Tekst Max Valstar
Foto Mediatheek Rijksoverheid

De jaarcijfers van de Nederlandse wapenexportcontrole in 2017 zijn uit. Er werd voor ruim € 804 miljoen aan exportvergunningen voor militaire goederen toegekend. Er werden echter ook vijftien aanvragen afgewezen, onder andere vanwege het conflict in Jemen. Duitsland en de VS waren de belangrijkste bestemmingslanden, en 72% van de export bestond uit componenten - dus geen complete systemen.

Conventionele wapens dienen het recht op zelfverdediging van landen, maar misbruik moet worden voorkomen. Voor de export van militaire goederen geldt daarom een vergunningplicht. Zowel het bedrijfsleven als het ministerie van Defensie moeten daarom bij de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer (CDIU) van de Nederlandse douane exportvergunningen aanvragen. Vergunningaanvragen voor EU- of NAVO-landen handelt de CDIU zelf af. Ligt de eindbestemming daarbuiten, dan worden de aanvragen voorgelegd aan het ministerie van Buitenlandse Zaken. Minister Blok van Buitenlandse Zaken geeft vervolgens een buitenlandspolitiek advies aan minister Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die de eindbeslissing neemt.

Grafisch overzicht van afgegeven vergunningen naar eindbestemming en categorie goed. Bron: rapport 'Het Nederlandse wapenexportbeleid in 2017'

Top drie zijn bondgenoten

Op 17 mei boden de ministers hun rapportage over het wapenexportbeleid in 2017 aan de Tweede Kamer aan. In het verslagjaar kenden de CDIU en Buitenlandse Zaken samen voor in totaal € 804,62 miljoen aan exportvergunningen voor militaire goederen toe. Als bestemmingsland stond Duitsland met een bedrag van ruim € 126 miljoen op de eerste plaats. Het ging vooral om leveringen van componenten aan Duitse fabrikanten van militaire voertuigen. Ook werd een vergunning verstrekt voor afstoting van Leopard 2 tanks van het Nederlandse aan het Duitse leger. Op de tweede plaats stond de VS, ook met ruim € 126 miljoen, vooral leveringen aan fabrikanten van militaire vliegtuigen. Op de derde plaats stond de verzamelpost EU/NAVO+ met een bedrag van ruim € 122 miljoen. Het gaat hier om globale vergunningen voor de levering van componenten aan bondgenoten, in het bijzonder EU- en NAVO-landen, Australië, Nieuw-Zeeland, Japan en Zwitserland.

Restrictieve wapenexportcontrole

Het wapenexportcluster van de directie Veiligheidsbeleid (DVB/WE) toetst iedere vergunningaanvraag naar niet-EU of -NAVO landen strikt aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport. Exportvergunningen voor militaire goederen of technologie worden bijvoorbeeld afgewezen als zij gezien hun aard en eindgebruik kunnen worden ingezet voor schendingen van mensenrechten of humanitair oorlogsrecht. Zo heeft Nederland sinds begin 2015 tot dusver 32 wapenexportvergunningen afgewezen vanwege het risico dat de goederen worden ingezet bij schendingen van humanitair oorlogsrecht door de strijdende partijen in Jemen. In 2017 waren dat zes afwijzingen. Ook ten aanzien van Turkije toetste Nederland extra kritisch, vanwege het interne conflict in het Zuidoosten. Dit leidde tot drie afwijzingen in 2017.

Exportcontroleseminar

Op 28 mei aanstaande organiseert het ministerie van Buitenlandse Zaken een seminar over de Nederlandse exportcontrole van strategische goederen. Helaas zijn alle plaatsen zijn inmiddels volgeboekt, maar zal een vervolgseminar komen. Informatie over het exportcontrole beleid en de rapportages staat ook op: www.rijksoverheid.nl/exportcontrole