Het Rijk wil de stedelijke omgeving groener, gezonder en meer klimaatadaptief maken. Het ministerie van LNV zet hierop in via het programma Groen in en om de Stad. Daarbij ligt de focus op meer biodiversiteit bij stedelijke ontwikkelingen. Een van de uitdagingen is om hiervoor normen voor bedrijven en overheden te ontwikkelen. Meekrijgen van de brede groep stakeholders, van gemeenten tot bouwondernemingen, is een andere uitdaging.
Humane gezondheid
In Nederland zijn volgens Vreeke meerdere aansprekende voorbeelden van natuurinclusief bouwen. “Een mooi voorbeeld is de wijk Parijsch in Culemborg. De wijk is geheel natuurinclusief gebouwd, waarbij het watersysteem en de bodem als uitgangspunt zijn genomen bij de bouw. Een andere parel is de woontoren Amsterdam Vertical met groene gevels, daktuinen en gebruik van regenwater. Dat is straks een van de duurzaamste en groenste woongebouwen in Nederland. Denk verder aan Wickevoort (Haarlemmermeer) - wonen op een groen landgoed – en de Trudo Toren in Eindhoven, met een verticaal woonbos. Al deze projecten bieden waardevolle lessen voor andere projecten.”
Urbanisering
Steeds meer mensen wonen in steden. Dat leidt tot enorme uitdagingen voor planners, ontwikkelaars, bouwers en overheden, zegt Vreeke. “Bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid. Een versteende stad is niet een gezonde leefomgeving voor de mens. Meer groen heeft een positief psychisch effect, nodigt uit tot gezond gedrag, leidt tot minder hittestress en dempt geluidshinder. Bovendien leidt een groter areaal beplanting tot een betere luchtkwaliteit, meer biodiversiteit en een betere waterberging.”
Vier ministeries betrokken
Verstedelijkingsvraagstukken zijn ondergebracht bij verschillende ministeries. Dat was een belangrijke reden om dit programma te starten. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gaat over biodiversiteit, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over gezondheid, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over klimaat en het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over wonen. “Met het programma Groen in en om de Stad wordt de verbinding gelegd met andere maatschappelijke opgaven in het stedelijke gebied. Natuur en biodiversiteit mogen niet het onderspit delven bij verstedelijking.”
Lees verder onder foto
Integrale aanpak
Vreeke: “Rond stedelijke vergroening zijn primair de gemeenten aan zet, en op rijksniveau zijn vier ministeries op dit thema actief. Dat leidt soms tot een versnipperde aanpak, terwijl stedelijke vergroening juist vraagt om een integrale benadering. Groen is goed voor de gezondheid én voor de biodiversiteit én voor het klimaat. Concrete maatregelen zoals groene daken en wadi’s hebben effect op al die maatschappelijke thema’s. Met ons programma zetten we een belangrijke stap tot een integrale aanpak van vergroening in de bebouwde omgeving.”
Natuurinclusieve woningbouw
Zij constateert dat er in Nederland veel architecten, ecologen en projectontwikkelaars zijn die het belang van stedelijk groen op hun netvlies hebben. De creativiteit is groot, op tal van locaties zijn natuurinclusieve en klimaatadaptieve bouwprojecten in ontwikkeling en worden bestaande woongebieden vergroend. “De rijksoverheid loopt hierbij wat achter. Architecten en ontwikkelaars vragen om heldere normen en kaders, bijvoorbeeld in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. Dat is volgens hen nodig om de vergroening in steden te versnellen.”
Normering
Normering op het gebied van stedelijk groen is overigens geen eenvoudige opgave. “Dan gaat het bijvoorbeeld om de verhouding tussen groen en steen, of concreter: om het aantal bomen per woning. Dan moet eerst duidelijk zijn wat we onder stedelijke biodiversiteit verstaan en wat de gewenste situatie is. En je moet vaststellen welke generieke eisen het Rijk wil opleggen en wat juist aan lagere overheden en aan de markt overgelaten kan worden. Met het programma Groen in de Stad willen we deze normering in een stroomversnelling brengen. Er is zowel een roep om ruimte voor maatwerk op lokaal niveau, als om meer regie van het Rijk.”
Lees verder onder foto
Financiering groen
Een ander speerpunt van het programma betreft de financiering van stedelijk groen. Vreeke: “De baten van stedelijk groen, bijvoorbeeld op het terrein van gezondheid en klimaat, zijn allang wetenschappelijk vastgesteld. Maar de financiële baten komen nu vaak niet bij de investerende partijen terecht. Dat remt de vergroening. Ons programma wil met betrokken partijen financiële constructies bedenken zodat de kosten van een meer natuurinclusieve inrichting van steden terechtkomen bij partijen die daar financieel van profiteren.”
Rol overheden
Versnelling van de aanleg van stedelijk groen vraagt om een heldere aansturing door overheden. Het verkrijgen van een duidelijke en effectieve governance-structuur is dan ook een ander speerpunt van het programma. “Provincies en gemeenten zitten qua doelen in grote lijnen op dezelfde lijn. Het Rijk ook, maar wil meer vinger in de pap. We gaan onderzoeken hoe we de stedelijke vergroening kunnen versnellen en wat dan de specifieke rol is van gemeenten, provincies en Rijk.”
De ondertekenaars van het Manifest Bouwen voor Natuur willen een natuurstandaard voor nieuwbouw. Zij reiken drie bouwstenen aan voor alle nieuwe woningen:
- Natuur in de woning, bijvoorbeeld verblijfruimtes voor huismus en gierzwaluw
- Natuur rondom de woning, bijvoorbeeld aanleg groene daken
- Natuur in de buurt met een groene publieke ruimte in de nabijheid van iedere woning
De vijftig ondertekenaars (bouwers, architecten, wetenschappers en natuurorganisaties) willen dat het Rijk de drie bouwstenen in wet- en regelgeving vastlegt.
Veel draagvlak
Aan draagvlak geen gebrek, constateert Vreeke. “De meerderheid van de Tweede Kamer kiest voor groene steden en richt zijn pijlen op de betrokken ministeries. Misschien nog belangrijker, bouwondernemingen stelden vorig jaar samen met kennisinstellingen en natuurorganisaties het manifest Bouwen voor Natuur op. De ondertekenaars willen bij nieuwbouw meer natuur in en rondom woningen én in de buurten. Ze vragen de overheid om dat in regelgeving vast te leggen, bijvoorbeeld in gemeentelijke omgevingsplannen en in het Besluit bouwwerken leefomgeving. De overheid is nu aan zet.”