Tekst Auteurs: Nina Krijnen & Famke de Kroon

Na het uitzwaaien van Carmen Gonsalves in de Veiligheidsdiplomaat van juli 2021 kijken we nu vooruit met haar opvolger Maartje Peters. Maartje trad in de zomer aan als hoofd van de Task Force Cyber bij Buitenlandse Zaken (BZ). We spreken Maartje over haar eerste honderd dagen, haar doelen en de uitdagingen die ze tot nu toe is tegengekomen.

Leestijd: 5 minuten
 

Je hebt ervaring op het gebied van veiligheid en stabiliteit, mensenrechten, migratie en ontwikkelingssamenwerking. Hoe ben je bij cyber terecht gekomen als hoofd van de Task Force?

“Al die verschillende onderwerpen waar ik aan heb gewerkt maken me inderdaad tot een generalist. Daarnaast heb ik letterlijk met mijn voeten in de klei gestaan tijdens verschillende onderzoeken in Mali en Cambodja voordat ik bij de VN en later bij BZ ging werken. Deze ervaringen lieten me zien hoe veerkrachtig mensen zijn; of het nou gaat om oorlog of armoede. Hierdoor heb ik mijn werk bij BZ altijd met een bepaald idealisme gedaan. Ik denk dat dit belangrijk is om voortgang te kunnen boeken.

Ik zie veel kansen en speel daar graag op in. Ik duik graag in nieuwe onderwerpen die raken aan het Nederlands buitenlandbeleid en cyber was bij uitstek zo’n onderwerp. Het cyberdomein is spannend vanwege alle kansen en onbegrensde mogelijkheden. Het ontwikkelt zich razendsnel en we hebben nauwelijks een idee welke kant het opgaat. Als Nederlandse overheid zijn we een van vele spelers. Met alle kansen en mogelijkheden die cyber brengt, komen ook risico’s en dreigingen die cyber tot een belangrijk geopolitiek thema maken. Cyber is ook niet per definitie een veiligheidsonderwerp, het is dwarsdoorsnijdend. Elke regio- of themadirectie bij BZ heeft er al mee te maken.”

Wat viel je op in je eerste 100 dagen als Hoofd Task Force Cyber?
 

“Wat me als eerste opviel is dat Nederland in het digitale domein een belangrijke speler is. De Task Force heeft over de afgelopen zes jaar onder leiding van mijn voorgangers Wouter Jurgens en Carmen Gonsalves veel gerealiseerd. Nederland levert belangrijke bijdragen aan het verder ontwikkelen van het internationaal normatief kader, de EU Cyber Diplomacy Toolbox en een diplomatiek responskader. Daarnaast voeren we veel dialogen met belangrijke gelijkgezinde partners, maar blijven we ook in gesprek met niet-gelijkgezinde landen. Onze cyberambassadeur Nathalie Jaarsma speelt daarin een belangrijke rol. Dit alles zou onmogelijk zijn geweest zonder de bevlogen en proactieve collega’s in het team.

Cyber heeft iets oneindigs; zoals het universum. Toch zijn er genoeg landen die proberen grip op en controle over het cyberdomein te krijgen. In Europees verband proberen we zoveel mogelijk landen te overtuigen van het belang van een open, vrij en veilig internet voor onze economie, wetenschap en samenleving. Helaas staat dit beeld van het internet onder druk en daar zullen we in de komende jaren de consequenties van zien. Voor verschillende bondgenoten is de fragmentatie van het internet al een feit.

Iets anders dat ik me ben gaan realiseren in deze eerste periode als hoofd van de Task Force is hoe belangrijk het is om meer te investeren in het opbouwen van cyberkennis. Diplomaten wisselen elke vier jaar van functie, wat het belangrijk maakt om kennis goed over te dragen. Tegelijkertijd is cyber een wereld op zich en gaan de ontwikkelingen razend snel. We moeten proberen om de cyberkennis en -ervaring die we in de afgelopen jaren hebben opgebouwd binnen de organisatie te houden en nieuwe kennis van buitenaf aan te trekken. We kunnen het ons niet permitteren om steeds weer opnieuw het wiel uit te vinden.”

Welke rol is er volgens jou voor BZ in het cyberdomein?


“BZ zet zich in voor duidelijke internationale regels voor het digitale domein. Dit zijn regels waar iedereen zich aan moet houden om een open, vrij en veilig internet te behouden. Als deze normen worden geschonden moet daar internationaal met gelijkgestemde partners op worden gereageerd. Dit valt en staat met het idee dat gedragsregels die offline gelden, ook online van toepassing zijn.

BZ is ook een maatschappelijke partner op het gebied van cyber. Een groot deel van het cyberdomein is in handen van het bedrijfsleven en de publieke sector. Daarom werken we aan een hechte samenwerking met deze spelers en gebruiken we hun kennis om de Nederlandse positie internationaal uit te dragen. Deze intensieve samenwerking met kennisinstellingen, het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven is relatief nieuw voor me en maakt me nieuwsgierig naar de kansen en mogelijkheden.

De belangrijkste rol voor BZ is in mijn ogen die van de verbinder tussen Nederland en de rest van de wereld. Wij zijn het ministerie dat de Nederlandse waarden en belangen uitdraagt en conflicten en verschillen van inzicht beheersbaar houdt. Dit doen we niet alleen; daartoe werken we nauw samen met onze bondgenoten.”

Op basis van je eerste indrukken: hoe ziet de toekomst van het werk van de Task Force Cyber eruit?

“Op de eerste dag van deze nieuwe functie lag er een evaluatie van het beleid over de afgelopen zes jaar met een aantal aanbevelingen op mijn bureau. Daar gaan we als team nu mee aan de slag. We zijn in gesprek met verschillende partners om gezamenlijk de belangrijkste uitdagingen van de komende jaren te bepalen. De nieuwe strategie moet ambitieus zijn en voortbouwen op alles wat we de afgelopen jaren hebben bereikt. We moeten goed gepositioneerd zijn om te reageren op de snelle ontwikkelingen in het cyberdomein. Daarnaast moeten we zorgen dat onze communicatie op orde is zodat het belang van cyber voor iedereen duidelijk en begrijpelijk is.

Ik denk dat er verschillende scenario’s denkbaar zijn over de rol van de Task Force Cyber binnen BZ op de lange termijn. Ik kan niet in de toekomst kijken maar ik kan me voorstellen dat cyber een grotere plek krijgt binnen ons ministerie. Dit is natuurlijk niet zomaar gerealiseerd maar cybersecurity zal in toenemende mate verweven gaan worden met andere beleidsthema’s. Dit zie je nu al in de Digitale Agenda van de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, maar ook met thema’s als economische veiligheid en in het denken over veiligheid in de Indo-Pacifische regio.”

Wat hoop jij persoonlijk toe te voegen aan deze functie?


“Ik hoop voor het hele team de ruimte te creëren om nieuwe ideeën te lanceren die bijdragen aan een ambitieuze en creatieve agenda. Met een nieuw kabinet, nieuwe Nationale Cybersecurity Agenda en een nieuwe internationale cyberstrategie op komst liggen daar kansen. De werkdruk ligt momenteel hoog maar als er genoeg ruimte is voor feedback en humor, dan kunnen we dat aan. Daar wil ik me graag op richten.”

Maartje woont in Voorburg met haar man Jeroen en drie dochters.