Tekst Simone Leeuwenkamp
Foto CJIB
In deze rubriek staat in elke editie één van onze taakorganisaties in de schijnwerpers. Deze keer: het CJIB, het Centraal Justitieel Incassobureau, dat boetes int voor de overheid en de uitvoering van alle strafrechtelijke beslissingen coördineert.
Maar wat doet het CJIB precies? Innen ze alleen de boetes (hoeveel dan?), of omvat hun werk inmiddels veel meer dan de gemiddelde burger beseft? Hoe maakt een medewerker Slachtofferinformatiepunt eigenlijk het verschil? Welke oplossingen zijn er nog als iemand niet kan betalen? En wie is die digitale collega TOOS eigenlijk?
De antwoorden op deze en andere vragen lees je in deze rubriek ‘In de schijnwerpers’.
Het CJIB – hét inning- en incassogezicht van de overheid en de spil in de executieketen
Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) is een uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het CJIB is gevestigd in Leeuwarden en verzorgt de inning voor veel overheidsorganisaties. Zoals de inning en incasso van verkeersboetes, maar ook van andere geldboetes. Denk bijvoorbeeld aan schadevergoedingsmaatregelen, ontnemingsmaatregelen, dwangsommen en bestuurlijke boetes voor andere overheden.
De wet USB gaf het CJIB in 2020 ook formeel de verantwoordelijkheid om namens de minister voor Rechtsbescherming te zorgen voor de coördinatie van de uitvoering van alle strafrechtelijke beslissingen, zoals gevangenisstraffen of taakstraffen.
Met de uitvoering van deze taken levert het CJIB een belangrijke bijdrage aan de geloofwaardigheid en het gezag van de overheid. Eén van de belangrijkste maatschappelijke opgaven waar het CJIB voor staat, is maatschappelijk verantwoord innen en incasseren.
“Betalen, maar met oog voor de persoonlijke omstandigheden”
Catharina Sinnema-van der Zee is medewerker bij de afdeling Persoonsgebonden behandelen, team Dwang. Zij werkt met de dossiers waarbij, ondanks alle inspanningen van andere collega’s, nog niet alles is betaald. “Mijn werk begint aan het einde van het traject van het innen van een boete. Als alles al is gedaan om een boete te innen, van brieven sturen tot deurwaarder. En alle standaard oplossingen al zijn aangeboden, zoals betalen in delen. Het innen van boetes moet natuurlijk wel maatschappelijk verantwoord en menselijk gebeuren. We willen bovendien niet dat de boetes ook nog eens oplopen, dat is voor niemand fijn.”
Situatie en mogelijkheden
“We onderzoeken eerst goed de mogelijkheden én de situatie van iemand. Staat iemand bijvoorbeeld onder bewind of curatele? Is er sprake van schuldhulp of een faillissement? Welke informatie heeft de deurwaarder? Rijdt iemand in een onverzekerd voertuig of zonder geldig rijbewijs? Is er al eerder contact geweest met het CJIB? Hoe completer ons beeld, hoe beter we de betrokkene ook kunnen helpen.”
Goede wil helpt
“We hebben wekelijks maatwerkoverleg met verschillende disciplines over zaken die helemaal vastgelopen zijn. Wat kunnen we nog doen? Welke oplossingen kunnen we nog bedenken om de persoon te helpen niet verder in de schulden te komen en de boete betaald te krijgen? Kunnen we de betrokkene of hulpverleners bellen?
Wat me bijblijft van gesprekken, is dat mensen over het algemeen blij zijn dat je belt. Dat zijn vaak de mensen die niet kunnen betalen, die bijvoorbeeld dakloos zijn geweest, of het hele proces totaal niet overzien of begrepen hebben. Dan kan ik vaak een regeling treffen. Niet volgens de standaard, maar geheel gebaseerd op de persoonlijke situatie.
En het is fijn om iemand te helpen die goede wil heeft, maar er qua betalen niet uitkomt. Wanneer er een oplossing komt die werkt, voel ik dat ik echt een verschil kan maken voor de samenleving.” ♦
De Haarlemmerolie in de keten
Ellie Nicolai is medewerker bij het Slachtofferinformatiepunt van het CJIB. Zij heeft contact met slachtoffers als wordt beslist dat de dader meer vrijheden krijgt. En belangrijker nog; ze zorgt ervoor dat de wensen van die slachtoffers in een rapportage worden vastgelegd, zodat hier rekening mee kan worden gehouden.
“Dat is sinds kort ook een taak van het CJIB. Ik werk bij een afdeling die nog niet zo lang bestaat en deze functie is me op het lijf geschreven. Ik sta voor een rechtvaardige en veilige samenleving en wil graag het verschil maken voor de slachtoffers en de samenleving. Dat kan ik natuurlijk niet alleen, daar heb ik de hele keten bij nodig. Ik ben graag die Haarlemmerolie.”
Oud en nieuw recht
“Op 1 juli 2021 hebben de belangen van slachtoffers een belangrijkere rol gekregen met de inwerkingtreding van de Wet Straffen en Beschermen. Slachtoffers hebben sindsdien meer rechten. Vonnissen worden naar het CJIB gestuurd en wij zorgen voor de ten uitvoerlegging van de straf. Dat was altijd al zo en daardoor hebben we ruime ervaring met het proces van schadevergoedingsmaatregelen. Daar worden ook de belangen van het slachtoffer en de dader in meegenomen. Wij informeren de slachtoffers over eventuele vrijheden van de dader, met de daarbij opgelegde voorwaarden, zoals een locatieverbod of contactverbod. Een slachtoffer kan ook aangeven of hij of zij op de hoogte gehouden wil worden van het verloop van de zaak.”
