Dit artikel hoort bij: De ADR over... #01 Over de ADR

Vaste-, variabele- en Europese vraag

Vaste vraag

De vaste vraag omvat de wettelijke taak en vraaggestuurde producten die jaarlijks terugkeren, zoals rapporten over informatiebeveiliging en grote ICT-projecten en accountantsrapporten bij rapportages over grote projecten ten behoeve van de Tweede Kamer. Jaarlijks voert de ADR de wettelijke taak uit, die volgt uit de Comptabiliteitswet 2016 en is uitgewerkt in het Besluit ADR.

Dit betekent dat wij de departementale jaarverslagen controleren, waarbij de belangrijkste vraag is of het belastinggeld rechtmatig is besteed. Het belangrijkste product van deze controles is de controle-verklaring bij de financiële overzichten in het departementale jaarverslag. Deze verklaring geeft de departementale leiding zekerheid dat de financiële informatie in de verantwoording klopt. Bij de wettelijke taak hoort ook de controle van het gevoerde financieel- en materieelbeheer (en de in dat verband gevoerde administraties) en het onderzoek naar de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering (de niet-financiële informatie in het departementale jaarverslag).

De Tweede Kamer
De Tweede Kamer kan besluiten een project aan te wijzen als een groot project als zij meer informatie wenst om haar controlerende taak beter te kunnen uitvoeren. Dit betekent dat de verantwoordelijke minister de Kamer met voortgangsrapportages op de hoogte houdt over het project. Op verzoek van de minister stelt de ADR een accountantsrapport op dat door hem of haar als afzonderlijk document aan de Tweede Kamer wordt gezonden.

De ADR geeft hierin een oordeel over de kwaliteit en volledigheid van de financiële en niet-financiële informatie in de voortgangsrapportage en over de beheersing en het beheer van het project. Bij de beoordeling van de beheersing en het beheer van het project wordt in het bijzonder gekeken naar de toereikendheid van de projectorganisatie, de kwaliteit van de bestuurlijke informatievoorziening, de werking van de administratieve organisatie en de werking van het systeem van interne controle.

Variabele vraag

Bij de variabele vraag gaat het om opdrachten die voorzien in specifieke behoeften van de leiding van elk ministerie. De probleemstelling van de opdrachtgever staat daarbij centraal. De vraagstelling is flexibel en sluit aan op actuele vraagstukken die bij het betrokken ministerie spelen. Een kwart van de capaciteit voor de variabele vraag zullen we inzetten voor onderzoeken bij departementen op basis van een rijksbrede risico-afweging. Daardoor kunnen onze medewerkers flexibeler worden ingepland, daar waar de toegevoegde waarde voor het Rijk het grootst is. Op verzoek van de ministeries voert de ADR de onderzoeken uit. Dat kunnen zowel IT-audits als financial audits en operational audits zijn of combinaties daarvan. Ieder type opdracht is maatwerk.

Vanuit de vraag van onze opdrachtgevers hebben we drie rijksbrede thema’s onderkend:
(1) onderhoud, beveiliging en innovatie ICT;
(2) uitvoering van beleid; en
(3) invulling van HRM-beleid (strategisch capaciteitsmanagement).

Op deze drie thema’s kan de ADR door kennis en ervaring te bundelen haar rijksbrede kennis ten dienste stellen van de ministeries. De ADR bespreekt met elk departement hoe de variabele vraag gedurende het jaar verder concreet wordt ingevuld.

Door de gevarieerde personele samenstelling kan de ADR een verscheidenheid in vragen beantwoorden. Dit loopt uiteen van de traditionele onderzoeken naar de betrouwbaarheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van processen en systemen, via opdrachten gericht op informatiebeveiliging, tot cultuurgerichte onderzoeken naar de “zachte” kant van het functioneren van organisaties. Onderzoek hoeft daarbij niet alleen achteraf plaats te vinden, maar kan ook zeker nuttig zijn bij bijvoorbeeld het ontwerpen van processen en tijdens de uitvoering van projecten.

Vraag Europese Unie

De vraag Europese Unie betreft de werkzaamheden die nodig zijn om als lidstaat Nederland invulling te geven aan de voorschriften uit de Europese regelgeving. De overkoepelende rapporten die het product zijn van deze werkzaamheden worden toegezonden aan de Europese Commissie.

Voor de controle van Europese fondsen vereist de Europese regelgeving dat er per lidstaat een Audit Autoriteit is voor onder meer de structuurfondsen en een certificerende instantie voor de landbouwfondsen. In Nederland zijn deze verantwoordelijkheden belegd bij de Auditdienst Rijk.

De werkzaamheden worden uitgevoerd op verzoek van verschillende departementen. Over de resultaten van haar controles rapporteert de ADR rechtstreeks aan de Europese Commissie in Brussel. Een bijzonder aspect van de controle van Europese geldstromen is dat er veel aandacht gaat naar de vraag of de besteding conform de EU-regelgeving is. Dit betekent dat onderzoek ter plaatse en met veel detail moet worden uitgevoerd.