Tekst Martin Lamboo
Foto Bart van Vliet (portret Inge van Hemert) en Phil Nijhuis (portret Anouar Koudadi)
Geld of goederen afkomstig uit criminele activiteiten afpakken en de opbrengst weer zichtbaar investeren in de samenleving – liefst in kwetsbare wijken, die veel te lijden hebben gehad van criminaliteit. Zie daar, in a nutshell, de essentie van het project Maatschappelijk Herbestemmen (MaHer), waarvan onlangs in Schiedam de eerste pilot van start is gegaan.
Een inspirerend voorbeeld van maatschappelijk herbestemmen uit Italië: het Teatro Massimo in Palermo, jarenlang verwaarloosd en door de maffia als gokhal gebruikt. Nu is het pand weer in handen van de gemeente; het is fraai gerestaureerd en doet weer dienst als muziekgebouw voor de burgers van Palermo.
Het project MaHer vloeit voort uit het voornemen uit het Coalitieakkoord 2021-2025 om de ondermijnende criminaliteit ‘hard, realistisch en effectief’ aan te pakken. Een stevige aanpak van het verdienmodel van criminelen is hiervan een belangrijk onderdeel. En daar blijft het niet bij: “Afgepakt geld of afgepakte zaken, zoals die van personen die (de herkomst van) bezit van kostbare zaken niet (fiscaal) kunnen verklaren, krijgen zoveel mogelijk een publieke bestemming, met name in de wijken die het meest lijden onder criminaliteit”, aldus het Coalitieakkoord.
Zichtbaar profijt
In zekere zin vindt maatschappelijke herbestemming van afgepakt crimineel geld ook nu al plaats, vertelt Inge van Hemert, beleidsmedewerker bij het DG Ondermijning en verantwoordelijk voor het dossier MaHer. “Al dat geld – en ook de verkoopopbrengst van afgepakte goederen, zoals panden, auto’s, boten of dure horloges – vloeit immers terug in de staatskas. Je kunt dus zeggen: het komt ten goede van ons allemaal. Aan de andere kant: er is niemand die dat ziet, of er iets van merkt. Met MaHer willen we daar verandering in brengen. Door dat afgepakte geld zichtbaar te investeren in concrete initiatieven, waarmee je kansen creëert voor jongeren in kwetsbare buurten, snijdt het mes aan twee kanten. We laten duidelijk zien dat misdaad niet loont en dat we met dat afgepakte geld iets doen waar zo’n kwetsbare wijk echt profijt van heeft.”
Leer-werkplek
De pilot in Schiedam vindt plaats in de wijk De Gorzen, een oude volkswijk uit het begin van de twintigste eeuw. Het gaat hier om indirecte herbestemming: het pand dat van criminelen is afgepakt is verkocht. En met de opbrengst van de verkoop wordt in een ander, meer geschikt pand in diezelfde wijk een ontmoetingscentrum voor buurtbewoners en een leer-werkplek voor jongeren ingericht.
“In De Gorzen wonen van oudsher veel havenarbeiders - allemaal met hun eigen specialisme en vakmanschap”, weet Anouar Koudadi, bij DGO eveneens belast met dit dossier. “Het idee achter deze pilot is dat oud en jong elkaar in dat ontmoetingscentrum kunnen vinden en dat de ouderen hun kennis en vakmanschap kunnen overbrengen op de jongere generatie. Bij dit initiatief worden lokale werkgevers nauw betrokken. In de haven zitten bijvoorbeeld veel grote, technische bedrijven, die zitten te springen om personeel. Zij kijken met grote belangstelling naar deze pilot. Die combinatie kan echt tot iets moois leiden. Bedrijven kunnen straks goede vakkrachten werven en verder opleiden. De jongeren uit de wijk kunnen op een eerlijke manier hun geld verdienen en zullen hopelijk minder snel zwichten voor de verleidingen van het ‘snelle geld’ uit – bijvoorbeeld – de drugscriminaliteit. Plus: het bijeenbrengen van bewoners van verschillende generaties uit de wijk kan een positieve bijdrage leveren aan het buurtgevoel en de sociale cohesie.”
