Tekst Mark Zellenrath
Foto UN Photo/Cia Pak
De derde week van september is niet alleen de week van Prinsjesdag en de Algemene Politieke Beschouwingen. Het is ook traditiegetrouw de week waarin de Verenigde Naties (VN) het vergaderjaar in New York aftrapt met de High Level Week. Staatshoofden, regeringsleiders, ministers en andere hoogwaardigheidsbekleders komen bij elkaar in de diplomatieke hoogmis van het jaar. Dit jaar onder de lange schaduw die de Russische oorlog tegen Oekraïne werpt. Wat staat het komende jaar op de veiligheidspolitieke agenda van VN?
Leestijd: 2 minuten
Doet de VN er nog toe?
Sinds 24 februari is één van de meest gestelde vragen aan diplomaten in New York: “doet de VN er nog wel toe?”. Begrijpelijk, aangezien één van de permanente leden van de Veiligheidsraad deze oorlog moedwillig ontketende. Het land dat, vanwege het vetorecht, elke betekenisvolle actie door de Raad kan blokkeren.
Toch is het te vroeg de VN, of zelfs de Veiligheidsraad, af te schrijven. Achter de schermen van de Raad ratelt de machinerie door waarmee de mandaten worden vastgesteld van de meer dan dertig politieke missies en vredesoperaties wereldwijd die de VN momenteel heeft. Zelfs op een thema als humanitaire toegang voor Syrië, al uiterst controversieel voor de Russische inval, kon te elfder ure een gemankeerde overeenstemming bereikt worden. En al kan VNVR de oorlog tegen Oekraïne niet stoppen, de situatie wordt wel doorlopend geagendeerd. Soms meerdere keren per week. Zo werd de publieke druk op Rusland flink opgevoerd om een VN-missie toegang te verlenen tot de kerncentrale in Zaporizja.
De brede frustratie over het Russische gedrag in de Veiligheidsraad – alleen al op het Syrië-dossier gebruikte Rusland 17 keer een veto – bereikte door de inval ook een kookpunt in de Algemene Vergadering van de VN. In april besloten de 193 lidstaten om bij elk nieuw gebruik van een veto in een spoedzitting bijeen te komen. Binnen tien dagen dient het land dat een veto uitsprak daarvoor rekenschap af te leggen bij de Algemene Vergadering. Een stap die voor de inval ondenkbaar was.
Van Oekraïne tot ontwapening: vijf veiligheidspolitieke thema’s
De oorlog heeft dus ook in de VN veel losgemaakt. Veel landen maken zich zorgen over de ‘ripple effects’ van de oorlog. Voedselprijzen en energieprijzen zijn duidelijke voorbeelden. Maar ook de houdbaarheid van schulden. Of de zorg dat het Westen dermate veel geld gaat besteden aan Oekraïne dat andere crises in de wereld ondergefinancierd blijven. Zorgen waar Rusland, maar ook China, handig op inspeelt. Daarnaast zijn landen zich weer extra bewust geworden van het belang van een ‘rules based order’. Dat landen beschermt tegen het recht van de sterkste en tegen ongebreidelde agressie zoals Rusland heeft laten zien.
Dat bepaalt ook de inzet van Nederland in de komende maanden op veiligheidspolitieke VN-dossiers. Vanzelfsprekend met volle steun voor Oekraïne, onder andere door interventies in de Veiligheidsraad en de Algemene Vergadering. Door steun voor accountability-initiatieven, waaronder compensatie voor oorlogsschade. Maar evenzeer door verder te werken aan het beschermen en versterken van de rules based order.
Zo is Nederland nauw betrokken bij de onderhandelingen over internationale normatieve kaders voor statelijk gedrag in cyberspace en het tegengaan van cybercrime. En lopen we voorop in het internationaal agenderen van de uitdagingen die het gebruik van artificiële intelligentie oplevert in het militaire domein – onder andere door een apart event tijdens de High Level Week.
Ook “oude” dreigingen blijven actueel. In het voorjaar vindt de tweejaarlijkse herziening van de wereldwijde contraterrorismestrategie van de VN plaats. Het snoeiharde rapport van de VN over de situatie in Xinjiang laat zien dat terrorisme niet als argument gebruikt mag worden voor het willekeurig opsluiten van honderdduizenden mensen en dat mensenrechten gerespecteerd dienen te worden.
En juist in tijden van oorlog en zorgelijke berichten uit Iran mag de ontwapeningsagenda niet vergeten worden. In de zogenaamde Eerste Commissie van de Algemene Vergadering zal hier de komende maanden verder aan gewerkt worden. Ondanks de teleurstelling dat er afgelopen augustus bij de toetsingsconferentie van het non-proliferatieverdrag geen consensus bereikt kon worden omdat Rusland niet wilde instemmen, waren zij de enige. Dat de rest van de landen wel stappen wilden zetten ten aanzien van moeilijke nucleaire dossiers is, in deze tijden, voorzichtig hoopvol.
Halfvol
Nederland gaat het 77ste vergaderjaar van de VN daarom tegemoet met de instelling dat we het glas liever halfvol zien, dan halfleeg. Juist als het lastig is mogen we niet uit het oog verliezen hoe belangrijk multilaterale samenwerking is om de grote uitdagingen waarvoor we staan, aan te pakken. In de woorden van voormalig SGVN Dag Hammerskjold: “The UN is what the Members make it, reflecting the weakness of all human effort but also the high aspirations and noble achievements of men of good will all over the world.”