Tekst Cas van Mulken
Verantwoordingsdag 2020: voortgang Nederlandse bijdragen aan missies en operaties.
Op 20 mei is een aantal Kamerbrieven over lopende Nederlandse bijdragen aan militaire- en civiele missies aan de Tweede Kamer gestuurd. In deze Kamerbrieven wordt ingegaan op de ontwikkelingen in de verschillende missies waar Nederland aan deelneemt.
Leestijd: 2 minuten
Gehaktdag
Op 20 mei was het Verantwoordingsdag, ook wel “gehaktdag” genoemd. Dit valt jaarlijks op de derde woensdag in mei. Op Verantwoordingsdag legt de minister van Financiën namens het kabinet verantwoording af aan de Tweede Kamer over het financiële beleid van het afgelopen jaar. Daarnaast is tussen het kabinet en de Tweede Kamer afgesproken dat het kabinet verantwoording aflegt over de voortgang van de Nederlandse bijdrage aan missies en operaties.
Artikel 100 van de Nederlandse grondwet stelt de regering verplicht voorafgaand aan de inzet van de Nederlandse krijgsmacht, de Tweede Kamer te informeren. Dit doet het kabinet met de zogeheten “artikel-100 brief”. Het kabinet informeert de Kamer niet alleen vooraf. Ook gedurende de missies wordt de Kamer door middel van voortgangsrapportages op de hoogte gehouden van de belangrijkste ontwikkelingen in de missies. Op 20 mei werden vier voortgangsrapportages aan de Kamer verstuurd: over de Nederlandse bijdragen aan de NAVO-aanwezigheid in Litouwen, de anti-ISIS coalitie in Irak, de NAVO-missie in Afghanistan en een rapportage over de voortgang van kleine missiebijdragen (zoals in het Midden-Oosten, Mali, Oost-Europa en Libië). Tot slot werd een brief gestuurd over het evaluatiebeleid van missiebijdragen.
Evaluatiebeleid
Afgelopen februari heeft de Kamer via de moties Bosman, Kerstens/Van Ojik het kabinet gevraagd om onafhankelijke partijen te betrekken bij de evaluaties van Nederlandse militaire bijdragen die onder de artikel-100 procedure vallen. Het kabinet stuurde de Kamer een brief over de uitvoering van deze motie en de daaruit voortkomende vernieuwing van het evaluatiebeleid van missiebijdragen. Voortaan zullen toekomstige eindevaluaties van artikel-100 missies door een onafhankelijke partij worden uitgevoerd. Een eindevaluatie is de laatste evaluatie die plaatsvindt na afloop van een missie.
Anti-ISIS coalitie
Een van de grootste Nederlandse missiebijdragen is de bijdrage aan de anti-ISIS coalitie in Irak. De afgelopen maanden verliepen grillig in Irak. De veiligheidssituatie verslechterde, er is een nieuwe regering aangetreden en door COVID-19 zijn de trainingsactiviteiten van de anti-ISIS coalitie in Irak tijdelijk stilgelegd. Hoewel het kalifaat van ISIS verslagen is, blijft deze terreurorganisatie haar activiteiten ondergronds voortzetten. Daarom blijft Nederlandse inzet in deze regio cruciaal voor het waarborgen van onze veiligheidsbelangen. Daarbij is een geïntegreerde benadering in Irak van belang, waarbij militaire inzet, diplomatie en ontwikkelingshulp hand in hand gaan.
Afghanistan
De derde Kamerbrief betreft de Voortgangsrapportage van de Nederlandse inzet in Afghanistan. Nederland levert onder meer via de NAVO-operatie Resolute Support een bijdrage in Afghanistan door het ondersteunen van de nationale strijdkrachten, de zogeheten Afghan National Defence and Security Forces (ANDSF).
De Verenigde Staten en de Taliban hebben afgelopen februari een akkoordondertekend over een voorwaardelijke troepenterugtrekking van Amerikaanse en buitenlandse troepen. In ruil daar voor zijn afspraken gemaakt over contraterrorisme en een verplichting voor de Taliban om vredesonderhandelingen te voeren met de Afghaanse regering. Een inclusief intra-Afghaans vredesproces biedt de grootste kans op het bereiken van een politiek vredesakkoord in Afghanistan.
Desondanks is de situatie in Afghanistan vooralsnog gespannen. Hoewel de Taliban zich sinds de ondertekening van het akkoord onthouden heeft van aanvallen op coalitietroepen, blijft er sprake van geweld tussen Afghaans veiligheidspersoneel en de Taliban. Daarnaast is Afghanistan hard geraakt door de COVID-19 uitbraak. Nederland blijft zich uitspreken voor een inclusief intra-Afghaans vredesdialoog, met specifieke aandacht voor mensenrechten zoals de positie van vrouwen, jeugd en minderheden.
NAVO enhanced Forward Presence (eFP)
De Nederlandse bijdrage aan de NAVO vooruitgeschoven aanwezigheid in Litouwen, de eFP, vormt momenteel met 250 uitgezonden personen de grootste Nederlandse inzet van militairen. Na de annexatie van de Krim in 2014 en de daaropvolgende verandering van de relatie met Rusland zijn de zorgen van Nederland en de NAVO over de veiligheidssituatie in het Balticum en Polen groter geworden. De bijdrage aan eFP dient twee doelen: enerzijds ter geruststelling van de Baltische staten en Polen, en anderzijds als afschrikking richting Rusland.
De brief gaat in op de bredere ontwikkelingen in het Balticum en op de voortgang van de Nederlandse bijdrage aan eFP. In 2021 zal Nederland samen met Duitsland bijvoorbeeld een pantsereenheid met tanks inzetten in eFP. Tot slot gaat de Kamerbrief in op de Nederlandse bijdrage aan snelle reactiemachten. Dit zijn eenheden die Nederland paraat houdt voor een snelle bijdrage aan een NAVO- of EU-inzet als daar aanleiding toe is.
Kleine bijdragen aan missies
Nederland levert ook verschillende kleine bijdragen met militairen en civiele experts aan verschillende andere EU- NAVO- en VN–missies, bijvoorbeeld in Oekraïne, Libië en de Palestijnse gebieden. Over deze kleinere missiebijdragen en hun voortgang kunt u lezen in de Voortgangsrapportage Kleine Missies. Wilt u een compleet overzicht van alle Nederlandse missiebijdragen, dan kunt u hier de infographics vinden.