Tekst Jules van der Sneppen

Op 6 mei was het zover: de ministers van Defensie van de EU gaven groen licht voor deelname van Canada, Noorwegen en de Verenigde Staten aan het EU-project Militaire Mobiliteit. Dat was een primeur, want nooit eerder sloten landen die geen lid zijn van de EU zich aan bij een project onder het samenwerkingsverband van de Permanent Structured Cooperation (PESCO). 

Het door Nederland geleide project beoogt grensoverschrijdende militaire transporten te vereenvoudigen, zodat strijdkrachten zich gemakkelijker kunnen verplaatsen binnen Europa. De deelname van deze drie landen is dan ook een mijlpaal voor EU/NAVO-samenwerking, de trans-Atlantische relatie en Europese veiligheid.

De Veiligheidsdiplomaat vroeg twee betrokken collega’s van het ministerie van Defensie naar hun terugblik op de totstandkoming van deze primeur en het belang van militaire mobiliteit. 

Leestijd: 3 minuten

Foto Sander van der Sluijs
Sander van der Sluis

Sander van der Sluis - hoofd EU bij de Directie Internationale Aangelegenheden, ministerie van Defensie (gedetacheerd vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken)

Het was een mooie en spannende klus om aan te werken. Mooi, omdat het voor het eerst zou zijn dat we ‘derde landen’ zouden toelaten tot een PESCO-project. Pionierswerk dus. Spannend, omdat we wisten dat het niet gemakkelijk zou worden. Bovendien was het tijdpad naar de beoogde Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 6 mei best krap.

Ik heb de twee (virtuele) project meetings van het PESCO-project voorgezeten waarin we de 25 EU-lidstaten die in het project zitten aan boord moesten krijgen. Veel lidstaten waren enthousiast, maar sommige landen hadden nog best wat lastige punten. Dat het ons uiteindelijk is gelukt, hebben we te danken aan de uitstekende samenwerking tussen Defensie, Buitenlandse Zaken, onze Permanente Vertegenwoordiging bij de EU in Brussel en onze bilaterale ambassades. Dat liep als een geoliede machine.

Het was mooi om te zien hoe minister Bijleveld tijdens de RBZ van 6 mei complimenten kreeg van de lidstaten, Hoge Vertegenwoordiger Borrell en de Secretaris-Generaal van de NAVO Stoltenberg, die bij de lunch aanwezig was. En natuurlijk blije reacties en tweets van de ministers van Defensie van de VS, Canada en Noorwegen. Een bekroning op het harde werk.

Foto Raoul Bessems
Raoul Bessems

Raoul Bessems, coördinator PESCO-project Militaire Mobiliteit/senior beleidsmedewerker militaire mobiliteit, ministerie van Defensie

Als Nederland hebben we een strategische rol als ‘toegangspoort tot Europa’. Met onze ervaring weten we dat militairen nog te vaak tegen problemen aanlopen wanneer ze zich snel moeten verplaatsen. Denk aan administratieve hobbels, verouderde infrastructuur en het ontbreken van snelle, digitale communicatielijnen. Het snel kunnen verplaatsen is essentieel voor een geloofwaardige afschrikking. Militaire mobiliteit is daarnaast bij uitstek een thema waar civiel-militaire samenwerking belangrijk is: een zogeheten whole-of-government approach.

In het PESCO-project werken 25 EU lidstaten samen aan het verbeteren hiervan. Veel verbeteringen zijn een nationale verantwoordelijkheid. In het project stemmen wij deze nationale plannen onderling af, en zorgen we ervoor dat we – letterlijk en figuurlijk – dezelfde richting op gaan. Met Canada, Noorwegen en de Verenigde Staten aan boord kunnen we dit nog veel beter doen.

Zie hier het officiële persbericht van het ministerie van Defensie.