Tekst Simone Leeuwenkamp
Foto Josje Deekens
In deze rubriek van JenV Magazine volgt de redactie een collega tijdens een dagdeel van zijn of haar werkleven. Dit keer gaan we een dag mee met Bente *, inspecteur bij de Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID).
Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID)
De LID is een Nederlandse stichting, opgericht in 1986, om de wet- en regelgeving op het gebied van dierenwelzijn te handhaven. Tweëentwintig inspecteurs en drie regio-inspecteurs verspreid over het gehele land komen in actie na oproepen via het Meldpunt 144. De LID onderzoekt jaarlijks ruim 10.000 meldingen over verwaarlozing van hobby- en gezelschapsdieren. Daarnaast voert de LID routinecontroles uit bij onder andere dierenwinkels, -pensions, -fokkers en -handelaren.
Vaak werken de inspecteurs samen met de dierenpolitie. Zij zijn in principe verantwoordelijk voor acute meldingen van dierenmishandeling. Als een beklaagde bijvoorbeeld geen toegang wil verlenen, gaat de inspecteur meestal samen met de politie op pad. De politie zorgt er met een machtiging voor dat ze de woning in mogen. Ook op adressen met een vergrote kans op agressie, wordt de politie soms meegevraagd voor ondersteuning.
De inspecteurs zijn buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) en toezichthouder. Ze hebben zowel straf- als bestuursrechtelijke bevoegdheden. In het uiterste geval nemen ze dieren in beslag voor het OM of in bewaring voor de rijksdienst RVO. In 2021 betrof dat 900 dieren.
Strafrecht of bestuursrecht?
Bente: ”Bij het strafrecht schrijf ik een proces-verbaal uit of neem dieren in beslag in opdracht van de officier van justitie. Dat zijn straffen voor de eigenaar, maar die brengen niet altijd verbetering in de situatie. Dit terwijl wij er toch in eerste instantie zijn voor het welzijn van de dieren. Een bestuursrechtelijk traject is bijna altijd goed voor de leefomstandigheden van het dier. Daar kies ik dan ook liever voor. Via die route krijgt de eigenaar waarschuwingen of bestuursrechtelijke lasten om bijvoorbeeld het huis schoon te maken, de huisvesting te verbeteren of de dierenarts te bezoeken. Als het echt niet anders kan, zet ik in overleg met de rijksdienst RVO, spoedbestuursdwang in of neem de dieren in bewaring.”
Een inspecteur werkt in principe vanuit huis, of – beter gezegd – vanuit de auto. Bente reist haar hele Brabantse district door dat tussen Roosendaal en Tilburg ligt. Haar dagelijkse planning is afhankelijk van de meldingen die zij binnenkrijgt. Bente: “Je weet nooit wat je aantreft. Als er een melding is gedaan, ben ik vaak de eerste die ter plaatse komt en vrijwel altijd onaangekondigd.”
11.10 uur: Heiningen
Er is een melding van een paard met dreadlocks. Dat zou kunnen wijzen op een slechte verzorging. Ter plaatse springt Bente behendig een hek over en inspecteert de grote merrie. Ze heeft inderdaad dreadlocks, maar die kunnen ook ontstaan zijn door het ‘plakkerige plantje’ dat in de wei staat. Ook haar weidegenoot heeft ze in de manen. De merrie heeft nog geen last van de aan elkaar geklitte manen, maar wel van ontstoken ogen. Daar moet wél snel wat aan gebeuren. Er ligt rommel op het erf en in het woonhuis even verderop blijkt niemand thuis. Bente overweegt een contactformulier in de bus te doen, maar besluit toch om op korte termijn terug te komen. “Dat werkt soms beter. Dan doen mensen hun verhaal, zonder dat ze wenselijke antwoorden kunnen geven, omdat ze voorbereid zijn.”
11.45 uur: Weer in de auto
Op weg naar Oudenbosch waar een melding is over een Jack Russell en meerdere katten die last hebben van diarree en veel vlooien. In haar map ziet ze dat er op dat adres al eerder meldingen zijn geweest van overlast. Het Hawaïaanse dasboardvrouwtje schudt met haar rieten rokje als Bente weer optrekt. “Heerlijk, op de weg. Je bent altijd buiten, nooit is een dag hetzelfde. Brabant is een fijne provincie, de mensen zijn toegankelijk en vriendelijk. Natuurlijk zijn er mensen die ik tref die boos zijn, maar dat zijn ze niet op mij persoonlijk. Dat laat ik van me afglijden. Ik ben nooit bang. Wel alert op de situatie, dus ik benader mensen altijd met respect en probeer zo min mogelijk agressie te triggeren. Wel stel ik natuurlijk grenzen, als dat nodig is.”
