Tekst Magda de Vetten
Foto Hans Roggen
Eén van de ervaringsdeskundigen die zich inzetten bij VWS, is Eefke Postma. Zij is betrokken bij het actieprogramma Kansrijke Start. Wat levert haar inbreng op?
Het programma waar Eefke (31) zich als ervaringsdeskundige ‘tegenaan bemoeit’, heeft als doel kinderen een gezonde start in het leven te geven. De overheid wil kwetsbare ouders die een kind verwachten, hierbij helpen. Dit om te voorkomen dat kinderen bijvoorbeeld te vroeg worden geboren of een te laag geboortegewicht hebben.
“Ik spreek niet over ‘kwetsbare ouders’”, zegt Eefke, “maar over ‘ouders in kwetsbare situaties’. Ik heb mijzelf nooit kwetsbaar gevoeld. Ik heb ADHD. In mijn zorgdossier stonden mijn drugsverleden en mijn tienerzwangerschap omschreven. Daar trokken hulpverleners hun conclusies uit, alsof ik een statistiek was. ‘ADHD’ers zijn impulsief dus dat zal wel de oorzaak zijn van haar financiële problemen’, dachten ze. Maar dat kwam doordat ik gedupeerde was in de Toeslagenaffaire.”
“Steeds werd ik naar andere instanties gestuurd en nooit kwam ik ergens voor in aanmerking. Ik had geen recht op het sportfonds. Mijn kinderen hebben nooit kunnen sporten. Ik had slapeloze nachten!”
Ze zet mensen aan het denken, ontdekte Eefke. “Ik sprak op een conferentie van Kansrijke Start. Mijn punt was dat hulpverleners niet op de automatische piloot moeten varen; werk niet volgens protocollen. Vraag mensen wat ze nodig hebben. Luister. Volgens mij ligt de focus in het programma teveel op mensen in achterstandswijken. Maar veerkracht kun je niet voorspellen. Ook vanuit deze wijken gaan kinderen naar de universiteit. Sommigen weten de armoede te ontgroeien. En kinderen van hoogopgeleiden in Wassenaar kunnen eveneens een slechte start hebben.”
Eefke put niet alleen uit haar eigen ervaringen, maar ook uit die van anderen. “Ik geef een stem aan mensen die zich niet gehoord voelen. Ik praat met hen via social media. En ga bij mensen langs.” Ze vindt dat VWS’ers meer de wereld moeten intrekken. “Ze gaan wel op werkbezoek en naar conferenties. Maar voer ook gesprekken van mens tot mens. Misschien moet het ministerie daar ervaringsdeskundigen voor inzetten.”
“Ik vind het heel fijn dat ik de rol van ervaringsdeskundige mag vertolken”, besluit ze. “Ik heb veel kennis, kan de burger vertegenwoordigen, kan verbindingen leggen. Ik voel me gezegend.”