verloopt biedt de OVSE een platform om te blijven praten over Europese veiligheid, ook al is er voorlopig geen uitzicht op doorbraken. Afschrikking en dialoog dienen hand in hand te gaan. Dat militairen uit deze 57 landen aan dit gesprek deelnemen is dan mooi meegenomen.       

Het OVSE hoofdkwartier in Wenen Bron: Flickr/ OVSE Parlementair Assemblee