Tekst Martijn Delaere
Foto Marco Slot

De Omgevingswet betekent nogal wat voor de Rechtspraak. Er verandert veel, maar “we staan er nuchter in”, zegt SSR-adviseur omgevingsrecht Jeroen Huijben. “Zaken komen na 1 januari ook niet halsoverkop binnen”, denkt de voorzitter van de projectgroep Omgevingswet Maarten Verhoeven. Tijd genoeg voor rechters en gerechtsjuristen om een basiscursus Omgevingswet te volgen.

Op 1 januari 2024 is het werkelijk zover: de Omgevingswet doet zijn intrede. “En daarmee verandert er echt veel voor de Rechtspraak. Het omgevingsrecht wordt anders en rechters krijgen er taken bij”, zegt Maarten Verhoeven, die naast bestuursrechter bij de rechtbank Oost-Brabant ook voorzitter van de projectgroep Omgevingswet is. “De manier waarop in Nederland vergunningen worden verleend – milieuvergunningen en omgevingsvergunningen – stamt uit 1880 en er is weinig veranderd. Die vergunningen hebben gescheiden toetsingskaders. Het enige dat daaraan voor de Rechtspraak is veranderd, is dat rechtbanken met de introductie van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in 2010 ook milieuzaken en in 2017 natuurzaken zijn gaan doen. In de Omgevingswet schuiven die gescheiden toetsingskaders in elkaar.”

Je hoeft nog maar één boekje open te trekken

Anders werken

Rechters gaan vanaf 1 januari de meeste vergunningen toetsen aan het nieuwe omgevingsplan, waarin alle regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving zijn opgenomen. “Dat zorgt er ook voor dat gemeenten anders moeten gaan werken. De afdelingen die nu nog los van elkaar werken, moeten regels en vergunningen op elkaar afstemmen. Dat is misschien wel de belangrijkste stap en misschien ook wel de belangrijkste doelstelling van de Omgevingswet: samenwerken achter het loket”, zegt  Huijben, bestuursrechter bij de rechtbank Oost-Brabant en SSR-adviseur omgevingsrecht bij SSR. En daar is wat voor te zeggen, vindt hij. “Voor het omgevingsrecht moet je nu soms verschillende boekjes opentrekken om één besluit te kunnen toetsen. Het is onoverzichtelijk. Met de Omgevingswet zijn er nog steeds veel regels, maar wel minder, en je hoeft nog maar één boekje open te trekken. In zoverre wordt het voor iedereen overzichtelijker. Maar we gaan ook een overgangsperiode tegemoet, waar we nieuwe vragen moeten beantwoorden en bestuursorganen zich moeten aanpassen aan de Omgevingswet.”

Oude versie

Als voorzitter van de landelijke expertgroep Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) is Verhoeven voorzitter van de projectgroep Omgevingswet. Samen met SSR, de ICT-dienstverlener van de Rechtspraak IVO, Raad van State en betrokken ministeries bereidt hij de Rechtspraak voor op de invoering van de Omgevingswet. Verhoeven: “Kunnen we wel de Omgevingswetzaken gaan doen? Kunnen onze computers straks de omgevingsplannen lezen? Kunnen we de oude versie ook lezen? Als we dat kunnen, weten we genoeg. Hoe leiden we de rechters en secretarissen op, hoe gaan we om met de nieuwe bekrachtigingsprocedure van onteigening?”

Maarten Verhoeven
Maarten Verhoeven

Het goede gesprek komt beter op gang als je bij elkaar bent

Bewuste keuze

Het is aan Huijben om als adviseur omgevingsrecht de basiscursussen Omgevingswet bij SSR in goede banen te leiden. “We willen rechters, rio’s, stafjuristen en gerechtsjuristen goed voorbereiden door ze een adequate portie cursussen aan te bieden. Dat is gelukt (zie ook kader – red.). De cursussen hebben we samen met de landelijke expertgroep Wabo ontwikkeld.” De basiscursussen worden op locatie gegeven. “Dat is een bewuste keuze”, zegt Huijben. “De ervaring heeft geleerd dat het goede gesprek veel beter op gang komt als je fysiek bij elkaar bent. De ervaring leert dat cursisten ook meer meedoen. We doorlopen de systematiek van de Omgevingswet en maken hem aan de hand van praktijkvoorbeelden over een omgevingsvergunning voor een varkensstal of een appartementencomplex inzichtelijk. Het leuke is dat cursisten, die natuurlijk allemaal professionals zijn op het gebied van het bestuursrecht, met vragen komen waar ik een-twee-drie ook geen antwoord op heb.”

Jeroen Huiben
Jeroen Huijben

Selecte groep voorlopers

De basiscursus Omgevingswet is eerst aangeboden aan de zogenoemde voorlopers. Verhoeven: “Iedere rechtbank heeft een koppel gevormd van een rechter en een gerechtsjurist die in de eerste drie maanden van 2024 zaken behandelen. Zij zijn diep opgeleid in de Omgevingswet en worden in december opnieuw voorgelicht en bijgeslepen. We hebben voor een selecte groep gekozen en niet voor de hele Rechtspraak, omdat we hebben geleerd van de invoering van de Wabo. Dat zou in 2006 gebeuren en dat werd 2010.” Huijben: “Als zoiets gebeurt zakt de kennis weg en loop je het risico dat mensen gedemotiveerd raken. Toen de Omgevingswet vorig jaar weer werd uitgesteld, hebben we daarom een streep onder de opleidingen gezet. De voorlopers en nog twee groepen waren aan de beurt geweest, de rest komt direct na de inwerkingtreding van de wet aan bod.”

