Tekst Roos van Keulen en Rik Bleijs

De Covid-19 pandemie heeft het onderwerp ‘biologische veiligheid’ wereldwijd in de schijnwerpers gezet. Terwijl we in Nederland en daarbuiten ons momenteel nog vooral bezighouden met de acute dreiging van COVID-19 tegengaan, is Rik Bleijs, hoofd van Bureau Biosecurity van het RIVM, ondertussen hard bezig met het verbeteren van biologische veiligheid op de lange termijn. Roos van Keulen, dossierhouder Biologische Wapens bij de afdeling Veiligheid van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) werkt nauw samen met Bureau Biosecurity om biologische veiligheid wereldwijd te verbeteren. In dit artikel zoomen Rik en Roos in op hun samenwerking, komen we erachter wat biologische veiligheid precies inhoudt en leren we welke rol Nederland speelt bij het versterken van wereldwijde biologische veiligheid.

Leestijd: 3 minuten

Wat is biologische veiligheid en waarom is het belangrijk?

Biologische veiligheid omvat zowel biosafety, biosecurity, als non-proliferatie (het tegengaan van de ontwikkeling) van potentiële biologische wapens. Met biosafety wordt bedoeld: mensen beschermen tegen gevaarlijke ziekteverwekkers (pathogenen). Met biosecurity wordt juist gedoeld op het beschermen van pathogenen tegen kwaadwillenden die biologische agentia (micro-organismen zoals virussen, bacteriën, schimmels of parasieten die een infectie, allergie of vergiftiging kunnen veroorzaken) opzettelijk verspreiden. Dan spreken we van een biologisch wapen. Als risicovolle biologische agentia vrijkomen in het milieu kan dit schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, maar ook grote maatschappelijke en economische gevolgen hebben, zoals nu duidelijk blijkt met de huidige COVID-19 pandemie.

Daarnaast heeft biotechnologie, zoals synthetische biologie, een grote vlucht genomen. De ontwikkeling van gevaarlijke biologische agentia is gemakkelijker en toegankelijker geworden. Hoewel nieuw biotechnologisch onderzoek kansen biedt voor de verbetering van de volksgezondheid, wordt de dreiging daarmee dus ook groter (dual-use risico’s).1

Omdat gevaarlijke ziekteverwekkers geen rekening houden met landsgrenzen en zich in onze globaliserende wereld in korte tijd snel en breed kunnen verspreiden, geldt op gebied van biologische veiligheid: we zijn zo sterk als de zwakste schakel. Daarom is het van groot belang om niet alleen binnen de Nederlandse grenzen te werken aan het versterken van biologische veiligheid, maar hier juist op internationale schaal op in te zetten.

Rik, wat doet Bureau Biosecurity en waar houd jij je als hoofd mee bezig?

Bureau Biosecurity (www.bureaubiosecurity.nl) is het deskundige informatie- en adviesorgaan voor zowel de Nederlandse overheid als alle instellingen in Nederland die werken met risicovolle biologische agentia, kennis en technologieën, zoals laboratoria, ziekenhuizen, farmaceuten en

universiteiten. Als hoofd van Bureau Biosecurity houd ik mij specifiek bezig met het managen van alle nationale en internationale activiteiten van Bureau Biosecurity.

De belangrijkste activiteit is het bevorderen van de bewustwording rondom biosecurity risico’s door bewustwordingscampagnes te ontwikkelen, zowel binnen als buiten Nederland. Hiervoor hebben wij praktische tools ontwikkeld zoals de biosecurity zelfscantool, een kwetsbaarheidsanalyse en een voorlichtingsfilm (te vinden via www.biosecuritytoolkit.com). Deze tools kunnen door bedrijven, laboratoria of ziekenhuizen gebruikt worden om werknemers voor te lichten en te controleren of de organisatie goed voorbereid is op de risico’s. Op maandag 21 juni 2021 organiseert Bureau Biosecurity het laatste webinar van een reeks kennisdagen (https://bureaubiosecurity.nl/webinar) voor onderzoekers en laboranten. Op deze dag wordt onder andere de Engelse versie van de nieuwste tool gepresenteerd: de Dual-Use Quickscan (https://dualusequickscan.nl/). Onderzoekers vullen met deze tool vijftien vragen in om zo vast te stellen of hun onderzoek mogelijke dual-use risico’s met zich meebrengt.

Wat is de rol van Nederland in het kader van (internationale) biologische veiligheid?

Nederland heeft zich dertig jaar geleden aangesloten bij het Biologische Wapenverdrag (Biological Weapons Convention: BWC), dat sinds het verdrag van kracht is gegaan in 1975, een wereldwijd verbod op de ontwikkeling, productie en bevoorrading van biologische wapens heeft ingesteld. Hoewel het verdrag, met momenteel 193 lidstaten, ver gaat in het beperken van biologische dreigingen, blijkt de effectiviteit van het verdrag gelimiteerd te zijn door verschillende problemen.2 Tijdens de jaarlijkse bijeenkomsten (Meeting of States Parties en Meeting of Experts) van het verdrag en de toetsingsconferentie (die één keer in de vijf jaar plaatsvindt; de volgende in 2022), zet DVB-NW zich samen met onze post in Genève en Bureau Biosecurity, in om deze uitdagingen aan te pakken en stappen te zetten naar betere implementatie en werking van het verdrag, bijvoorbeeld door deel te nemen aan vrijwillige peer reviews (controles in bijvoorbeeld laboratoria, uitgevoerd door een andere lidstaat) en bij te dragen aan internationale capaciteitsopbouw (om de biologische dreiging en risico’s in te perken en er beter op voorbereid te zijn). Tevens streven we naar bewustwording van de biologische risico’s in en buiten Nederland.

