Tekst Martin Lamboo
Foto Josje Deekens
In deze rubriek van JenV Magazine volgt de redactie een collega tijdens een dag(deel) van haar of zijn werkleven. Deze keer gaan we een dag mee met Tiffany, casemanager re-integratie in de PI Rotterdam, locatie Hoogvliet.
9.26 uur
Samen met haar collega’s van de afdeling Detentie & Re-integratie (D&R) duikt Tiffany een vergaderzaaltje in, om een interactief DJI-webinar te volgen. Ze krijgen uitleg over de nieuwe procedure voor het aanvragen van een ID-kaart voor gedetineerden. Met z’n allen naar één iPad turen, luisteren, aantekeningen maken en – waar nodig – vragen stellen.
10.03 uur
“Een heldere presentatie”, vindt Tiffany na afloop. “Heel nuttig ook. Tenslotte heb je als casemanager re-integratie vaak met die procedure te maken. Het verkrijgen van een geldig ID-bewijs is misschien wel het belangrijkste wat een gedetineerde moet regelen voordat hij de bajes verlaat. Een ID-bewijs is immers de ‘sleutel’ die toegang geeft tot al die andere leefgebieden waar hij aan moet werken tijdens zijn verblijf in de inrichting: huisvesting, werk/inkomen, het aanpakken van eventuele schulden en – in sommige gevallen - het regelen van passende zorg. Allemaal basisvoorwaarden om straks met succes te kunnen re-integreren in de samenleving. Op elk van die vijf leefgebieden bekijk ik, samen met de gedetineerde, wat er al is, wat er nog ontbreekt, of wat nog beter kan. Dat verwerk ik in het D&R-plan – dat staat voor Detentie en Re-integratie. Met dat plan gaan de gedetineerden in principe zelf aan de slag. Ik volg hun vorderingen op die verschillende leefgebieden. En als iets echt niet lukt, help ik hen daar uiteraard bij.”
10.17 uur
Alarm! Op een van de leefafdelingen zorgt een gedetineerde voor trammelant. Enkele collega’s van Tiffany, die zijn opgepiept om bijstand te bieden, spoeden zich erheen. “Geen peil op te trekken”, verzucht Tiffany. “Soms is het weken achter elkaar vrij rustig. En dan ineens is er weer zo’n fase dat je denkt: wat zit er in de lucht dat er nu zoveel incidenten en calamiteiten zijn?”
11.06 uur
Terug van een gesprek met de reclassering, hoort Tiffany van haar collega’s wat er aan de hand was. Een vermoedelijk psychotische gedetineerde had zijn cel én zichzelf besmeurd met zijn eigen uitwerpselen en zorgde voor onrust door schreeuwend over de afdeling te hollen. “Veel respect voor de collega’s die dit incident hebben moeten bezweren”, zegt Tiffany. ”Zelf heb ik zoiets gelukkig nog niet meegemaakt. Deze gedetineerde valt sowieso niet onder mijn verantwoordelijkheid. De man wordt waarschijnlijk overgeplaatst naar een BPG, een afdeling voor beheersproblematische gedetineerden, of een PPC, een penitentiair psychiatrisch centrum. Voorzieningen die we in onze inrichting niet hebben.”
11.50 uur
Lunchpauze in het kleine, gezellige personeelsrestaurant. “We hebben hier in Hoogvliet verschillende regimes”, legt Tiffany uit. “Ik werk in het Huis van Bewaring. De gedetineerden zitten hier gemiddeld zo’n zes à zeven maanden. Na hun veroordeling stromen ze door naar de gevangenis. Behalve de kortgestraften. Als hun strafrestant niet langer is dan twee, drie maanden, blijven die vaak hier tot hun straf erop zit. Voor ons als casemanagers re-integratie betekent dit dat we vooral het voorwerk doen voor onze collega’s in de gevangenis: de leefgebieden goed in kaart brengen, kijken wat er nog ontbreekt, wat de meest urgente hulpvragen zijn van de gedetineerde en bepalen wat we daarvan al in gang kunnen zetten tijdens het HvB-traject. Is iemand afgestraft en stroomt ‘ie door naar de gevangenis, dan dragen wij zijn D&R-plan over aan de collega’s in de PI waar hij zijn straf gaat uitzitten. Dat heeft wel eens iets onbevredigends. Je bent toch benieuwd hoe het zo iemand verder vergaat – en wat er van hem terechtkomt.”
13.15 uur
Spreekuur. Aan haar bureau in de kleine spreekkamer op de ‘ring’ van de leefafdeling ontvangt Tiffany een zomers uitgedoste gedetineerde – korte broek, badslippers – die incidenteel verlof heeft aangevraagd. Hij wil de zitting bij de kantonrechter bijwonen waarop zijn conflict met de woningbouwvereniging wordt behandeld. Tiffany legt uit dat ze met de zaak bezig is, maar dat de rechtbank nog geen uitsluitsel heeft gegeven. “Heeft de kantonrechtbank wel de juiste faciliteiten voor arrestanten en zijn er geen bezwaren tegen zijn bezoek? Anders gaat het niet door. Maar de zaak volgen via een videoverbinding is altijd mogelijk.”
“Ik wil de rechter in de ogen kunnen kijken”, zegt de gedetineerde, nu met stemverheffing. “Het is een openbare zitting. Mijn advocaat heeft gezegd dat ze me niet mogen weigeren.”
