Samenwerken op locatie

De DJI en de IND vertellen: de aanpak van overlastgevende asielzoekers

Andy is manager Asiel en Bescherming bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Hij heeft de regie over het onderwerp ketensamenwerking. Ook overlastgevend gedrag van asielzoekers maakt hier deel van uit. Andy is lid van het Regionaal Afstemmingsoverleg (RAO) Noord, waarin ook het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) en de vreemdelingenpolitie (AVIM) een plek hebben. Ook neemt hij deel aan het Ketenpartneroverleg, waarbij naast ketenpartners ook de gemeenten aansluiten.

Ingrijpen bij overlast

“Bij een signaal van overlast komen de ketenpartners heel snel bij elkaar en worden maatregelen besproken. De lijnen tussen de partners zijn kort, er wordt snel geschakeld en er is een hoge sense of urgency: iedereen is betrokken bij wat speelt en is gemotiveerd om bij elkaar te komen. Als er maatregelen zijn besproken worden die meteen in werking gezet. Daar ligt de kracht van deze samenwerkingsverbanden: er gaat nauwelijks tijd overheen.”

"We houden onze ketenpartners op de hoogte zodat we deze groepen collectief beter in de gaten kunnen houden."

Ter Apel

Toen er vanuit Ter Apel signalen kwamen van overlastgevende asielzoekers zochten de ketenpartners meteen de samenwerking op. “De overlast was divers: van samenscholing, winkeldiefstal en woninginbraak tot soms ook bedreigingen van inwoners van de gemeente en het COA-personeel op de opvanglocatie,” vertelt Andy. “Dat zijn allemaal zaken waardoor mensen zich onveilig voelen en dat willen we als migratieketen juist voorkomen. Sterker nog: dit tolereren wij niet.”

"We houden onze ketenpartners hiervan op de hoogte zodat we deze groepen collectief beter in de gaten kunnen houden."

Andy noemt een aantal stappen die de IND in zulke gevallen kan zetten: “We monitoren de instroom van migranten en signaleren opvallende trends, bijvoorbeeld een ‘ongebruikelijk’ land van herkomst of een bijzondere groepssamenstelling. We houden onze ketenpartners hiervan op de hoogte zodat we deze groepen collectief beter in de gaten kunnen houden. Daarnaast kunnen we de procedure versnellen waardoor het moment van vertrek sneller aan de orde is. Ten slotte maken we asielzoekers die de procedure doelbewust verstoren, herhaald niet komen opdagen bij gesprekken of met onbekende bestemming vertrekken duidelijk dat we de procedure stopzetten met alle consequenties van dien.”

Ook andere ketenpartners kunnen maatregelen nemen: “Zo kan het COA overlastgevers opvang en verstrekkingen onthouden en overlastgroepen splitsen door een deel over te plaatsen naar een andere opvanglocatie. Daarnaast is plaatsing van overlastgevers in een Extra Begeleiding en Toezichtslocatie (EBTL) al een aantal keren voorgekomen. Ook de aanwezigheid van de AVIM, nationale politie en beveiliging in en om het asielzoekerscentrum (azc) kan worden opgeschroefd. In Ter Apel is het toezicht de afgelopen jaren sterk aangescherpt. Tot slot wil staatssecretaris Mark Harbers in het licht van de recente overlastsituaties de asielprocedure waar mogelijk versnellen, bijvoorbeeld binnen spoor 1 Dublin.”

“Door goed contact te houden met mensen die de overlast van dichtbij meemaken weten wij wat er speelt. Dat is cruciaal voor het bieden van oplossingen en het behouden van draagvlak."

Kennis ophalen uit de praktijk

Een aantal keer per jaar komen bewoners, winkeliers, raadsleden en ketenpartners uit de omgeving van Ter Apel samen in de bewonerscommissie om de stand van zaken te bespreken. “Door goed contact te houden met mensen die de overlast van dichtbij meemaken weten wij wat er speelt. Dat is cruciaal voor het bieden van oplossingen en het behouden van draagvlak. Daarnaast maken we als managers gebruik van de kennis van onze medewerkers. Zij zitten dicht op de praktijk en weten het beste wat er leeft,” vertelt Andy. Maar de grootste succesfactor is volgens hem het ketendenken: “Door oog te hebben voor andere organisaties en elkaar actief op te zoeken en bij te staan zijn we in staat snel resultaat te boeken.”

Extra Begeleiding en Toezicht

Zoals eerder in dit artikel werd genoemd kan er als er sprake is van een overlast veroorzakende asielzoeker een beroep worden gedaan op de EBTL’s van het COA. Daar wordt de overlastgever in drie maanden voorbereid op de terugkeer naar een regulier azc. Er zijn momenteel twee EBTL’s: in Amsterdam en Hoogeveen. Het doel van de opname is het geven van een duidelijk signaal: overlastgevend gedrag hoort niet thuis in Nederland.

De EBTL is een samenwerkingsverband tussen het COA en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Klaas is vanuit de DJI werkzaam als leidinggevende op de EBTL in Hoogeveen. Daar was in het verleden veel overlast van Dublin-claimanten: migranten die voor hun komst in Nederland al in een ander land asiel hebben aangevraagd. “Ze reizen van land naar land, zonder perspectief op een verblijfstatus,” legt Klaas uit. Als deze mensen asiel aanvragen in Nederland controleert de IND of er in een ander land al een aanvraag loopt. Als dat zo is mag Nederland deze Dublin-claimanten dan uitzetten. In de tussentijd worden ze ondergebracht in reguliere azc’s. “Daar krijgen ze veel vrijheid, en daardoor kunnen ze gaan dwalen in de wijk en overlast veroorzaken, zoals gebeurde in Hoogeveen,” vertelt Klaas.

