Nieuwe ontwikkelingen in de infrastructuur zijn steeds meer afhankelijk van hun effect op het milieu. Dat maakt een milieueffectrapport (MER) onmisbaar en van onschatbare waarde. Het helpt overheden om de impact van plannen op het milieu te beoordelen en moet tegelijk openheid bieden aan burgers. Heel fijn natuurlijk, maar nog te vaak wordt een MER als vuistdik dossier opgeleverd waar je zonder juridische kennis maar moeilijk doorheen komt. ‘Dat kan anders’ vindt Marieke Pikart-van den Berg van Directie Participatie bij IenW.

Portretfoto Marieke Pikart van den Berg
Marieke Pikart-van den Berg

Transparante communicatie

De Directie Participatie heeft als doel om de verbinding tussen overheid en samenleving te versterken. Dit wordt gedaan door burgers en belanghebbenden te betrekken bij beleids- en besluitvormingsprocessen. De directie werkt nauw samen met verschillende beleidsafdelingen binnen het ministerie, zoals de luchtvaart-, wegen-, spoorwegen- en waterafdelingen. Milieueffectrapportage speelt een cruciale rol in dit proces. Bij grote infrastructurele projecten, zoals de aanpassing van een snelweg of de wijziging van een vliegveld, is de overheid wettelijk verplicht de effecten op het milieu te onderzoeken en vast te leggen in een MER. Dat bevat belangrijke informatie over de impact van het project op verschillende milieuaspecten, zoals luchtkwaliteit, bodem, water en geluid. Pikart-van den Berg: “Het MER wordt dan samen met het ontwerpbesluit ter inzage gelegd zodat belanghebbenden niet alleen het plan, maar ook de onderbouwing en milieu-impact kunnen beoordelen. Hierdoor wordt de besluitvorming transparanter en beter onderbouwd.”

De natuur heeft geen stem

Het betrekken van burgers en belanghebbenden bij het besluitvormingsproces zorgt niet alleen voor een betere informatievoorziening, maar kan ook helpen bij het verbeteren van het contact tussen overheid en betrokkenen. “Wanneer mensen voelen dat ze gehoord worden en hun input serieus wordt genomen, is de kans groter dat ze begrip en acceptatie tonen voor het uiteindelijke besluit. Ook als ze het daar niet mee eens zijn. Dit noemen we ook wel procedurele rechtvaardigheid”, legt Pikart-van den Berg uit. “In essentie vormt het MER een brug tussen beleid en wetenschap, tussen overheid en burger, en tussen economische belangen en milieubehoud. Het is een sleutelinstrument dat helpt om een balans te vinden tussen vooruitgang en duurzaamheid. De natuur heeft geen stem. Milieueffectrapportage helpt op te komen voor de natuur en zorgt dat milieubelangen een integraal onderdeel vormen van de beleids- en besluitvormingsprocessen. Daarbij dwingt het beleidsmakers keuzes opnieuw af te wegen, gebaseerd op wetenschappelijke onderbouwing en in overleg met belanghebbenden.”

Citaat van Marieke Pikart-van den Berg: “In essentie vormt het MER een brug tussen beleid en wetenschap, tussen overheid en burger, en tussen economische belangen en milieubehoud."

Het belang van participatie

“Enerzijds is het betrekken van burgers bij besluitvorming wettelijk verplicht”, aldus Pikart-van den Berg. “Anderzijds zit er in de samenleving ook heel veel kennis. Mensen die gestudeerd hebben, of zich juist in vrije tijd veel hebben verdiept in bepaalde vogel- of plantsoorten. En vergeet niet, bewoners weten vaak veel meer van de omgeving dan externen. Waar gebeuren sneller ongelukken, met welke factoren heb je te maken op de Veluwe, waar is behoefte aan qua verkeersoplossingen of straatverlichting. Die plaatselijke kennis moet je niet onderschatten. Daarbij is IenW het ministerie van de fysieke leefomgeving. Alle ingrepen waar wij verantwoordelijk voor zijn, raken de leefomgeving van de burger. Het is onze taak om ieders belangen te betrekken en te verenigen.”

Uitdagingen

Een van de grote uitdagingen bij participatie is het toegankelijk en begrijpelijk maken van technische en complexe rapporten zoals het MER. Vaak zijn deze documenten lastig te volgen voor leken. Om dit te overbruggen, wordt er steeds vaker extra aandacht gegeven aan de bijbehorende publieksvriendelijke samenvatting van het MER, geschreven in eenvoudige taal. Pikart-van den Berg: “Dit helpt burgers om de inhoud en de impact van het project beter te begrijpen en er zinnige feedback op te geven. Het is wettelijk verplicht een publieksvriendelijke samenvatting bij te leveren, maar het blijft lastig om zulke ingewikkelde materie makkelijk uit te leggen. De Directie Participatie werkt daarom samen met beleidsafdelingen om te zorgen dat extra aandacht wordt gegeven aan dergelijke samenvattingen. Dit gebeurt door regelmatig overleg en advisering over het belang van begrijpelijke communicatie en participatie.”

Is een standaard B1-niveau voor het MER dan de uitkomst? “Ik denk dat dat moeilijk haalbaar is”, aldus Pikart-van den Berg. “De informatie in een MER is vaak ingewikkeld. Effecten op het milieu zijn breed: denk aan luchtkwaliteit, bodemdiversiteit, erosie, water, geluid. Noem maar op. Dit zijn zeer technische en ingewikkelde onderwerpen. Om daar een goed rapport bij te hebben dat als onderbouwing van een besluit kan dienen, en dan ook nog in B1? Dan mis je een hoop elementen en nuances. Moeilijke taal is dus onontkoombaar. Maar, waar ik wel voor pleit: vul de technische informatie dan aan met een goed leesbare publieksvriendelijke samenvatting die wel op B1-niveau is. Ik denk dat dat al een hele hoop goodwill creëert.”