Foto Guilaumme Groen
In elke editie van JenV Magazine een column van de hand van een van onze partners of medewerkers over hun passie voor het vak. Dit keer: Anouk Duijnker, Operationeel Specialist DCG (Dieren binnen Criminaliteit en Gebiedsgebonden Politie) bij de politie.
“Als kind droomde ik van een baan bij de politie of als dierenarts; dat kreeg ik niet meer uit mijn hoofd. Op mijn 16e solliciteerde ik bij de politie en op mijn 18e mocht ik naar de opleiding voor surveillant. Ik dacht: ‘als ik eenmaal binnen ben bij de politie, dan vind ik er mijn weg wel’. Dat is inmiddels 26 jaar geleden. Sinds 2010 ben ik betrokken bij de ontwikkeling van taken die voortkomen uit de inrichting van de Dierenpolitie, nu bekend als ‘thema dieren binnen Criminaliteit & Gebied Gebonden Politie (DCG)’. Daar valt al het politiewerk onder waar dieren bij betrokken zijn. Ik kan mij geen mooier vakgebied bedenken.
Aanvankelijk deed ik dat als operationeel coördinator van het korps Zaanstreek-Waterland en later als tactisch coördinator van de Eenheid Noord-Holland. Inmiddels heb ik een landelijke functie: ik ben specialist op het thema DCG. Ik zorg dat de politie goed is ingericht voor de DCG-taken en ik begeleid de operationele collega’s op dit thema. Zo maak ik bijvoorbeeld afspraken met partners over onze samenwerking, volg de ontwikkelingen in het vakgebied en zorg dat de collega’s hun werk kunnen uitvoeren als het gaat over deze politietaak.
Bij zaken waarin het welzijn van dieren in gevaar is, is er bijna altijd sprake van multi-problematiek, er is veel meer aan de hand. Er is bijvoorbeeld sprake van huiselijk geweld waarbij het dier wordt ingezet als dwangmiddel. Of er wordt gehandeld in drugs en het dier moet de drugs bewaken. Ook komen we dieren tegen die afkomstig zijn uit dierenhandel en die agressief gedrag vertonen door een gebrek aan socialisatie. Anders gezegd: een probleem met een dier staat nooit op zichtzelf maar is onderdeel van een groter geheel. Als we de samenhang tussen die verschillende problemen zien, kunnen we in een vroeger stadium (laten) ingrijpen - dus niet pas als de melding van dierenmishandeling bij ons binnenkomt. Dát is uiteindelijk mijn drive: processen of gedrag van mensen zodanig beïnvloeden dat onaanvaardbaar gedrag voorkomen wordt.
Een zaak die ik nooit zal vergeten was de zaak die in de media ‘ponypletzaak’ werd genoemd: een video die circuleerde op social media waarop te zien was hoe een pony bijna werd verpletterd onder het gewicht van een zware vrouw. We troffen bij de verdachte een enorme hoeveelheid beeldmateriaal van dierenmishandeling aan, dat in een periode van veertien jaar was geproduceerd en was bedoeld voor de verkoop. Zo’n structurele vorm van zware dierenmishandeling hadden we bij de politie nog niet eerder meegemaakt. Ook waren we toen – 2013 – nog niet ingericht op het feitenonderzoek in zo’n zaak. Want hoe moet je het gedrag van een paard duiden? Uiteindelijk hebben we via de rechter-commissaris een Italiaanse getuige-deskundige ingeschakeld: een gedragsbioloog, gespecialiseerd in paarden. Nu is dat gelukkig anders: we hebben nu een flinke lijst met deskundigen die we kunnen inhuren om gedrag van dieren te verklaren.
Behalve op die externe getuige-deskundigen, kunnen we natuurlijk ook een beroep doen op de specialisten binnen de politie. We hebben bijvoorbeeld een kwaliteitsnetwerk met forensisch rechercheurs, verspreid over alle eenheden. Deze collega’s hebben hun eigen forensisch specialisme en zijn daarnaast gespecialiseerd in dieren. Denk bijvoorbeeld aan het afnemen van dna na een bijtincident of ‘dactyloscopie’ van een veer, waarmee je een ‘vingerafdruk’ op die veer zichtbaar kunt maken. Kortom, we blijven onszelf ontwikkelen en we blijven bouwen aan kennis; daar zet ik me voor in.” ♦