Wat heb jij nodig?
“Slachtoffers willen daders vaak niet meer tegenkomen in hun dagelijkse leven. Dat kan ik me goed voorstellen. Aan de andere kant is het ook de bedoeling dat een dader na zijn straf weer een plek kan krijgen in de maatschappij. Dé vraag die ik een slachtoffer stel, als er wordt beslist dat de dader vrijheden krijgt buiten de muren van de gevangenis, is ‘Wat heb jij nodig?’. Dat kan bijvoorbeeld een contact- of locatieverbod zijn voor iemand.
De informatie die we hebben over een zaak, moet kloppen, voordat we een iemand benaderen. Dat is soms ingewikkelder dan het lijkt. Zo kan een situatie van het slachtoffer in de praktijk gewijzigd zijn, waardoor wij anders moeten handelen. Denk bijvoorbeeld aan kinderen, die heel recent verhuisd zijn. Juiste informatie is essentieel als je slachtoffers gaat benaderen en je moet ook weten of ze vertegenwoordigd worden.
Natuurlijk doen de verhalen me wat en het is fijn dat ik iets kan betekenen. Soms kan dat al door uitleg te geven of erop te wijzen wat mogelijk is. Ik let er ook op of slachtoffers meer ondersteuning nodig hebben. Dan verwijs ik bijvoorbeeld door naar Slachtofferhulp Nederland.”
Dubbel en tweeledig
“Als iemand zijn of haar straf heeft uitgezeten, dan houdt het contact met het slachtoffer op. Dat de straf is geëindigd, is soms erg moeilijk voor slachtoffers om te accepteren. Dat begrijp ik. Een moeder zei ooit tegen mij: ‘Ik heb levenslang, omdat mijn kind vermoord is. De dader kan wél weer een toekomst opbouwen.’ Ik kan dat niet veranderen en vind dat soms ook moeilijk. Mijn werk is daardoor tweeledig, maar ik heb wel het gevoel dat ik een verschil kan maken.” ♦
TOOS werkt ’s nachts gewoon door
Sinds juni 2017 hebben de medewerkers op de postkamer van het CJIB een bijzondere collega. Ze heet TOOS. TOOS (Tekst Op Onderwerp Scannen) is een zelflerend ‘robotje’ dat gescande brieven en mails leest, zelf vaststelt waar iemand over schrijft en de brief klaar zet voor de juiste medewerker.
“Vroeger moesten de medewerkers alle ingekomen post zelf lezen. Waar gaat het over? En welke medewerker kan dit het beste behandelen?”, zegt Alinda Kleefstra, functioneel beheerder bij het CJIB. “Dat kostte soms wel een minuut per brief en de post hoopte zich weleens op. Dat kon efficiënter, dachten wij.”
TOOS aan de slag
Dat bleek. Sinds TOOS er is, hoeven haar collega’s de brieven alleen nog maar open te maken en aan TOOS aan te bieden. Die plaatst er een aantal labels op (zoals onderwerp, CJIB-kenmerk, BSN) en zet ze dan klaar voor de juiste medewerker.
Software engineer Joep Bouwman was intensief betrokken bij het uitdenken en bouwen van TOOS. Daarna trainde hij haar met 50.000 brieven waarvan al was bepaald waar ze over gingen. “Zo leerde TOOS: Ah! Dit heb ik eerder gezien: deze woorden gebruiken mensen als ze vragen hebben over een onterechte aanmaning.”
Inmiddels leest en labelt TOOS duizenden brieven per maand. Alinda: “Voor alle duidelijkheid: TOOS beslist niets, maar ondersteunt alleen. De medewerkers zijn en blijven verantwoordelijk. Want al is TOOS een supermedewerkster, ze maakt ook fouten. Daarom mag ze het onderwerp pas aan een medewerker doorgeven als ze voor 65 procent zeker is van wat ze weet.”
Om nog beter te worden, werkt TOOS ’s nachts gewoon door. Joep: “Dan vergelijkt ze de labels van haar menselijke collega’s met de labels die ze zelf heeft gekozen.”
Dankzij TOOS kan het CJIB brieven sneller beantwoorden en de post goedkoper verwerken. Maar er zijn meer factoren waardoor haar invoering een succes is. “We hadden het voordeel dat we al ervaring hadden met digitalisering”, zegt Alinda. “En het management en de directie stonden er achter. Dat is belangrijk.”
Nieuwe collega
Heel belangrijk was ook dat de medewerkers bij het traject werden betrokken. Zij dachten mee over de labels en over welke brieven gebruikt konden worden voor de training. Alinda: “Natuurlijk waren de collega’s afwachtend. Maar Joep gaf TOOS bewust een gezichtje en we noemen haar een ‘zij’ en een ‘nieuwe collega’. Daardoor werd het hún robotje. Medewerkers van wie TOOS het werk overnam, stroomden door naar een andere afdeling. En voor de collega’s die bleven, werd het werk interessanter: nu Toos de eenvoudige brieven labelt, kunnen zij de ingewikkelde vragen verwerken.”
Inmiddels is TOOS door haar collega’s omhelsd. Haar geboorte werd zelfs gevierd zoals dat hoort: met beschuit met muisjes. ♦