Nadat het plan voor de EBTL’s naar voren kwam, ging het COA op zoek naar twee geschikte locaties. In goed overleg ging de gemeente Hoogeveen akkoord met de komst van een EBTL, in ruil voor een stop op Dublin-claimanten naar het reguliere azc. Zo had de gemeente meteen profijt van de EBTL, legt Klaas uit, “want meteen verdween een groot deel van de overlast uit de wijk.”

We bespreken samen met de DT&V of de IND het gedrag van de betrokkene en de incidenten, en bepalen ze of er een EBTL-maatregel moet worden opgelegd.

Alternatief voor overlastgevers

De asielzoekers op de EBTL hebben gedragsproblemen en soms ook psychische stoornissen. Ze houden zich niet aan de regels die gelden op de reguliere azc’s en veroorzaken overlast voor andere bewoners en het personeel, of zelfs voor inwoners van de gemeente. “Dat legt veel druk op de reguliere azc’s,” vertelt Klaas, “en daarom zoekt het COA voor deze migranten soms een alternatief.”

Als de locatiemanager van een regulier opvangcentrum denkt dat een overlastgever een EBTL-maatregel nodig heeft, neemt deze, afhankelijk van waar de overlastgever in de asielprocedure zit, contact op met de DT&V of de IND. Samen bespreken ze het gedrag van de betrokkene en de incidenten, en bepalen ze of er een EBTL-maatregel moet worden opgelegd. Als dit zo is wordt de COA-locatiemanager of DJI-leidinggevende van de EBTL ingeschakeld, die het dossier vanuit de eigen expertise bekijkt. “Wij kijken dan of plaatsing op de EBTL terecht en haalbaar is,” licht Klaas toe. “Als dat het geval is legt de locatiemanager van het reguliere azc de betrokkene een EBTL-maatregel op en verstrekt de DT&V of de IND hem een omgevingsverbod.”

Streng beleid

Op de EBTL gaat het er anders aan toe dan op reguliere azc. Bewoners van de EBTL in Hoogeveen mogen tussen 14:00 en 16:00 naar buiten, en mogen zich alleen in het gebied tussen het winkelcentrum en de EBTL bewegen. “Als zij buiten dit gebied komen zijn ze in overtreding en kan de politie hen bekeuren,” vertelt Klaas. “Met de politie en wijkagenten hebben we hierover goed contact: we houden elkaar op de hoogte van het gedrag van de EBTL-bewoners.”

“De EBTL heeft een streng beleid. Bij binnenkomst worden tassen gecontroleerd, drank en drugs worden niet getolereerd en er is een actief dagprogramma waaraan de bewoners zich moeten houden.”

Maar het omgevingsverbod is niet de enige maatregel: “De EBTL heeft een streng beleid. Bij binnenkomst worden tassen gecontroleerd, drank en drugs worden niet getolereerd en er is een actief dagprogramma waaraan de bewoners zich moeten houden,” vertelt Klaas. Als de bewoners zich goed aan de regels houden kunnen zij hiervoor worden beloond in de vorm van wat weekgeld of iets ruimere verloftijden.

Elkaar aanvullen

Tegenover de strenge regels op de EBTL staat ook een hoop begeleiding en hulp. De EBTL in Hoogeveen biedt de bewoners verschillende middelen die de terugkeer naar een regulier azc makkelijker maken. “Bij de EBTL hebben we meer tijd en mogelijkheden om met mensen aan de slag te gaan dan in een regulier azc,” vertelt Klaas. “Met onder andere de interventie ‘Kiezen voor verandering’ en intensieve gesprekken waarin wij hen confronteren met hun gedrag proberen we alle bewoners te motiveren en te helpen bij hun problematiek.”

De samenstelling van het team maakt het mogelijk om maatwerk te leveren en de bewoners zo goed mogelijk te helpen. “We combineren COA-regelgeving met een vleugje DJI,” vertelt Klaas. “De expertise omtrent persoonlijke begeleiding en hulp komt vooral van het COA, en de expertise omtrent begrenzen en beheersen komt vanuit de DJI. Die combinatie van kennis van het COA en daadkracht van de DJI maakt dat deze samenwerking perfect verloopt.”

Partners van de EBTL

Bij de EBTL zijn veel partijen betrokken. Naast de verschillende Rijksorganisaties zijn er ook belangrijke spelers op lokaal, nationaal en internationaal niveau betrokken bij de EBTL. Bijvoorbeeld de gemeente Hoogeveen, de wijkagenten, verschillende hulpdiensten zoals ambulances en de brandweer, Verslavingszorg Noord Nederland, het taxibedrijf waar het COA mee werkt, de Tolkentelefoon, VrijwilligersWerk Nederland, de advocatuur en het IOM.

Resultaten

Drie bewoners van de EBTL Hoogeveen zijn inmiddels teruggeplaatst in een regulier azc. “Een van hen doet het heel goed en een redelijk goed,” vertelt Klaas. Medewerkers van de EBTL houden contact met de locaties na terugplaatsingen. “Dat is een vorm van nazorg die wij leveren,” legt Klaas uit, “en daarnaast maken we een behandelplan en geven we tips mee aan de terugplaatslocatie.” Over de derde terugplaatsing valt nog niet veel te zeggen aangezien die heel recent heeft plaatsgevonden. “Wij monitoren ook hoe dat gaat. Als we constateren dat het niet goed gaat kan hij weer terugkomen, maar we hopen natuurlijk dat dat niet nodig is.”