Tekst Simone Leeuwenkamp
Foto Nadine van den Berg

Nidos heeft in Nederland de voogdij over alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Dat zijn jongens en meisjes die naar Nederland gevlucht zijn zonder hun familie of goede bekenden. Deze onafhankelijke instelling treedt op als voogd en helpt de jongeren bij hun ontwikkeling naar zelfstandigheid. Ze vangen jongeren van 15 jaar en jonger op in gezinnen en regelen de opvang van jongeren met een verblijfsvergunning. Amv’s van 15 jaar en ouder zonder verblijfsvergunning, worden door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) opgevangen. 

Aan het woord komen Donja en Sabrina, beiden werkzaam bij Nidos. De een met de duo-taak teamondersteuner en jeugdbeschermer en de ander als praktijkondersteuner en coördinator in de opvang. Hoe ziet hun dag eruit, hoe begeleiden ze jongeren? Wat zijn eigenlijk de verschillen met de normale voogdij en wat drijft hen in hun werk?

Donja, jeugdbeschermer regioteam Amersfoort

Donja beëindigt net enigszins verbaasd het telefoontje met een van haar jongeren die onverwacht in het ziekenhuis is beland. “Ja, vreemde lichamelijke klachten. Dat klonk niet goed, dus ik ga straks even langs. Hij is nu in ieder geval in goede handen. Maar zo gaat een dag dus; je planning loopt altijd anders. Iedere jeugdbeschermer is verantwoordelijk voor zo’n 16 tot 18 jongeren, dus er is altijd wel iets te regelen. Met school, met de dokter of andere gezondheidsinstellingen, met de bank, noem maar op. Al die dingen die je als ouder voor je minderjarige kind regelt, of waar je in ieder geval de handtekening voor moet zetten, doen wij.

We willen de jongeren zo goed mogelijk leren kennen. Zodat we kunnen zorgen dat ze de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Hun ouders zijn er niet, niet in beeld, of in ieder geval op grote afstand. Wij zijn de gezagsdragers van de jongeren, tot ze achttien zijn.”

Voogdij wacht niet
“Ik werk bij een team van de procesopvang (POA); deze jongeren komen rechtstreeks uit Ter Apel. Tijdens de asielprocedure hebben de jongeren nog geen status, maar al wel voogdij nodig. De jeugdbeschermers die de jongeren begeleiden op de POA’s, in de KSO (KleinSchalige Opvang) en in opvanggezinnen hebben momenteel over het algemeen zo’n 20 jongeren onder zich als zij fulltime werken. We hebben dringend personeel nodig. Nu zijn er net wel veel nieuwe collega’s bijgekomen, maar het is nog niet genoeg helaas. Voogdij heeft geen wachtlijst, dat is er meteen.

Nidos wordt door de kinderrechter benoemd als voogd, omdat de ouders veelal niet in staat zijn het gezag uit te oefenen, omdat ze niet in Nederland zijn. Voorafgaand aan de formele uitspraak handelt Nidos al als voogd.”

De verbindende schakel
“Mijn werk, ons werk is van invloed op alle aspecten van het leven van een jongere, of dat nou financieel is, sociaal-emotioneel, school, gezondheid. Iemand begint, helemaal alleen, opnieuw in Nederland. En je kunt dan vaak de weg niet vinden; wij zijn dan een belangrijke schakel. Ik kijk met een helicopterview naar de ontwikkeling en situatie van iemand; kan hij of zij veilig opgroeien, wordt aan de behoeftes van de jongere voldaan? En zo niet, wat is daarvoor nodig?

Jongeren moeten vaak lang wachten bij het doorlopen van de asielprocedure. Dat komt onder andere doordat de instroom hoog is. Zij verblijven een tijd, soms wel een jaar, in de procesopvang. Hun leven en perspectief staan op de pauzestand. Dat is heel lang, als je 16 bent. En als ze in Nederland mogen blijven, verhuizen ze soms ver van de locatie waar ze binnenkwamen. Waar ze dus net een beetje gewend waren en relaties hebben opgebouwd. Jongeren blijken heel veerkrachtig hoor, maar het lange wachten en het vele verhuizen is niet ideaal voor hun ontwikkeling.”

