Tekst Tom Coppen
Nederlandse diplomaten en experts werken aan nucleaire ontwapening. Maar wat houdt dat werk nu precies in?
"Leestijd 3 minuten"
Kernwapens en ontwapening zijn vaak wat abstracte processen, die vooral op papier – verdragen en andere afspraken – plaatsvinden. Een wat meer tastbare stap in het ontwapeningsproces is het werk dat Nederland met anderen doet op het gebied van verificatie. Ontwapeningsafspraken moet je bij elkaar kunnen controleren. En waar het gaat om kernwapens, kan dat op dit moment niet voldoende. Daarom wordt in internationaal verband gewerkt aan het ontwikkelen en testen van technieken en manieren om bijvoorbeeld in 14 stappen de ontmanteling van een kernwapen te controleren.
Een van die stappen is het verwijderen van de nucleaire springstof uit het wapen. In de foto hierboven wordt deze stap gesimuleerd tijdens een door Frankrijk en Duitsland georganiseerde oefening, waaraan ook collega’s van de afdeling Ontwapening, Non-Proliferatie en Nucleaire Zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken deelnamen. Een andere stap is de afsplitsing van de conventionele explosieven die worden gebruikt voor de ontsteking van de nucleaire springstof. Ook dat moet gecontroleerd worden, en daarbij zijn door de directie Veiligheidsbeleid van Buitenlandse Zaken experts van TNO ingeschakeld. Zij tonen aan de 25 landen van het International Partnership for Nuclear Disarmament Verification (IPNDV) op welke manieren je de aan- of afwezigheid van springstoffen in het ontmantelingsproces zou kunnen controleren.
De Nederlandse veiligheidsdiplomaten hebben als het gaat om de verificatie van nucleaire ontwapening dus verschillende rollen te spelen. Vanuit hun eigen achtergrond en vakkennis denken zij mee, in groepsverband, over oplossingen voor toekomstige uitdagingen, zoals: hoe kan het totaal aantal kernwapens in een heel land gecontroleerd worden? Hoe kunnen we controleren dat een kernwapen ontmanteld is, zonder dat daarbij gevoelige kennis wordt verspreid? En welke technologieën zijn daarvoor nodig? Daarnaast nemen ze dus ook deel aan internationale oefeningen om deze ideeën te testen, en brengen experts uit verschillende landen met elkaar in contact om aan technische oplossingen te kunnen werken. Zo organiseerde de directie veiligheidsbeleid in juni 2019 een werkgroepbijeenkomst van het IPNDV in Utrecht, waaraan meer dan 80 deelnemers uit 25 landen deelnamen.
Als het gaat om kernwapens en ontwapening krijgen de wat technischere initiatieven zoals het IPNDV niet altijd politieke aandacht. Toch is het werk aan ontwapeningsverificatie een onmisbare stap binnen een lang en ingewikkeld nucleair ontwapeningsproces. Voor de Nederlandse veiligheidsdiplomaat is het daarnaast een manier waarop ook niet-kernwapenstaten de handen uit de mouwen kunnen steken en een concrete bijdrage kunnen leveren aan het dichterbij brengen van een wereld zonder kernwapens.