Tekst Jeroen van den Nieuwenhuizen
Foto Loes Spruijt-van der Meer (hoofdfoto), Jawad Maakor (portretten Annelien Palmboom, Funs Elbersen en Bas Voerman), Frank Diemel (portret Robine de Lange)
Veel mensen die voor de rechter verschijnen, kampen met een opeenstapeling van problemen. Als samenleving zijn we vaak beter geholpen met een aanpak van die ‘multiproblematiek’, dan met alleen straffen. Daarom wordt op steeds meer plekken met kwetsbare bewoners de wijkrechter ingeschakeld.
Een winkeldiefstal, heling van een fiets, een hennepkwekerij op zolder… het zijn niet de zwaarste zaken die Annelien Palmboom in de wijkrechtbank krijgt voorgelegd. Palmboom is een van de strafrechters van de rechtbank Oost-Brabant die naast reguliere strafzaken ook zaken behandelt die onder de wijkrechtspraak vallen. Zij doet sinds 2019 wijkrechtspraakzaken. Toen startte de eerste pilot met een wijkrechtbank in de Eindhovense wijk Oud-Woensel. Ze legt uit waar zij zich als wijkrechtspraakrechter op richt: “In de meeste strafzaken staat natuurlijk het strafbare feit centraal. De persoonlijke omstandigheden van een verdachte spelen een rol, maar uiteindelijk draait het om de vraag of iemand een strafbaar feit heeft gepleegd - en zo ja: wat voor straf moet volgen. In de wijkrechtspraak staat veel meer de problematiek van de verdachte centraal: wat moet er gebeuren om een duurzame oplossing voor die multiproblematiek te vinden? Het gesprek dat ik met de verdachte en de ketenpartners op zitting heb, draait vooral daarom. Het strafbare feit is dan het haakje om tot die oplossing te komen.”
Dicht bij de burger
Robine de Lange is president van de rechtbank Den Haag en voorzitter van de regiegroep Innovatie binnen de Rechtspraak. Deze groep stimuleert innovatieve ideeën om de effectiviteit van de Rechtspraak te verbeteren. "Die initiatieven ontstaan bottom-up", benadrukt ze: “We gaan niet meteen zeggen: het moet zus en zo, want dan zet je juist een rem op het innovatievermogen.”
Naast Oost-Brabant zijn er de afgelopen jaren onder verschillende noemers vergelijkbare pilots gestart in Rotterdam, Amsterdam en Heerlen. In Tilburg en Den Haag staan experimenten in de startblokken. Elke wijk is anders en ook de zaken die in de pilots worden behandeld kunnen verschillen: van zaken over schulden en leerplichtzaken tot familie- of jeugdzaken. Alle initiatieven voldoen volgens De Lange wel aan de twee kenmerken van wijkrechtspraak: "Eén: het is rechtspraak die letterlijk dicht bij de wijkbewoners plaatsvindt, heel laagdrempelig en zo mogelijk aan één tafel in een wijkgebouw. En twee: de persoon die voor de rechter moet verschijnen heeft een opeenstapeling van problemen."
Sinds 2019 honderden zaken
- In Amsterdam heeft de wijkrechter tussen januari 2022 en met 2023 196 incassozaken, 82 strafzaken en 25 leerplichtzaken afgerond.
- In Oost-Brabant zijn sinds 2019 113 zaken afgerond, waarvoor ruim 170 wijkrechtspraakzittingen zijn gevoerd (regelmatig is er een terugkomzitting om de vinger aan de pols te houden).
- In Rotterdam-Zuid zijn sinds 2020 195 strafzaken behandeld en 12 overige zaken (bestuursrechtelijke, jeugd- en kantonzaken).
Krachtwijken
Wijkrechtbanken richten zich op wijken waar bovengemiddeld veel mensen last hebben van multiproblematiek, zoals problematische schulden, gezinsproblemen, verslavingen en kleine criminaliteit. De wijkrechter kijkt niet alleen naar het juridische ‘taartpuntje’ dat op het bordje ligt. Bij vermoeden van onderliggende problemen worden alle relevante partijen bij de zaak betrokken. De Lange: “Gaat het om een strafrechtszaak, dan heb je de officier van justitie erbij nodig. En er moet een sociaal advocaat worden ingeschakeld. Afhankelijk van de zaak worden hulpverlenende instanties erbij betrokken. Denk bijvoorbeeld aan het sociaal wijkteam van de gemeente, de Reclassering, de Raad voor de Kinderbescherming of de Jeugdbescherming. Soms haakt een woningcorporatie of de schuldhulpverlening aan. Ook eventuele slachtoffers worden uitgenodigd voor de zitting.”
Lijkt er vooraf sprake van multiproblematiek en is er uitzicht op een duurzame oplossing, dan is een multidisciplinair overleg de mogelijke vervolgstap. De Lange: ‘”De partijen bespreken dan onderling wat er aan de hand is en welke behandelingen of beslissingen volgens hen kunnen bijdragen aan een duurzame oplossing voor de verdachte. Wat daaruit komt, wordt als advies aan de wijkrechter voorgelegd. Die kan dan tijdens de zitting besluiten om eerst een afspraak met de verdachte te willen maken: jij gaat dit en dat doen en komt over een paar maanden bij mij terug. De rechter kan bijvoorbeeld ook een deels voorwaardelijke straf opleggen, met een aantal voorwaarden die daaraan verbonden zijn. En waarbij de Reclassering bijvoorbeeld in de gaten houdt of de verdachte zich aan die voorwaarden houdt.”