In jouw belang
“Trots ben ik, als het echt lukt om in iemands belang te handelen. Dat je ziet ‘hé, maar dat bepaalde besluit is niet persé in zijn of haar belang. Kunnen we niet een andere oplossing verzinnen?’ En dat dat dan lukt. Maar ook kan ik intens tevreden zijn als je bijvoorbeeld jaren later zo’n jongere weer eens tegenkomt en dat je dan ziet dat hij of zij het aan het redden is. En dat je dan ook merkt dat ze zich dan pas realiseren welke belangrijke impact het Nidos heeft gehad. Ach, het is net als bij je eigen ouders. Daar zie je ook vaak achteraf pas hoe belangrijk het is geweest wat ze voor je gedaan hebben, toch?”

Sabrina en Donja
Sabrina Bult-Bakker en Donja

Sabrina Bult-Bakker, praktijkondersteuner en coördinator

Rustig en opgeruimd neemt Sabrina het woord: “Wat ik zo leuk vind aan deze functie, is dat ik elke dag mijn oren en ogen gebruik. Eigenlijk om die in te zetten voor een ander. Namelijk jongeren met een andere culturele achtergrond dan de Nederlandse. En juist dat heeft mijn affiniteit, aangezien ik zelf ook opgegroeid en opgevoed ben met en door twee culturen. Mijn Indonesische moeder en Nederlandse vader. Mijn moeder die bijvoorbeeld kookte voor een weeshuis als er visite kwam en mijn vader die liever precies op maat kookt en niet teveel wil overhouden. Beide was goed.

En dat perspectief van twee culturen komt me nu goed van pas. Nederlanders hebben bijvoorbeeld de gewoonte om de gordijnen ’s ochtends meteen open te doen. Ik kan goed begrijpen dat je bijvoorbeeld soms níet de gordijnen open wil gooien als je net geen hoofddoek draagt. Dan is ‘met de gordijnen dicht’ niet om je af te sluiten van de buitenwereld, maar juist om je nog even veilig te voelen en eigen tijd hebben zonder hoofddoek op. Pas als je dat soort nuances begrijpt, kun je met respect in gesprek gaan.”

Van wij naar ik
“De meeste jongeren komen van een wij-cultuur naar een ik-cultuur. Ze zijn gewend om met hun hele familie rekening te houden. Als je daar bijvoorbeeld trouwt, trouw je ook met de hele familie, zo geven jongeren aan. Dat is in Nederland niet per se zo. Hier in Nederland vragen we ons af wat je zélf nog wilt ontwikkelen. Wij van Nidos gaan daarom cultuursensitief te werk. Wat werkt er – van wat ze aangeleerd hebben – in Nederland wel en niet? Hoe kun je hier aarden? Wat is er nog nodig voor jouw zelfredzaamheid en toekomstperspectief?

Vaak is het ook even wennen dat je hier bijvoorbeeld leerplichtig bent en dat je dus als minderjarige niet alleen maar kunt werken. Je moet ook naar school. Hoe moet dat? Waar moet je zijn? Ze kunnen met veel hulpvragen bij ons terecht en alle communicatie start vanuit vertrouwen. Wij leggen uit wat we te bieden hebben en zij geven aan wat ze nodig hebben en willen in het leven. Ze maken zich vaak veel zorgen over de veiligheid van hun familie.

Jonge schouders, zware lasten
“Er rust veel verantwoordelijkheid op hun jonge schouders. Ze zijn gevlucht, laten hun familie achter in een onveilig land en moeten tegelijkertijd hier een nieuw leven opbouwen. Het is dus ook nodig dat ze tijd hebben voor ontspanning, anders houd je dat niet vol. Daar proberen wij ook op te letten en dat in te bouwen.

Het is soms wel werken tegen de klippen op, hoor. Er is veel instroom en er zijn weinig beschikbare woningen. Daar maak ik me wel zorgen om. Er moeten veel meer huizen komen, dus als mensen of gemeenten iets weten, dan horen we dat bij Nidos heel graag. Want we bieden graag iedereen een veilig thuis.”

Ik ben er voor je
De jongeren komen na twee uur ’s middags uit school. Als jongerencoach zorgde ik er dan voor dat ze niet alleen thuis kwamen. In principe zat na acht uur werken voor mij de dag erop, maar het kwam ook weleens voor dat dat langer was. Als iemand al huilend niet in slaap komt, dan blijf ik bij je. Totdat je je weer veilig voelt. Dat zou je als ouder ook doen.” ♦

Kun je iets betekenen in de vorm van huisvesting voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen? Stuur dan een mail naar bureauopvang@nidos.nl