In Oudenbosch is niemand thuis. Ook dit adres komt op het lijstje. De rolluiken in de arbeidersstraat zijn bijna overal naar beneden. Toch heb je het gevoel dat de buren allang gezien hebben dat de Inspectiedienst voor de deur staat. Bente loopt nog even achterom en gluurt over de betonnen schutting. De tuin is rommelig, maar verder is er geen dier te bekennen. Behalve dan bij de buren, waar een lichtbruin snuitje onder de schutting door piept.
12.15 uur: Op naar de volgende melding
Weer in de auto, op naar de volgende melding. “Je weet nooit of een melding ernstig is of niet. Dat zie ik pas ter plekke. Het kan het topje van de ijsberg zijn. Vaak zie je dat er sprake is van meerdere problemen. Hebben mensen én financiële problemen én psychische problemen, dan zijn er vaak ook al meerdere instanties op de hoogte. Van jeugdzorg tot de belastingdienst en van politie tot bewindvoerder. En ja, daar lijden de dieren dan ook onder. Ik wil zelf graag de situatie voor de dieren verbeteren. Dan helpt straffen vaak niet, wel sturing. En zeker als mensen al de hulpvraag stellen dat ze er met zoveel dieren en zo weinig geld en overzicht zelf echt niet meer uitkomen. Dan blijkt er vaak veel mogelijk, méér dan mensen denken”.
13.55 uur: Tilburg
Al bij het oprijden van het bedrijventerrein ziet Bente een enorme hond die zijn baasje vooruit trekt bij het uitlaten. “Ik rij nu langs bij een adres waar ik eerder geweest ben, om te checken of de situatie van een waakhond bij een garagebedrijf verbeterd is. Het hondenhok voldeed niet aan de wettelijke voorschriften voor waak- en heemhonden.” De uitgelaten hond blijkt de betreffende Anatolische herder waar ze naar op zoek is. Dat uitlaten is alvast een pluspunt, maar van het verbeteren van het hondenhok is niks terecht gekomen. Ook de ketting is te zwaar voor de nekwervels van de herder. De herder reageert blij en luistert goed. Dat vindt Bente een goed teken, maar ze maakt nu wel concrete, bindende afspraken met de eigenaren dat de situatie bij de volgende controle verbeterd móet zijn.
14.28 uur: Tilburg
Een melding over verwaarlozing van honden en katten. De vrouw die de deur opendoet is meteen boos. Ook haar man is op zijn zachtst gezegd niet te spreken over het feit dat deze melding juist bij hen gedaan is. ‘Als er iemand goed voor zijn beessies zorgt, zijn wíj het wel!’ Bente geeft aan dat ze dat begrijpt, het is niet leuk om zo’n melding te krijgen. Maar of ze dan toch even mag kijken, het gaat haar immers om de dieren. Dat ontdooit. Trots, maar nog steeds boos, tonen ze hoe goed ze voor hun 16 katten en twee honden zorgen in hun kleine huis. Dat is inderdaad in orde. Er is één poesje met traanoogjes en een verkoudheid. Dat moeten ze laten behandelen.
15.53 uur: Tilburg
Meerdere meldingen over een nest Staffordshire-bulterriërs. De vrouw die in haar pyjama-outfit de deur open doet, nodigt Bente vriendelijk uit om verder te komen. Ze verzucht dat ze hoopte dat Bente de halfjaar oude puppies kwam halen, “want ze slopen mijn hele huis en eigenlijk kan ik het niet meer aan. Het was ook zó niet de bedoeling, opeens was mijn hond zwanger. Ik heb al hulp ingeschakeld, ik kan de zorg voor al die dieren niet betalen.” Bente maakt zich zorgen over twee lichtgrijze puppies met serieuze huidproblemen en ontstoken ogen. Geen enkele pup blijkt geregistreerd te zijn. Ze wil dat de grijze puppies medisch behandeld en gechipt worden en dat de volgepoepte tuin – waar ook nog twee grote honden wonen - vaker schoongemaakt wordt. “Dat ga ik later nog controleren of dat allemaal gedaan is. Als dat niet zo is, kan er een proces-verbaal volgen.”
17.03 uur: Oisterwijk
Het is inmiddels donker. Het huis waar Bente moet zijn is dat ook. Er zou een te magere hond wonen, maar die is niet te vinden. Hier doet ze dan uiteindelijk, na een lange dag, wél een officiële kennisgeving in de bus. “Dan kunnen ze met mij contact opnemen, dat lijkt me nu wel relevant. Bijna iedereen neemt contact op na zo’n brief.”
Haar werktelefoon blijft nog tot 8 uur aan, voor als bijvoorbeeld de politie belt. “Maar daarna gaat ie uit. Morgen weer een dag.” Nu eerst nog een paar verslagen, proces-verbalen en toezichtrapporten afmaken. ♦
* Wegens privacy-redenen wordt de achternaam van de inspecteur niet genoemd. Ook worden beklaagden niet herkenbaar in beeld gebracht.