Tekst Ans Merens en Freek Bucx, m.m.v. Christoph Meng
Foto Richard van Elferen

De meeste verschillen in arbeidsmarktpositie tussen jonge vrouwen en mannen doen zich al aan het begin van hun loopbaan voor. Sommige verschillen zijn groter in de oudere leeftijdsgroepen, andere verschillen zijn dan juist kleiner of afwezig.

Verschillen in arbeidsdeelname en arbeidsduur zijn het grootst bij de oudere jongeren

Na het afronden van hun opleiding lijken jonge vrouwen en mannen even gemakkelijk de weg naar de arbeidsmarkt te vinden: er is niet of nauwelijks verschil in het aandeel dat een baan heeft. Kort na het verlaten van school werken jonge vrouwen wel al vaker in deeltijd dan jonge mannen. Het is niet duidelijk hoe dat komt. Wellicht werken jonge vrouwen vooral in banen en sectoren waar het niet mogelijk is om in voltijd te werken of hebben zij andere voorkeuren dan jonge mannen. Aan het begin van hun loopbaan zijn jonge vrouwen minder tevreden over hun baan dan jonge mannen en zijn zij minder positief over hun carrièreperspectieven. Dat zou mogelijk te maken kunnen hebben met het feit dat zij minder uren werken dan zij zouden willen.

Onder de oudere jongeren zien we dat de verschillen tussen vrouwen en mannen in het aandeel werkenden groter zijn. Mannen hebben vaker een baan dan vrouwen; niet door een lagere werkloosheid, maar doordat sommige vrouwen niet meer actief zijn op de arbeidsmarkt. Ook de verschillen in arbeidsduur zijn groter naarmate de leeftijd hoger is. Bij beide verschillen speelt het hebben van kinderen mee.

Foto: Techniek beeldbank

Sommige man-vrouwverschillen komen alleen bij de jongste groep voor

Bij de jongste groep werkenden (18-25 jaar) valt op dat vrouwen vaker in tijdelijke of andere flexibele contracten werken dan mannen; bij de ouderen is dit verschil niet of nauwelijks meer zichtbaar. In andere opzichten staat de jongste groep vrouwen er gunstiger voor dan mannen. Deze vrouwen werken vaker op hogere beroepsniveaus dan mannen en verdienen een hogere uurloon. Zowel het vaker met een tijdelijk contract werken als het hogere beroepsniveau en hogere uurloon van de jongste groep vrouwen hebben (deels) te maken heeft met hun hogere opleidingsniveau.

Jonge vrouwen zijn minder economisch zelfstandig dan mannen

Ondanks het hogere beroepsniveau en het (soms) hogere uurloon van vrouwen verdienen jonge vrouwen per jaar een lager inkomen dan mannen en zijn zij minder vaak economisch zelfstandig. Het verschil is het grootst in de oudste leeftijdsgroep. Vooral het veelvuldig in deeltijd werken van vrouwen resulteert uiteindelijk in een lager inkomen en geringere economische zelfstandigheid van jonge vrouwen dan mannen van dezelfde leeftijd. Het verschil in arbeidsduur is daarmee niet alleen het meest opvallende maar ook meest bepalende verschil voor de financiële positie van jonge vrouwen en mannen.

Jonge vrouwen en mannen verschillen ook elders in Europa

Het hier geschetste beeld voor Nederland komt in grote lijnen overeen met dat in andere Europese landen. Het aandeel jonge werkende vrouwen ligt in vrijwel alle Europese landen lager dan dat van jonge mannen, en deze verschillen zijn groter naarmate zij ouder zijn. Daarnaast werken in vrijwel alle Europese landen jonge vrouwen per week minder uren dan jonge mannen. De verschillen in arbeidsuren tussen jonge vrouwen en mannen zijn het grootst in Nederland, gevolgd door andere West-Europese landen, zoals Zwitserland en Groot-Brittannië. Net als in Nederland zijn deze verschillen al te zien in de jongste leeftijdsgroepen en deze verschillen worden groter met het oplopen van de leeftijd.

Foto: Techniek beeldbank

Ten slotte

De in deze publicatie gepresenteerde uitkomsten vormen een momentopname. De verschillen tussen de hier onderscheiden leeftijdsgroepen geven nog geen zekerheid over de leeftijd waarop jonge vrouwen en mannen veranderingen doormaken in hun arbeids- en inkomenspositie. We weten bijvoorbeeld niet of de vrouwen en mannen die nu tussen de 20 en 25 jaar oud zijn, zich over tien jaar hetzelfde zullen gedragen op de arbeidsmarkt als de 30-35-jarigen van nu. In het vervolgonderzoek gaan we dieper in op de overgangen die jonge vrouwen en mannen doormaken en op de verklaringen en mechanismes achter de hier gevonden verschillen in positie tussen jonge vrouwen en mannen.

Dit artikel citeren als:
Merens, Ans en Freek Bucx, m.m.v. Christoph Meng (2017). Conclusies. In: Eerste treden op de arbeidsmarkt. Geraadpleegd via https://magazines.rijksoverheid.nl/scp/werken.