Tekst Linda Hilhorst en Vincent Theunissen schrijven om en om over hun beslommeringen bij het ministerie.
Foto René Verleg

Terwijl ik dit stukje tik, heeft de kalender 4 en 5 mei net gepasseerd. Momenten dat we stil (moeten) staan bij slachtoffers van oorlogsgeweld. En de waarde van vrijheid, democratie en mensenrechten vieren. Dat termen als nazi, Adolf, NSDAP en joden trending zijn op de socials dezer dagen, zou tegen die achtergrond enigszins verklaarbaar kunnen zijn.

Vincent Theunissen
Vincent Theunissen

Dat termen als nazi, Adolf, NSDAP en joden trending zijn op de socials dezer dagen, zou tegen die achtergrond enigszins verklaarbaar kunnen zijn.

Helaas zijn de begrippen tegenwoordig onderdeel van een aanhoudende modderstroom van provocatie, laster en haatzaaierij. En aangekleed met veel historisch onbenul. Of wellicht historische gewetenloosheid. Het trivialiseren van de geschiedenis is in elk geval het ontkennen van waar je vandaan komt, maar vooral ook van de weg die je op wil.

Natuurlijk moet ik oppassen niet in dezelfde groef te vallen als diegenen die ik bekritiseer. Het staat iedereen immers vrij om maatregelen waar ze het niet mee eens zijn af te keuren of in elk geval ter discussie te stellen. Zeker als die kritiek voortkomt uit onzekerheid.

Maar een belangrijke les die we uit de gebeurtenissen van meer dan 75 jaar geleden kunnen trekken, is dat we nooit iemand mogen uitsluiten omdat die toevallig niet tot dezelfde groep behoort. En al helemaal niet met valse vergelijkingen en historische verzinsels.

De grootste fout van deze tijd is misschien nog wel dat alle mensen en gebeurtenissen (gedreven door de hitserigheid van een veranderend medialandschap) in een begrensd aantal tekens of beelden moeten worden ingedeeld in goed of fout. Zonder gemanierdheid en respect. Zonder bezinning. Maar vooral zonder ruimte voor nuance, het stellen van fatsoenlijke vragen en het zoeken naar een betekenisvolle dialoog. 

In de streek van mijn jeugd werd tijdens de Tweede Wereldoorlog hard gevochten. De Britten bevrijdden in oktober 1944 na een bloedige strijd grote delen van Noord-Limburg en het aangrenzende Brabantse Overloon. De gesneuvelde militairen werden herbegraven op een vredig plekje aan de rand van Venray.

Sinds 2019 kun je de graven van het kerkhof adopteren. Mijn zoon Jesse koos vorig jaar voor het graf van Sergeant John George Lynch; het kind van Edward en Harriet Lynch uit Chester-Le-Street in Engeland. Die als 25-jarige Air Gunner begin 1945 niet meer levend terugkeerde van een missie naar het Duitse Ruhrgebied.

De begraafplaats zet mij in elk geval altijd aan tot nadenken. En is juist in alle rust, en weg van het geschreeuw en de gemaakte ophef van het moderne debat, een plek van dialoog en verbinding. John George betaalde met zijn leven voor de vrijheid van anderen. En plaatst de schaamteloosheid van lompe vergelijkingen en controverse daarmee in het juiste perspectief. Vrijheid is geen individueel, tailormade recht, met allerlei specifieke en opeisbare persoonlijke add-ons. Het is een collectieve opdracht.

Deze week leggen we bloemen op het graf van Sergeant Lynch. Ergens links achteraan op het oorlogskerkhof aan de Venrayse Hoenderstraat.
 

Vincent Theunissen