In de meewerkstand
Niet iedere zaak waarin een stapeling van problemen bij de verdachte vermoed wordt, komt in aanmerking voor de wijkrechter. “Het is wel de bedoeling dat de verdachte in de meewerkstand staat", zegt Palmboom. “Soms hebben ze een stok achter de deur nodig. Ik heb een meneer in de rechtszaal gehad die soms niet opendeed als de hulpverlener bij hem aanbelde. Ik kan dan zeggen: je moet wel gewoon opendoen, want anders zet ik die voorwaardelijke straf om in een onvoorwaardelijke straf.”
Een ander had een hennepkwekerij aan huis, vanwege fikse financiële problemen. De man werd met zijn gezin door de woningcorporatie op straat gezet. Palmboom: “Zodra je geen vast adres meer hebt, kom je niet meer in aanmerking voor allerlei hulpverlening. Dan is het fijn om alle ketenpartners aan tafel te hebben. De gemeente kan bijvoorbeeld besluiten het gezin nog niet uit te schrijven, waardoor hulpverlenende instanties de tijd krijgen om aan oplossingen te werken. Instanties moeten wel een stapje willen zetten. Die samenwerking gaat goed.”
Ketenpartners geven aan welk probleem zij zien en welke oplossingen daarvoor mogelijk zijn. En de Reclassering stelt op basis daarvan een advies op. Het klinkt zoals het er in een reguliere strafzaak aan toegaat. “Klopt”, zegt Palmboom, “maar het verschil is dat er veel meer tijd voor informatie-uitwisseling en overleg is tussen ketenpartners en zij allemaal ook meedenken over oplossingsrichtingen. Als wijkrechtspraakrechter zit ik daardoor dichter op de problematiek. Ik kan op basis van meer informatie uitspraak doen en bijzondere voorwaarden opleggen. Tijdens de zitting voer ik de regie om tot bindende afspraken met de verdachte te komen. Soms spreken we terugkomzittingen af om de voortgang te bespreken, maar vaak is een voortgangsrapport van de Reclassering voldoende en kunnen we de zaak afronden.”
Advocaat denkt mee
Bijzonder in de wijkrechtspraak is de positie van de advocaat die de verdachte bijstaat. Funs Elbersen, senior beleidsmedewerker bij de directie Rechtsbestel, houdt zich bezig met Programma Stelselvernieuwing Rechtsbijstand. “Natuurlijk blijft de advocaat degene die door de bril van de verdachte zijn of haar belangen behartigt. Is de advocaat van mening dat vrijspraak gerechtvaardigd is, dan zal die daar ook voor gaan. Maar tegelijkertijd zijn er veel advocaten die vinden dat het in het belang van hun cliënt is om eindelijk eens behandeld te worden voor die psychische klachten of drugsverslaving of om in een schuldhulpverleningstraject opgenomen te worden.”
Palmboom beaamt: “Ik heb meegemaakt dat een advocaat de eis van de officier van justitie niet hoog genoeg vond. Die eis was een voorwaardelijke taakstraf van 40 uur, aangevuld met een trits ingrijpende voorwaarden. Volgens de ketenpartners waren die nodig om hem op de rails te houden. ‘Dan ga ik liever meteen die 40 uur werken’, zei de verdachte toen. De advocaat vond een zwaardere straf toen in het belang van zijn cliënt.”
Meer wijkrechtbanken
Heeft wijkrechtspraak effect? Ja, zo wijzen de eerste evaluaties uit. Elbersen: “Partijen weten elkaar beter te vinden en dat leidt tot goede resultaten in de aanpak van multiproblematiek.”
Het rechterlijke gezag speelt daarbij zeker een rol, stelt hij: “Ik zie dat de wijkrechter partijen soms moet aanspreken om afspraken na te komen. Daardoor heeft een gemeente of woningcorporatie toch sneller de neiging om in actie te komen dan als bijvoorbeeld een advocaat namens zijn cliënt daarop aandringt.”
Betekent dit dat we meer wijkrechtbanken in Nederland krijgen? Reken daar maar op, zegt De Lange: “Als rechtbankpresidenten hebben we ons bereid verklaard om de komende jaren wijkrechtbanken in te richten in de zestien wijken die genoemd zijn in het uitvoeringsprogramma Preventie met Gezag. Zeker, een wijkrechtszaak kost meer tijd dan een reguliere rechtszaak en dat vraagt om investeringen ‘aan de voorkant’. Maar de maatschappelijke baten wegen in mijn ogen ruimschoots daartegen op.” ♦
Geïnspireerd door Community courts
De wijkrechter komt voort uit Maatschappelijk Effectieve Rechtspraak (MER), een initiatief van de Rechtspraak om met gerechtelijke uitspraken bij te dragen tot oplossingen voor problemen van mensen. Wijkrechtspraak is geïnspireerd door de ‘community courts’ in New York: een laagdrempelige vorm van rechtspraak in een wijk om onderliggende problemen van verdachten van een strafbaar feit snel en adequaat aan te pakken. Bas Voerman is senior beleidsmedewerker bij de directie Rechtsbestel. Hij licht toe: “De Rechtspraak ziet al langere tijd dat veel mensen die zij in een rechtszaal zien vaak op meerdere gebieden problemen hebben. Als je vervolgens aan één radertje gaat draaien, maar je laat de andere radertjes onberoerd, dan blijf je deze mensen tegenkomen. Met wijkrechtspraak wil de Rechtspraak deze meervoudige problematiek effectief aanpakken. Daarvoor worden alle partijen die nodig zijn om die problematiek op te lossen, in het proces betrokken. In de praktijk zie je dat er daardoor veel meer partijen bij de oplossing worden betrokken dan in een reguliere zaak.”