Kalm wijst Tiffany de steeds drukker en harder pratende man erop dat hij wél preventief gehecht is – en dat de rechtbank dus eisen kan stellen. En zo lang ze geen uitsluitsel van de rechtbank heeft over de beschikbaarheid van faciliteiten, kan ze niet verder met de verlofaanvraag. Uiteindelijk bindt de man in en begint over een ander onderwerp: of Tiffany zijn internetabonnement voor hem kan opzeggen...
14.45 uur
“Gelukkig komt het niet al te vaak voor, maar gedetineerden kunnen soms behoorlijk uit hun stekker gaan”, zegt Tiffany, terwijl ze een stapeltje verlofaanvragen doorneemt voor de Vrijhedencommissie, die later die middag op het programma staat. “Vooral als ze hun zin niet krijgen. Ik laat het maar een beetje langs me heen gaan. ‘Denk je nou echt dat je mij hiermee hebt?’, vraag ik wel eens. Het gaat om jouw verlof; niet om het mijne. Onveilig voel ik me echter zelden in mijn functie. Of iemand nou een levensdelict heeft gepleegd of een winkeldiefstal: ik probeer altijd de mens achter de gedetineerde te blijven zien. Ik vind het veel belangrijker hoe hij het gesprek met mij ingaat, hoe hij zich opstelt. Op de leefafdeling, tegen zijn medegedetineerden, maar ook tegen mijn collega’s en mij. Maar hoe dan ook, ik zal me er altijd hard voor blijven maken om iemand te helpen.”
15.17 uur
Samen met een directe collega, het plaatsvervangend hoofd Detentie & Re-integratie en de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de PI Rotterdam, bespreekt Tiffany in de Vrijhedencommissie de verlofaanvragen die deze week zijn ingediend. "De heer Wijsman* vertoont goed gedrag in de inrichting. Ook zijn risicotaxatie geeft voldoende vertrouwen om een kort verlof toe te staan.”
“En het slachtofferbelang?”
“Uit de omgeving van het slachtoffer heeft niemand bezwaar gemaakt. Zijn verlofadres is ook niet in de buurt van het slachtoffer. Ik denk dat we een positief advies kunnen uitbrengen.”
16.02 uur
“Verlof is niet de enige vorm van ‘vrijheid’ die in dit overleg aan de orde komt”, licht Tiffany na afloop toe. “Ook over verzoeken om plaatsing op een Beperkt Beveiligde Afdeling, deelname aan een Penitentiair Programma of Voorwaardelijke Invrijheidsstelling brengen we advies uit. Wij toetsen alle aanvragen aan een aantal vaste criteria, we kijken of de aanvragen helemaal op orde zijn en of er nog dingen ontbreken. Ook betrekken we het pre-advies erbij uit het multidisciplinair overleg, op basis van het D&R-plan van de gedetineerde. Uiteindelijk brengt de vrijhedencommssie (VC) dan een definitief advies uit, dat naar de selectiefunctionaris gaat, op het hoofdkantoor van DJI. Die neemt uiteindelijk de beslissing.”
Lachend: “En wij mogen de boodschap – ‘goed’ of ‘slecht’ - dan weer overbrengen aan de gedetineerde. In geval van een weigering niet bepaald het leukste klusje.”
16.27 uur
“Staat je beeldig, die vuilniszak”, grapt Tiffany tegen een collega die met een afvalzak uit de lift komt. “Dank je! Die draag ik speciaal voor jou”, kaatst de collega terug.
“We mogen elkaar hier graag plagen”, vertelt Tiffany. “Maar altijd op een leuke manier. Voor mij is dat een teken dat het goed zit met de onderlinge verhoudingen. Dan durf je dat te doen.”
16.33 uur
Ook met de collega’s van de Reclassering, de gemeente Rotterdam of de vrijwilligers van Gevangenenzorg Nederland, die bij gedetineerden op bezoek komen, zijn de verhoudingen goed. “En dat is belangrijk”, benadrukt Tiffany, “Hulp en begeleiding bieden aan gedetineerden bij hun terugkeer in de samenleving, doe je tenslotte niet in je eentje. Dat doe je met een heel team. Met je collega’s van binnen de inrichting, maar ook met onze partners ‘buiten’. Dáár moeten tenslotte de basisvoorwaarden, zoals een ID-bewijs, woonruimte, werk of een uitkering, passende zorg, in de praktijk geregeld worden. Als casemanager re-integratie sta ik met al die partners in nauw contact.”
“Natuurlijk, vanuit het Huis van Bewaring ben je enkel verantwoordelijk voor een deel van het traject. Maar het is wel heel belangrijk dat je dat traject van begin af aan goed neerzet. Veel HvB-gedetineerden komen hier binnen ‘in de weerstand’. Ze zijn net opgepakt en zitten nog hoog in hun negatieve emotie. Het geeft mij veel voldoening als ik erin slaag die eerste – soms best heftige - brandjes te blussen en goed contact met die gedetineerde te leggen. En als ik zie dat hij zich na verloop van tijd positiever begint op te stellen en bereid is om constructief mee te werken aan zijn D&R-plan. Liefst zodanig, dat ik hem aan het eind van zijn HvB-periode op een soepele manier kan overdragen aan mijn collega in de gevangenis – zonder een heel boekwerk als ‘gebruiksaanwijzing’ erbij. Natuurlijk, verderop in het re-integratietraject kan er nog van alles gebeuren. Maar elke keer als het me lukt om iemand op deze manier over te dragen, heb ik het gevoel: dat zit wel goed. Als hij dit volhoudt, komt ‘ie er wel.” ♦
* Niet zijn echte naam