Tekst Abel Hartman en Pelle Padmos
In 2015 begon Henk Ovink als eerste Speciale Watergezant van Nederland en bovendien de eerste watergezant wereldwijd. Daarvoor werkte hij senior adviseur voor de Presidential Hurricane Sandy Rebuilding Task Force van de regering van Obama. Hij ziet dat water steeds belangrijker wordt en bestaande instabiliteit kan verslechteren, maar daarom ook een ingang biedt om het gesprek te voeren over veiligheid. Zo is er afgelopen maand de Waterconferentie bij de Verenigde Naties in New York georganiseerd door Nederland samen met Tadzjikistan, en zijn er inmiddels meerdere landen met een speciale watergezant. In dit interview hebben we het met Henk over zijn werkzaamheden en over de nexus tussen veiligheid en water.
Leestijd: 4 minuten
Wat houden je taken in en hoe verhouden deze zich tot veiligheid?
‘Toen ik in 2014 benaderd werd door de toenmalige ministers van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Infrastructuur en Waterstaat om de speciale watergezant te worden, was het nog niet duidelijk wat dit precies zou betreffen. De functie was “water writ large”, water in combinatie met voedsel, met energie, met natuurlijk drinkwater maar inderdaad ook veiligheid. Het was het jaar van de voorbereiding van de duurzaamheidsdoelen, het Parijsakkoord en Sendai, Addis Abeba en Quito, kortom de hele 2030 Agenda voor duurzame ontwikkeling en ministers Ploumen en Schultz zeiden terecht: water zit in al die ambities en opgaven, we hebben iemand nodig die daar namens Nederland de wereld voor over gaat. Ik kreeg drie opdrachten mee:
- het bewustzijn over water als transversaal onderwerp laten toenemen;
- opereren in tijden van crises, of het voorkomen daarvan;
- het ontwikkelen van nieuwe oplossingen en innoveren op het gebied van water.’
‘Water wordt wereldwijd nog vaak gezien als een technisch probleem, voor ingenieurs in de uitvoering. In de handen van organisaties die lijken op Rijkswaterstaat en onze Waterschappen. Het mooie aan mijn functie is dat ik kan schakelen tussen deze technische partners en de beleidsdepartementen van Infrastructuur en Milieu, Klimaat, Landbouw en Buitenlandse Zaken en de diplomatieke dienst van Buitenlandse Zaken en ook Algemene Zaken.
Het klinkt zo op het eerste gezicht niet meteen als Veiligheidsdiplomaat, maar toch zou ik me nu na bijna tien jaar zeker zo zien. Wateronzekerheid gaat vaak samen met onveiligheid, en ook al uit het zich niet altijd in conflict, het vergroot de kans op conflict aanzienlijk. Droogte op zichzelf leidt niet tot instorting van een samenleving, maar het ondermijnt de stabiliteit van regio’s, op eenzelfde manier als overstromingen dat kunnen. Water raakt aan bijna alle veiligheidsissues die je kan bedenken: ongelijkheid, schaarste, instabiliteit en ga zo verder. Het mooie aan water is dat het zowel de aanstichter kan zijn voor problemen, maar ook juist de basis voor de oplossingen.’
Hoe vlieg je als waterdiplomaat zulke veiligheidsonderwerpen aan? Bijvoorbeeld in de gesprekken die jij als gezant voorzit tussen Israël en Palestina?
‘Dialogen over water zijn unieke gevallen in de diplomatie. Zo’n dialoog, een “watertafel”, waar we overleggen en discussiëren over water en hoe waterzekerheid verbonden is met gezondheid, de natuur en onze voedselvoorziening, met onze industrie en economie en onze investeringen, is de ideale conversatietafel. Water brengt mensen bij elkaar, en zorgt dat we kunnen werken aan gezamenlijke oplossingen. Want we zijn er allemaal van afhankelijk. Daarom is het ook van meerwaarde om te bespreken als we het hebben over een veel bredere agenda. De garantie op kwalitatief goed en voldoende drinkwater beschermt de kansen voor vrouwen en kinderen, versterkt de gezondheid en de kwaliteit van de leefomgeving, terwijl de voorzieningen zelf en de omgeving vele kansen bieden voor banen en economie.
Zo is Nederland ook de derde partij in het trilateraal overleg over water tussen Israël en de Palestijnse gebieden, dat ik nu al 7 jaar mag voorzitten. Het belang van water is enorm, zeker in deze regio, waar de belangen vaak uiteenlopen. Het mooie is dat water in veel gevallen een verbindende rol kan spelen, zo ook in deze. Waterzekerheid is natuurlijk voor de Palestijnse gebieden enorm belangrijk voor hun gezondheid en voedsel. Beide putten letterlijk uit dezelfde bron en de zorg daarvoor is dus ook een gedeeld belang. Net als water dat te vaak vervuild de grens over stroomt of het hergebruik van water om zuiniger om te kunnen gaan met die schaarse watervoorraad. Naast de stabiliteit in Gaza die door wateronzekerheid wordt ondermijnd, de vervuiling van de Middellandse Zee als de waterzuivering het niet doet en ook de levering van water door Mekorot, het Israëlische drinkwaterbedrijf aan de Palestijnen zijn allemaal ook voor Israël van groot belang. Deze constructieve dialoog over water kan dan soms ook de mogelijkheid bieden om andere onderwerpen op te pakken, en die met eenzelfde constructieve blik aan te vliegen.’
In maart vond de Waterconferentie plaats van de VN. Wat is het belang van deze conferentie?
‘Nederland co-hostte, samen met Tadzjikistan, dit jaar de VN-Waterconferentie in New York. Het was pas de tweede keer in de geschiedenis van de VN dat we de wereld bij elkaar kregen voor water, de eerste keer was in 1977. Eigenlijk is het bizar dat er geen VN-waterverdrag is, terwijl het zo’n belangrijk internationaal thema is. Zeker doordat het vaak grensoverschrijdend is.
Deze conferentie had niet het mandaat om tot een verdrag te komen, maar riep op tot voluntary commitments. Wij hebben het initiatief genomen met uiteindelijk de steun van het hele VN-lidmaatschap om alle commitments van de wereld –en dat zijn er inmiddels meer dan 700 – samen te pakken in één ambitieuze Water Action Agenda. Een agenda vol met vele acties en coalities die landen kunnen implementeren en opschalen. Ik denk dat het een prachtige start is voor de verdere internationale coördinatie op het gebied van water. Zoals al eerder genoemd was ik de eerste watergezant van de wereld, maar nu hebben ook bijvoorbeeld Tadzjikistan, Finland en de Verenigde Staten een watergezant, en vele andere landen hebben plannen om deze aan te stellen. En ook de VN krijgt binnenkort op initiatief van de landen, en versterkt op deze conferentie, een watergezant.
Het was een prachtige kans om de dynamiek en het commitment van de wereld te benutten om water een stevige plek te geven in de politieke agenda, niet alleen bij de VN maar juist in de grote wereldwijde coalitie van partijen. Water verbindt en het is juist de kracht van die verbinding die de basis legt onder het succes van zo’n gezant. Ik ben enthousiast en optimistisch, en denk dat de internationale aandacht, actie en bereidheid tot organisatie voor water de wereldwijde veiligheid zeker zal versterken.’