Complex
Dat klinkt allemaal veelbelovend. En dat MaHer ook echt zo kan werken, bewijzen succesvolle initiatieven in landen als (met name) Italië, Frankrijk en Spanje, waar maatschappelijk herbestemmen in enigerlei vorm al langer wordt toegepast. Dat Nederland nu pas overgaat tot een pilot met MaHer heeft volgens Inge te maken met de complexiteit van het vraagstuk. “Iedereen vindt het concept heel mooi, maar de juridische, financiële en organisatorische aspecten die eraan vastzitten zijn heel ingewikkeld. Afgepakt geld en afgepakte goederen vloeien bij ons terug in de staatskas. Het gaat om ‘generale middelen’, waar wij als JenV geen zeggenschap over hebben. Het druist in tegen de begrotingsregels om afgepakte middelen structureel in te zetten voor andere doeleinden. Doordat het kabinet in het Coalitieakkoord expliciet de ambitie heeft uitgesproken om aan de slag te gaan met MaHer, is er nu draagvlak om incidenteel van die regels af te wijken. Maar daarmee zijn we er nog niet.”
Meerledig
De pilot in Schiedam dient volgens Anouar dan ook een meerledig doel. “Uiteraard om te leren hoe je zo’n project in de praktijk opzet, wat daar allemaal bij komt kijken, welke lokale en landelijke partners je daarbij het beste kunt betrekken – dat soort praktische dingen. En natuurlijk willen we zien of het maatschappelijk herbestemmen van afgepakt crimineel geld en goederen ook echt die positieve effecten heeft die we ervan verwachten. Maar we gaan zeker ook goed kijken welke obstakels er nog in de weg staan en wat er nodig is aan aanpassingen in wet- en regelgeving – bijvoorbeeld in de begrotingsregels - om MaHer-initiatieven in de toekomst op structurele basis mogelijk te maken.”
Vertrouwen
“MaHer is echt een traject dat we samen doen”, benadrukken Inge en Anouar. “Niet alleen met partners die betrokken zijn bij het proces van strafrechtelijk afpakken, zoals politie, FIOD, OM en het CJIB, maar bijvoorbeeld ook het Rijksvastgoedbedrijf en de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën. En uiteraard tal van partners op lokaal en regionaal niveau, zoals nu bij de pilot in Schiedam. Het is iets geheel nieuws; er ligt nog weinig vast. Dat betekent: experimenteren en dingen uitproberen. Dat maakt het voor iedereen interessant, maar ook spannend. Maar we zijn ervan overtuigd dat MaHer tot heel mooie resultaten kan leiden. Als we die resultaten dan ook nog goed zichtbaar maken – en duidelijk laten zien dat dit mooie initiatief voor de wijk is gefinancierd met geld of goederen die we hebben afgepakt van criminelen en waarom we die middelen hebben afgepakt – kan dat bovendien het vertrouwen van burgers in de overheid een stevige boost geven.” ♦
“We investeren fors in de bestrijding van georganiseerde misdaad”, vertelt minister Dilan Yesilgöz-Zegerius. “Extra mooi als we dat afgepakte geld van criminelen en alles waarmee ze willen pronken - van dure klokjes, auto’s tot vastgoed - kunnen teruggeven aan de samenleving door de opbrengst ervan te investeren in de leefbaarheid van onze buurten. Zo wordt ook duidelijk dat misdaad niet loont’’.
”Door afgepakt crimineel bezit aan de maatschappij te schenken, wordt voor iedereen zichtbaar dat misdadigers verre van onoverwinnelijk zijn”, weet Hoofdofficier Hugo Hillenaar van het arrondissementsparket Rotterdam. “In Italië is het maatschappelijk herbestemmen van met misdaad verkregen eigendommen al langer ingeburgerd en het is daar een enorm succes. In Schiedam profiteert nu een hele wijk! Ik hoop dat dit project op veel meer plekken in ons land navolging krijgt.”
“De opbrengst van het crimineel bezit brengen we terug in de wijk, door te investeren in onze jongeren”, licht burgemeester Cor Lamers van Schiedam toe. “We bieden ze een plek waar ze onder goede begeleiding aan zichzelf kunnen werken. We willen graag de vakkennis en kunde van wijkbewoners gebruiken om jongeren meer toekomstperspectief te geven en ze beter weerbaar te maken tegen verleidingen van de criminaliteit.’’