Het gaat goed met de Nederlandse economie en dat zien we terug in krapte op de arbeids- en woningmarkt, maar ook op de wegen, de fietspaden en in alle vormen van het openbaar vervoer. De groei van de mobiliteit is niet overal gelijk: binnen en rond de stedelijke gebieden neemt de mobiliteit sterker toe dan in andere gebieden (zie Figuur 1.a en 1.b). De groeiende economische activiteiten gaan tegelijkertijd gepaard met de opgave om de CO2-uitstoot fors te reduceren.
In de dagelijkse mobiliteit van miljoenen mensen speelt het OV een belangrijke rol, zeker in combinatie met de fiets. In 2017 zijn 25 miljard reizigerskilometers gemaakt met het OV. Met name in en tussen steden heeft het OV een grote rol. Richting 2030 en 2040 voorzien we reeds een autonome groei in het OV van 30% tot 40%. Ook voor het spoorgoederenvervoer wordt een sterke groei beoogd (van 41 miljoen ton nu naar 54 tot 61 miljoen ton in 2030). Het OV-netwerk op het spoor en voor bus, tram en metro loopt door de groei van personen- en goederenvervoer op een aantal plaatsen tegen capaciteits- en kwaliteitsgrenzen aan. De reiziger ervaart deze drukte met name in de (hyper)spits (zie Figuur 1.c). In de NMCA van 2017 zijn de grootste bereikbaarheidsknelpunten na uitvoering van het huidige MIRT reeds benoemd.
Figuur1.b - Groei reizigerskilometers Metropoolregio Rotterdam Den Haag (tram, bus, metro)
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ambitie
In 2015 is gestart met de samenwerking tussen Rijk, regio’s, vervoerders en ProRail om tot een gemeenschappelijke visie op het OV te komen. Eind 2016 heeft dat geleid tot een door alle partijen onderschreven ambitie voor het toekomstige OV:
In 2040 reizen Nederlanders snel, duurzaam, veilig, comfortabel, betrouwbaar en betaalbaar. Om naar hun werk, school, concertzaal en familie te gaan gebruiken ze eigen, gedeeld of openbaar vervoer. Er zijn goede verbindingen door het hele land en met de landen om ons heen; de grote steden hebben een sterk collectief vervoer en onderling korte reistijden. Een goede bereikbaarheid voor individuele reizigers maakt Nederland tot een van de meest concurrerende, leefbare en duurzame landen in de wereld. Het openbaar vervoer is daarbij essentieel onderdeel van het gehele mobiliteitssysteem, waarbij de reiziger en zijn/haar deur-tot-deur reis centraal staat.
Doelen
Om vanuit het OV een bijdrage te leveren aan maatschappelijke (ruimtelijke) opgaven rondom economie, woningbouw en leefomgeving streven wij richting 2040 de volgende 5 doelen na voor het OV:
- Het OV vangt haar deel van de mobiliteitsgroei op, in stedelijk gebied is OV samen met de fiets het belangrijkste vervoermiddel.
- Het klantoordeel in het hele OV gaat naar een 8 gemiddeld.
- De gehele OV-sector zero emissie en circulair.
- Nederland is een koploper in innovatie en vernieuwing van het OV
- We streven – ook met het intensiveren van het OV – naar een voortdurende verbetering van veiligheid en minder hinder voor de omgeving.
De doelen ten aanzien van goederenvervoer zijn opgenomen in het maatregelenpakket spoorgoederenvervoer.
Nadat in 2016 door Rijk, regio’s, ProRail en vervoerders de ambities voor het OV van de toekomst zijn bepaald, zijn de opgaven alleen maar gegroeid. In combinatie met de lange tijd die vaak nodig is voor voorbereiding en realisatie van infrastructurele projecten en de looptijd van OV-concessies, maakt dit dat NU richtinggevende uitspraken (hierna: principes) nodig zijn voor het openbaar vervoer van de toekomst als belangrijk onderdeel van het mobiliteitssysteem. Deze principes zijn in deze contouren opgedeeld in drie pijlers:
-
Focus op de kracht van het OV
-
Drempelloos van deur-tot-deur
-
Veilig, duurzaam en efficiënt OV
De bovenstaande doelen en de uitwerking van de drie pijlers in principes en acties houden een inspanningsverplichting in voor de partijen in de OV-sector.