Tekst Dick Duynhoven
Foto René Verleg (foto Wietske)
Staatssecretaris Blokhuis wil gemeenten vanaf 2023 verplichten om regionaal samen te werken bij het inkopen van specialistische jeugdzorg. VWS’er Wietske Veltman (directie Jeugd) en Michiel van Willigen (wethouder in Zwolle) toetsen de mogelijkheden.
De beschikbaarheid van zorg voor kinderen met complexe en specialistische zorgvragen moet beter. Een wetsvoorstel daartoe wordt momenteel in een aantal regio’s beoordeeld. Wietske Veltman, coördinerend beleidsmedewerker bij de directie Jeugd, voert al enige maanden intensieve gesprekken met zorgaanbieders en zorgverleners en met ambtenaren en gemeentebestuurders in verschillende regio’s. Zo ook met Michiel van Willigen, wethouder in Zwolle en voorzitter van het regionale samenwerkingsverband IJsselland.
Intensieve hulp
Het wetsontwerp verplicht gemeenten specialistische zorg in te kopen op basis van een gezamenlijk regiovisie. Wietske: “We bespreken met zorgaanbieders en zorginkopers om welke zorg het dan moet gaan. Bijvoorbeeld ‘Multisysteem Therapie’, ‘Intensieve Home Treatment’ en ‘Multidimensionale Familie Therapie’. Allemaal vormen van intensieve hulp die op gemeentelijk niveau niet makkelijk zijn in te kopen. Ook onderzoeken we hoe regionale samenwerking er in de praktijk uitziet en of samenwerken inderdaad helpt om de zorg beter beschikbaar te krijgen. In de regio IJsselland werken alle belanghebbenden al lange tijd intensief samen, tegelijk hebben de gemeenten een sterke lokale focus. Uit al die gesprekken komen mooie lessen; voor ons en voor andere regio’s.”
Regionale worsteling
De straks verplichte regiovisie beschrijft wat de zorgvraag in de regio is, hoe de gemeenten de benodigde hulp gaan organiseren, hoe ze wachtlijsten aanpakken en hoe ze omgaan met ingewikkelde zorgvragen. Wethouder Michiel van Willigen: “Transitie vraagt geduld en soms is het worstelen. We zijn er met onze gemeenten in geslaagd een goede regiovisie op te stellen. Die wordt deze maand door de gemeenteraden vastgesteld. De samenwerking rond de inkoop van zorg wordt nog wel moeilijk. Het lastige is toch ook gewoon het geld. Als er te weinig geld is, dan vindt de ene gemeenteraad dat er meer druk moet liggen op de tarieven, terwijl een ander vooral kijkt naar de langere termijn. Maar we willen er wel gezamenlijk uitkomen. We laten elkaar niet los!”
Wietske: “Wat ik goed vind aan de elf gemeenten in IJsselland is dat er niet alleen bestuurdersoverleg is, maar ook ambtelijke samenwerking met de aanbieders. En overleg tussen de professionals en de sociale wijkteams. Dat overleg op alle niveaus is een voorwaarde om tot succes te komen.”
'De uitvoering van de Jeugdwet is en blijft een lokale verantwoordelijkheid'
Lokale autonomie
De gesprekken gaan ook over de vraag of de gemeenten voldoende beleidsvrijheid houden als zorg regionaal moet worden ingekocht. Michiel van Willigen is daar duidelijk over: “De uitvoering van de Jeugdwet is en blijft een lokale verantwoordelijkheid. Regionaal inkopen helpt zeker, maar wel op zodanige wijze dat het lokale maatwerk wordt ondersteund. Gemeenten weten het best wat lokaal nodig is en stellen hun eigen prioriteiten.” En wat de wetgeving betreft: “Jeugdzorg gaat over de totale context van een kind; dus ook onderwijs, zorg voor ouders en armoedevraagstukken. Wetgeving op die terreinen komt van verschillende ministeries: VWS, OCW, BZK. Ik heb met Wietske regelmatig besproken hoe belangrijk het is dat die ministeries de wetten op elkaar afstemmen.”
Openheid op alle niveaus
Vaak lopen ‘onderhandelingen’ met gemeenten via de VNG. Dit keer waren er directe gesprekken met gemeenten. Zowel Michiel als Wietske is daar uitermate tevreden over. “We konden als gelijken met elkaar overleggen en dat had ik eerlijk gezegd niet verwacht”, bekent Michiel. “Ik heb hier wel vaker een delegatie van het ministerie gehad, maar die sprak echt vanuit een verschil tussen overheid en onderheid. In de gesprekken met Wietske was dat helemaal niet zo.” Wietske waardeert de openheid van de mensen in regio IJsselland. “Het is leerzaam voor ons. Het zicht op het sociaal domein is vanuit een gemeente echt anders dan vanachter het VWS-bureau. Zij hebben ons laten meekijken naar de samenwerking en waar ze tegenaan lopen. Niet alleen Michiel, maar ook de gemeente-ambtenaren hebben ons concreet verteld welke landelijke kaders zij belangrijk vinden. Die verplichte regiovisie hadden we aanvankelijk gedetailleerd beschreven. Dat hebben we nu ruimer geformuleerd. Ook andere onderdelen van de wet zijn, dankzij die gesprekken, aangepast.”
De definitieve wet treedt in 2023 in werking. Wietske merkt dat de aanvankelijke weerstand tegen de verplichte samenwerking in de meeste regio’s is verdwenen. “De knelpunten en de urgentie worden gedeeld.” Maar zij realiseert zich ook dat er verschillend wordt gedacht over de oplossingen. “Er zijn meer dan 350 gemeenten, met verschillende types organisaties. Gemeente Alkmaar heeft weer andere wensen dan de gemeente Zwolle. Met de uiteindelijke wetgeving willen we kaders aangeven die voor iedereen werkbaar zijn. Maar ook recht doen aan de autonomie van gemeenten.”