Zaken komen ook niet halsoverkop binnen

Overgang best soepel

Dat kan goed, want de overgang wordt best soepel, denkt Huijben. “Je zit niet van de ene op de andere dag met een compleet nieuwe wet die alleen maar van toepassing is. Je houdt nog een lange tijd oude zaken met dezelfde plannen. De oude en nieuwe zaken zullen in elkaar gaan overlopen. Gemeenten hoeven ook niet op 1 januari een nieuw plan te hebben; ze krijgen tot 2032 de tijd. Ze kunnen kijken: wat werkt wel en wat werkt niet?” “Zaken komen na 1 januari ook niet halsoverkop binnen”, vult projectleider Omgevingswet Verhoeven aan. “We krijgen waarschijnlijk eerst handhavingszaken, een paar maanden later komen de vergunningen en de voorlopige voorzieningen tegen de vergunningen. Gemeenten hebben nu te maken met een golf aan aanvragen die worden ingediend onder het oude recht. En die worden na 1 januari afgedaan onder het oude recht.”

Nieuwe wegen

De experts Verhoeven en Huijben weten ook: de overgang mag naar verwachting soepel verlopen, de invoering van zo’n ingrijpende wet gaat nooit van een leien dakje. Huijben: “Er zullen best ongelukken gaan gebeuren. We zullen er ook af en toe hoofdpijn van krijgen. Hoe lossen we dit op?” Verhoeven: “Het is immers geen bestaand recht maar er wordt nieuw omgevingsrecht gevormd . We zullen ook vast niet met z’n allen op één lijn zitten. En ik weet nu al dat lagere overheden en advocaten problemen in de wet, die de wetgever niet heeft voorzien of aan de rechter heeft overgelaten, aan ons zullen voorleggen. Maar ik weet dat we voldoende zijn voorbereid om de zaken te kunnen tackelen.”

We moeten harder werken

Actievere rechter

“Wij staan er nuchter in”, sluit Huijben af. “We laten de Omgevingswet op ons afkomen. Het gebeurt nu ook dat ik niet altijd weet hoe de vork in de steel zit.” Verhoeven voegt eraan toe: “Maar met de Omgevingswet kunnen rechters wel nét iets anders naar een zaak kijken, waardoor ons werk interessanter wordt. Maar ook moeilijker. We moeten harder werken. De maatschappij vraagt om een actievere rechter die nieuwe wegen inslaat. Dat we beter kijken: klopt het wel en wat betekent het voor mensen? Dat is in eerste instantie aan het bevoegd gezag, maar binnen de Omgevingswet hebben rechters genoeg ruimte om te kijken of ze mensen de rechtsbescherming bieden waar zij recht op hebben.”

SSR en de Omgevingswet

Om stil te staan bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet, organiseren het Landelijk Bureau Vakinhoud rechtspraak en SSR op woensdag 17 januari 2024 in de Jaarbeurs in Utrecht het symposium Omgevingswet. Maarten Verhoeven zal op die dag de plenaire inleiding verzorgen. Onder zijn leiding zullen ook voorliggende rechtsvragen worden behandeld. Samen met beleidscoördinator wetgeving bij het ministerie van BZK en SSR-docent Bert Rademaker zal Jeroen Huijben op die dag de Omgevingswet ‘in vogelvlucht’ de revue laten passeren.

Huijben geeft ook samen met anderen de SSR-basiscursus Omgevingswet. Cursisten maken kennis met het stelsel, de begrippen en kerninstrumenten van het omgevingsrecht. De cursus gaat met name in op het omgevingsplan, de omgevingsvergunning, rechtsbescherming en het overgangsrecht. De cursus beslaat drie cursusdagen, met een tussenpoos van zo’n twee weken. “En het is dringen”, zegt Huijben. De eerste twee cursussen van 2024 zijn inmiddels volgeboekt, maar voor de laatste twee zijn nog plaatsen beschikbaar. De cursus staat open voor rechters, rio’s, en gerechtsjuristen.

Naast het symposium Omgevingswet organiseren het Landelijk Bureau Vakinhoud rechtspraak en SSR in maart 2024 het symposium Onteigening voor civilisten en bestuursrechtjuristen. Voor de deelnemers die de basiscursus Omgevingswet al hebben gevolgd, wordt volgend voorjaar de eenmalige cursus Opfris en capita selecta Omgevingswet georganiseerd. Meer informatie over het symposium en de opfriscursus volgt op de SSR website.

Uiteraard worden in het bestaande curriculum omgevingsrecht de nodige aanpassingen gedaan om de Omgevingswet hierin op te nemen. 2024 zal in het teken staan van het actualiseren van het bestaande aanbod. Ook wordt het curriculum uitgebreid met nieuwe cursussen, zoals grondeigendom, nadeelcompensatie, natuurbeschermingsrecht en actualiteiten.