Daarnaast voert Bureau Biosecurity wereldwijd projecten uit om biosecurity in bijvoorbeeld Afrika en Oost-Europa te versterken. In Nederland is het RIVM recentelijk druk bezig geweest met het Wastewater Surveillance Project in Nederland, waarbij we Covid-19 in rioolwater kunnen detecteren en zo kunnen voorspellen of we te maken gaan krijgen met een nieuwe besmettingsgolf. Deze detectiemethode in rioolwater kan in de toekomst wereldwijd worden toegepast in het kader van accidentele of moedwillige uitbraken van andere virussen. Ook treed

Bureau Biosecurity op in diverse internationale expertgroepen3 en tijdens bijeenkomsten van het BWC, om best practices uit te wisselen of workshops te geven.4

BWC Geneva 2015
Delegaties vergaderen tijdens de laatste toetsingsconferentie van het BWC in 2015.

Waar zou Nederland de aankomende vier jaar vooral op moeten inzetten om biologische veiligheid (inter)nationaal te verbeteren?

De huidige Covid-19 pandemie heeft maar al te duidelijk laten zien hoe kwetsbaar we zijn als het gaat om natuurlijke, incidentele of moedwillige uitbraken van gevaarlijke biologische agentia. Het is daarom belangrijk dat we de snelle ontwikkelingen op gebied van biotechnologie op de voet volgen en nieuwe biologische risico’s weten te verkleinen. Het vergroten van de bewustwording in instellingen die met risicovolle biologische agentia en kennis werken en bij overheden is daarbij de eerste stap. In aanloop naar, en tijdens, de volgende toetsingsconferentie van het BWC in 2022, zetten we hier op in. Ook vereisen de snelle biotechnologische ontwikkelingen nieuwe wet- en regelgeving in Nederland (bijvoorbeeld een striktere zorg- en meldingsplicht voor onderzoekslaboratoria die omgaan met risicovolle biologische agentia en kennis). Laten we hopen dat de huidige COVID-19 pandemie een wake up call is geweest en het onderwerp biologische veiligheid hoger op de internationale politieke agenda zet!

Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws over biologische veiligheid en de werkzaamheden www.rivm.nl/abonneren/nieuwsbrief-biosecurity

Workshop BWC 2018
Deelnemers van een workshop verzorgd door Bureau Biosecurity en de Inmplementation Support Unit van het BWC (ISU-BWC) in Maleisië in 2018, gehost door Dr. Zalini Yunus, Senior Director, STRIDE, Maleisië. In de workshop werd Maleisië geassisteerd bij het opstellen van een biosecurity checklist voor biosecurity laboratoria inspecties en audits. In het midden, zittend: het hoofd van Bureau Biosecurity, Rik Bleijs. Links daarvan zit Daniel Feakes van de ISU-BWC.

[1] Enerzijds zijn veel ziekteverwekkende organismen heel belangrijk bij onderzoek op medisch, biologisch en agrarisch terrein, bijvoorbeeld om tegengif of geneesmiddelen te ontwikkelen. Anderzijds kunnen de (openbare) resultaten over gevaarlijke micro-organismen, gebruikt worden door kwaadwillenden, zoals bioterroristen, om biologische wapens te ontwikkelen die een groot gevaar kunnen vormen voor de volksgezondheid en leefomgeving. Een bekend Nederlands voorbeeld van deze dual use problematiek is de zaak rondom de onderzoeksresultaten van een Nederlands hoogleraar Virologie van het Erasmus MC, die in 2011 een levensgevaarlijke variant van vogelgriep ontwikkelde. Hij stuurde zijn bevindingen naar het publiekelijk openbare tijdschrift Science, waarna commotie ontstond over het belang van pers- en onderzoeksvrijheid in relatie tot (nationale) veiligheid en de volksgezondheid.

[2] Zo is er een gebrek aan een ‘verificatie-mechanisme’ waarbij een toezichthouder in alle lidstaten controles uitvoert en kijkt of deze daadwerkelijk geen biologische wapens bezitten of ontwikkelen, wordt er tijdens de vergaderingen van het verdrag maar weinig overeenstemming bereikt door uiteenlopende belangen en betalen sommige lidstaten hun jaarlijkse contributies aan het verdrag niet, gedeeltelijk of te laat.

[3] Zoals de Biosecurity Working Group van de Global Partnership, de Global Health Security Agenda (GHSA) en de International Experts Groups of Biosafety and Biosecurity Regulators (IEGBBR)

[4] De Implementation Support Unit van het BWC (ISU-BWC) schreef i.s.m. Bureau Biosecurity een artikel over de output van de workshop in Maleisië (de biosecurity checklist voor laboratoria-inspecties en –audits): Brizee S. et al., (2019). Development of a Biosecurity Checklist for Laboratory Assessment and Monitoring. Applied Biosafety 24(2), 83.